Vormen, vorming, gevormd - pagina 102
De Disputorenraad en het Vormingscentrum aan de Vrije Universiteit, 25 jaar retroperspectief
bleek dat alleen ervaren raadsleden met de vragen goed uit de voeten konden. Het
vroeg te veel van beginnende raadsleden en het was de dood in de pot voor de
discussie.
5. Het verdiepen van de inhoudelijk politieke ervaring bij sterke raadsfracties aan de
hand van concrete thema's. Bij minder sterke of beginnende fracties werden de
thema's gebruikt om duidelijk te maken hoe een goede strategie-tactiek in de raad
werkt.
6. Discussie- en vergadertechnieken; training in vaardigheden om te spreken, moties
in te dienen en te lobbyen. Deze werden bijvoorbeeld met rollen- of simulatiespe-
len geoefend aan de hand van thema's die in de raad aan de orde kwamen. Maar
ook hier prevaleerde de inhoud boven de vorm.
7. Het bepreken van de standpunten van studenten (en van de andere raadsleden) over
belangen van studenten en het algemeen (subfacultair/universitair) belang: hoe
verdedig je studentenbelangen wanneer voortdurend een beroep vanuit het alge-
meen belang wordt gedaan om de studentenbelangen niet altijd (nooit) te laten
voorgaan?
De volgende punten kwamen in de meeste trainingen aan de orde:
• (verschillende opvatdngen over) de verhouding raadsleden - achterban
• actuele kwesties in de raad
• politieke verhoudingen binnen en buiten de raad
• vergader- en discussieproblemen
• strategie/tactiek/uitvoering
Als middelen werden gebruikt: vergaderstukken van de SRVU en Hilaritas (studen-
tenvakbond bij de pedagogen/andragogen) over raadswerk en vakbondspolitieke
thema's (bijvoorbeeld herstructurering); rollenspelen/simulatiespelen; door de betref-
fende studentenfractie zelfgeschreven vergaderstukken over een thema; evaluaties van
fractievergaderingen en raadsbijeenkomsten door studenten zelf of door trainers die een
raadsvergadering hadden bijgewoond.
In het begin was de aanpak vrij strak en scholend. Later werd op grond van slechte
ervaringen met de strakke opzet de training wat vrijer en opener opgezet, met meer
mogelijkheden om de training te laten leiden door de feitelijke situatie en door de wensen
van de studentenfractie van dat moment. Ook werd de binding met de SRVU-lijn losser.
Naast de genoemde aanpak werden eind jaren zeventig, begin jaren tachtig ook
individuele vaardigheden bij het uitoefenen van het raadswerk getraind. Er werd aan-
dacht besteed aan de angst om in een officieel orgaan te spreken, aan de angst om "op
gelijke voet" met hoogleraren om te gaan, aan de onderlinge wrevels en verwijten over
wat er allemaal misging. En er ging vaak veel mis, wat nieuwe vragen met zich
meebracht: hoe kun je open met elkaar praten over de fouten? Wat zijn ieders sterke en
zwakke kanten in het raadswerk?
Commentaar
Opvallend bij de raadsledentrainingen en bij de meeste andere trainingen was dat in de
trainers vergaderingen zelden of nooit werd gesproken over trainerscapaciteiten en over
problemen bij de uitvoering van de training. De nadruk lag ook daar op de inhoudelijke
lijn, op de vraag hoe die gezien moest worden. Van belang waren de middelen om een
goed resultaat in de raden te bereiken. De vragen: wat doe ik als trainer eigenlijk? Hoe
doe ik het, wat zeg ik, wat laat ik, wat zijn de reacties op mijn aanpak? Hoe pak ik een 100
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1991
Publicaties VU-geschiedenis | 160 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1991
Publicaties VU-geschiedenis | 160 Pagina's