De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 73

van zijn leiderschap. Langzaam bouwde Kuyper dat betoog op.

Eerst was er een periode van 'groote, machtige en bezielde

Deputatenvergaderingen', 'een heerUjke tijd' met 'een warme

aaneensluiting der broederen', 'in warme harmonie', bezield door de

'warme vreeze Gods'. Daarna roemde hij het kabinet-Kuyper, dat

ondanks zevenvoudige tegenspoed nog vrij veel bereikt had. Maar

vanaf het onverantwoord optreden van het kabinet-Heemskerk in

1907 liep alles mis.

Over de oorzaak van de opgetreden achteruitgang tóen en zijn

bedoelingen nu, schreef Kuyper: Het politieke désastre van 1907-

1913 mocht niet in 1917 alle kans op herovering van onze positie

afsnijden. 'Er heeft zich onder voorgang van den sinds 1908 destijds

opgetreden Minister-President, almeer een doen geopenbaard, dat

feitelijk mijn leiderschap ignoreerde.'

Maar niet alleen Heemskerk werd aangevallen.

Mr. J.J. de Waal Malefijt had in zijn proefschrift over De eed

ter beslissing van het geding, in 1907 aan de VU verdedigd, een

standpunt ingenomen, dat afweek van Ons Program van Kuyper. De

heren Anema en Diepenhorst van de juridische faculteit werden na

acht jaar voor dit droeve feit alsnog door Kuyper ter verantwoor-

ding geroepen.

Kuyper vroeg zich in verband met het niet onvoorwaardelijk

volgen van zijn Ujn een en ander af. Volgens zijn berekening zou de

VU 100 in plaats van 38 juridische studenten moeten tellen:

Dat een der oorzaken hiervan schuilen kon in de veelvuldige en

alzijdige critiek, die van deze faculteit over de Antirevolutionaire Partij

uitgaat, is niet geheel ondenkbaar. Wat een student uit onze kringen

voor alle dingen bij de hoogleeraren aan de Vrije Universiteit hoopt te

vinden, is bezieling, warme geestdrift, tintelende sympathie bij den strijd,

dien we in ons politiek leven tegen onrecht en ongerechtigheid te

voeren hebben. En als men dan geen inwerking van die bezieling op

het studentenleven vindt, maar veeleer critiek verneemt die koel maakt,

is het dan zoo onbegrijpelijk, dat men aan de hoog gespannen verwach-

ting, waarmee men naar de Vrije Universiteit opgaat, juridisch te weinig

vindt beantwoord?

Kuyper meende dat er de laatste jaren op juridisch terrein niet

voortdurend op de gereformeerde beginselen was gelet. Dat

Heemskerk zich wel eens in De Rotterdammer van Anema en

Diepenhorst tegen Kuyper en De Standaard verdedigde, zat Kuyper

69

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen