De Vrije Universiteit in oorlogstijd - pagina 127
\
PROF. DR J. F. KOKSMA 113
Niet alleen de Colleges van Bestuurderen en Docenten werden ge-
troffen door den bezetter; in veel sterkere mate nog geldt dit van
onze studenten. Het is hier niet de plaats, hunnen arbeid en hunne
offers uitvoerig te herdenken: bij de vermelding der lotgevallen
onzer Universiteit gedurende de laatste jaren, zal onze Rector
Magnificus, Prof. Mr J. Oranje, hedenmiddag naar ik verwacht,
deze eereschuld officieel afdoen. Ik wil slechts memoreeren, dat de
houding onzer studenten bijna zonder uitzondering, boven allen
lof is geweest. Veel echter is door hen geleden: door hen, die
moesten onderduiken om leeftijd of niet-teekenen, door hen, die
naar Duitschland werden gevoerd om daar in de fabrieken van
den vijand te werken, door hen, die daaruit ontvluchtten, door
hen, die op zulke vluchten werden gegrepen en in de strafkampen
werden gemarteld, meermalen ten doode toe, door hen, die in
Duitschland de gedurige bombardementen medemaakten en hun
leven lieten, door hen, die, hier of ginds, gevaarlijk illegaal werk
verrichtten en in de hoogste spanningen leefden, door hen, die daarbij
werden gegrepen en door den vijand gefusilleerd. Lang is de lijst
onzer leerlingen, die hun trouw aan vaderland en beginselen met
hun bloed bezegelden.
De nagedachtenis onzer overleden Bestuurderen, Hoogleeraren en
Studenten werd in zittingen van den Academischen Senaat en in
bijeenkomsten van het Studentencorps geëerd. Ook wij als Ver-
eeniging eeren hunne nagedachtenis, evenals die van vele andere
ongenoemde medewerkers in onze organisatie, die door het geweld
van den bezetter het leven lieten.
Ons vervult weemoed als wij beseffen, hoe van onze besten ons
ontvielen. Wij gevoelen ons opgeheven door de gedachte, dat zij
de onzen waren. Ons bezielt beschamende dank, als wij uit menig
roerend afscheidswoord, dat nog de familie bereikte, ervaren, hoe
het hoogste offer werd gebracht in bewuste overgave aan het eene,
als Goddelijke roeping geziene doel: de bevrijding van ons volk,
die wij thans mogen beleven.
(Hierna zong de vergadering staande uit het Luther lied: „Geert
aardsche macht begeeren wij").
Een enkele maal heb ik in het voorgaande eenige bijzonderheden
uit de geschiedenis der Universiteit en ons land moeten aanhalen,
tegen welker achtergrond de personalia pas relief kregen.
Het ligt niet op mijn weg, om de historie van ons vaderland over
de afgeloopen 5 jaar, of ook maar de geschiedenis onzer Universi-
8
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's