Gedenkboek van de viering van het 50-jarig bestaan der Vrije Universiteit te Amsterdam op 20-22 oktober 1930 - pagina 111

REDE PROF. MR. D. P. D. FABIUS. 93

hoezeer hij altijd rustig was en op tijd gereed, toch eenen last torsten

van buitengewonen omvang, — denk ik met hartelijke liefde terug.

De Universiteit mag wel heeten eene zeer groote genadegifte

GOD'S aan ons volk. Zij is, gelijk haar naam het uitdrukt, eene vrije

stichting, wat zeggen wil, dat zij haar bestaan niet dankt aan het

openbaar gezag, maar is opgekomen uit de maatschappij. Gelijk

men met hetzelfde woord in het buitenland aanwijst de Kerken, die

los staan tegenover het Staatsgezag.

Toch reikt hare vrijheid verder. Ja, buiten den band aan de

Gereformeerde beginselen, dien zij voor alle onderwijs heeft aan-

vaard, is hare vrijheid volkomen.

Zoo staat de Universiteit zelfstandig tegenover elke kerkformatie.

Wel is het vaak voorgesteld, en het geschiedt nog, alsof zij met

hare theologische faculteit zoude bedoelen, alleen de Gereformeerde

Kerken te dienen, en zich daarvoor eenen band met die Kerken

heeft doen aanleggen. Eene voorstelling, die het gemakkelijk maakt

aan wie niet tot die Kerken behooren, allen steun aan de Univer-

siteit te onthouden. Hoezeer daarbij ook vergeten wordt, dat de

Universiteit niet alleen eene theologische faculteit heeft, en deze,

behalve voor de opleiding van predikanten, ook de theologische

wetenschap dient.

Toch bestaat de Universiteit, sedert de Gereformeerde Kerken

met de Synodale organisatie gebroken hebben, en daardoor zelf-

standig zijn geworden, nog geheel, gelijk zij vóór dien tijd was.

Wel is met die Kerken in 1908 ten aanzien van de theologische

faculteit eene overeenkomst aangegaan, waarbij aan de Kerken

o. m. invloed wordt toegekend op de benoeming en het ontslag

van de hoogleeraren, en bepaald is, dat bij de regeling en inrichting

van het onderwijs in de theologische faculteit rekening zal gehouden

worden met de eischen, die door de Generale Synode der Geref

Kerken voor de kerkelijke examens worden gesteld, —- maar het

onderwijs wordt daardoor niet minder geschikt voor wie Gerefor-

meerde opleiding, onafhankelijk van die Kerken, begeeren; ook is

statutair niets gewijzigd, en de overeenkomst volgens het laatste

artikel opzegbaar.

Alsmede ligt in haar geen bezwaar voor het Ned. Herv. Kerkgenoot-

schap, om candidaten van de Vrije Universiteit tot het proponents-

examen toe te laten. Immers wordt door de overeenkomst aan de

studenten niet opgelegd de verplichting, om bij de Gereformeerde

Kerken in dienst te treden; zelfs niet om de verklaring van

Dr GUNNING te onderschrijven, dat de Synodale organisatie is uit

den geest des afvals.

Ook zijn thans aan de Universiteit vier hoogleeraren verbonden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen