De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 49
De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.
school enerzijds en religie, kerk en ook de Vrije Universiteit
anderzijds. Eerst werden de Anti-Revolutionaire Partij en het
verband van de Scholen-met-den-Bijbel georganiseerd, daarna de
Vrije Universiteit gesticht en tenslotte werd na deze voorbereidende
acties de Nederlandse Hervormde Kerk voor een beslissende keuze
gesteld.
Theologisch werd deze periode gekeimierkt door het antithese-
motief, zoals in de boeken Dat de genade particulier is, en Het Werk
van den Heiligen Geest. De wedergeboorte als een onmiddellijk werk
van de Heilige Geest, als een vonk uit de hemel, bleek toen een
kernbegrip. In het boek over de Vleesckwording des Woords stond
de Goddelijke Persoon centraal, die een onpersoonlijke mensehjke
natuur aannam. In de rede Hedendaagsche Schriftkritiek stond de
onaantastbare Bijbel, waarvan God zelf de auteur was, centraal.
In deze antithetische periode domineerden enkele gnostieke
elementen, die ik niet alleen in het conventikel, maar ook elders in
de christelijke theologie ontdek. Met name zie ik die elementen bij
Kuyper in wat hij schreef over de goddehjke oorsprong van de
Bijbel, de goddelijke persoon van Jezus, de onmiddelhjke wederge-
boorte als een goddelijke vonk en inzake het mystieke lichaam van
al de wedergeborenen als de eigenlijke kerk achter of in het
zichtbare kerkinstituut. Het gaat daarbij niet om zuivere gnostiek,
want de wereld is door God geschapen en Hij is daarin overal
present. Wel is er sprake van specifieke, gnostieke elementen die
niet uit de schepping afkomstig zijn, maar rechtstreeks van
goddelijke aard daarin neerdalen: het tastbare onaantastbare, het
wezenlijke onbespreekbare, de mens Jezus toch geen menselijke
maar goddehjke Persoon, een bibhotheek van boekjes toch het
onaantastbare heilige boek, de arme zondaar die tobt over of ook
uitgaat van zijn wedergeboorte en de onzichtbare, mystieke kerk in
en achter de pluriforme kerkinstituten.
In de derde periode was Kuyper klaar met zijn antithetische
breek- en herbouwwerk. Deze periode begon op 15 juni 1887 met
zijn rede over Tweeërlei Vaderland, waarmee hij aangaf dat er tussen
Jerusalem als de toekomstige Stad Gods, en Babyion als de stad
des verderfs, plaats was voor een nationaal vaderland, voor de
wereld van de gemene gratie, voor een roeping in de wereld en ook
voor de politicus Kuyper zelf 'in zijne nationale beteekenis'.
In deze periode komen de grote werken van Kuyper tot stand:
E Voto (1886-1895), de Encyclopaedie der Heilige Godgeleerdheid
45
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's