De Vrije Universiteit in oorlogstijd - pagina 154
140 DE V.U. I N OORLOGSTIJD
Mr A. M. Donner, voor Staatsrecht, Administratief Recht en Al-
gemeene Staatsleer en
Mr I. A. Diepenhorst voor Strafrecht en Strafvordering.
Ondanks de voortvarendheid van Curatoren en Directeuren, om
reeds vóór den nieuwen cursus een zoo belangrijk aantal benoe-
mingen te doen, blijven er nog gaten, die snel gedicht moeten
worden. Spoedig kan de benoeming van een tweeden Hoogleeraar
voor het Privaatrecht tegemoet gezien worden. Voor het belang-
rijke vak Volkenrecht moet een voorziening worden getroffen.
Curatoren en Directeuren plegen met verschillende faculteiten
overleg over de bezetting van leerstoelen. Het spreekt vanzelf, dat
bij deze uiterst gewichtige beslissingen allerlei vraagstukken van
meer algemeenen aard om een oplossing komen vragen. De Uni-
versiteit prijst zich gelukkig, dat de beide colleges steeds bereid zijn,
de voorstellen, die hun gedaan worden, ernstig onder het oog
te zien, al bijven er wenschen over, die niet door hen vervuld
worden.
"Wanneer Directeuren b.v. niet ingegaan zijn op het voorstel van
de Juridische Faculteit, om een aparten hoogleeraar te benoemen
voor het Administratieve Recht, dat in de laatste jaren zoo buiten-
gewoon in belangrijkheid is toegenomen, dan is dit niet geschied,
omdat het college niet met de faculteit van oordeel was, dat een
dergelijke nieuwe leerstoel van groot gewicht zou zijn, maar enkel
en alleen omdat naar zijn oordeel de financiën het niet toelieten.
Aan de Juridische Faculteit is toegestaan, vier assistenten te be-
noemen. De Faculteit acht zich met dit nieuwe instituut zeer
gelukkig en vertrouwt daardoor tot grootere prestaties in staat te
zullen zijn. Twee assistenten, de Heeren Mr J. N . van Veen en
Mr A. Zeegers, zijn reeds geruimen tijd in functie als assistenten
voor de privaatrechtelijke vakken.
De Heeren Anema en Van Gelderen hebben in den oorlogstijd
hun 70sten verjaardag gevierd. Beide Hoogleeraren hebben hun
taak tijdelijk voortgezet op uitdrukkelijk verzoek van den Senaat
en van Directeuren; nieuwe benoemingen zouden in den oorlogstijd
groote gevaren hebben medegebracht. Art. 188 van de Wet op
Hooger Onderwijs was immers in dien zin gewijzigd, dat al onze
benoemingen bekrachtiging van het Departement behoefden. Aan
deze inbreuk op ons recht wilden wij ons niet onderwerpen.
Onschatbaar zijn de diensten, die deze beide collegae aan de Uni-
versiteit hebben bewezen. Beiden zijn zij mannen van uitzonderlijk
hooge begaafdheid. Het zullen niet alleen Uw bijnamen zijn, waar-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's