Pionieren toen en nu. De geschiedenis van het Paedologische Institutuut in Amsterdam 1931-1989. - pagina 51
De geschiedenis van het Paedologische Instituut in Amsterdam 1931-1989
dit werk behoorde ook de voorbereiding van opname en
vertrek. Al met al een bonte verzameling van pedagogisch,
psychologisch, medisch en sociaal werk.
Wat betreft het universitaire werk kreeg Waterink een
groot aantal opvolgers. Eén daarvan is De Wit. Het gedeel-
te wat hij overneemt van de leerstoel van Waterink is het
terrein van de problemen bij kinderen en jeugdigen. De
leeropdracht die De Wit meekrijgt als lector (1962) en later
als hoogleraar (1967) luidt dan ook: de ontwikkelingspsy-
chologie, de pedologie en de speciale pedagogiek. Aange-
zien deze leeropdracht wel erg groot is vallen de speciale
pedagogiek en de ontwikkelingspsychologie in de loop der
jaren grotendeels af als werkgebied. Daardoor kan De Wit
zich blijven concentreren op de pedologie, wat gezien zijn
positie als directeur van het p.i. natuurlijk niet vreemd is.
Door uitbreiding van het wetenschappelijk werk wordt het,
beginjaren zestig, ook mogelijk een begin te maken met
systematische praktijk-research. Het research-centrum
onder leiding van Bakker start een omvangrijk onderzoek
naar leesstoornissen. Het vervolg van het werk van Bakker
is een succes. Hij blijkt een verband te kunnen vinden tus-
sen bepaalde hersenfuncties, of beter gezegd het uitblijven
van bepaalde hersenfuncties, en een aantal ernstige lees-
stoornissen. Zijn theorie is overal zeer bekend en nu wordt
geprobeerd door stimulatie van bepaalde hersenfuncties
deze leesstoornissen alsnog te verhelpen. Zo komt het vak-
gebied neuropsychologie van het kind van de grond.
De relatie met de universiteit wordt in deze periode
nieuw leven ingeblazen doordat belangrijke aspecten van
de praktijkopleiding van doctoraal-studenten worden ver-
zorgd door het instituut. Daarnaast werd door De Wit aan
de universiteit een afdeling, de latere vakgroep, opgebouwd
die onderwijs en onderzoek op het terrein van de leerop-
dracht moest vorm geven. Geleidelijk aan groeit er een
taakverdeling waarbij de theoretische en methodologische
aspecten van het vakgebied en praktijkvelden die niet door
het instituut werden bestreken - zoals bijv. het terrein van
de zwakzinnigenzorg - door de vakgroep werden onderwe-
zen en waarbij de praktijkvakken (incl. stages), uiteraard
onder uiteindelijke verantwoordelijkheid van de universi-
49
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989
Publicaties VU-geschiedenis | 72 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989
Publicaties VU-geschiedenis | 72 Pagina's