Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 212
houdingen binnen de universitaire gemeenschap onder de nieuwe bedeling vanaf
het begin ernstig belast. Er ontstaat wantrouwen jegens de goede wil van de voort-
aan "almachtige" besturen en dat wantrouwen uit zich concreet als al spoedig de
vaststelling van nieuwe faculteitsreglementen aan de orde is. Ook binnen de FdA
ontstaan er spanningen rondom het concept faculteitsreglement. Een ontwerp van
een daartoe m het voorjaar van 1998 binnen de faculteit ingestelde commissie
wordt onder invloed van de opstelling van het CvB grotendeels van tafel geveegd
en het faculteitsbestuur zadelt zichzelf op met een nieuw concept waarin de
invloed van de medezeggenschapsorganen sterk wordt beperkt. De positie van de
CV, die instemmingsrecht heeft ten aanzien van het faculteitsreglement, is echter
sterk. Een eindeloze strijd, met alle negatieve gevolgen van dien voor de verhou-
dingen binnen de faculteit, lijkt in het verschiet te liggen.
In die omstandigheden is het aangekondigde onderzoek naar clustering een extra
belastende factor in de verhoudingen Meer dan door het WP kan het perspectief
van het verdwijnen van de eigen faculteit juist door het OBP, dat in de OC sterker
vertegenwoordigd is dan m de voormalige faculteitsraad^', als bedreigend worden
ervaren Bedreigend met betrekking tot de eigen groepsidentiteit, maar ook
bedreigend ten aanzien van de eigen onafhankelijke organisatorische positie en,
voorzover er sprake zou kunnen zijn van samenvoeging van diensten, zelfs ten
aanzien van de eigen arbeidsplaats. Eind januari 1999 heeft de decaan een ver-
210 trouwelijk onderhoud met de voorzitter van de OC, Vugts, waarin hij toezegt zich,
met name ook op het vlak van het faculteitsreglement, te willen inzetten voor een
verbeterde relatie met de medezeggenschapsorganen. Tegelijk vraagt hij begrip
voor het feit dat de verhoudingen tussen faculteitsbestuur en directeur-bedrijfs-
voering een dieptepunt hebben bereikt en dat dat veel van de bestuurlijke energie
opeist. Sinds augustus 1998 is de relatie tussen bestuur en directeur met verbeterd.
Integendeel, kleinere en grotere conflicten m de sector gebouwbeheer blijven zich
opstapelen, maar ook op andere terreinen, met name ten aanzien van de ontwikke-
ling van de toponderzoeksschool ISES, voelt het bestuur zich tegengewerkt. Voor
het faculteitsbestuur is de loyaliteit van de directeur-bedrijfsvoering rechtstreeks in
het geding. Op donderdag 18 februari 1999 barst de bom. Rechtstreekse aanlei-
ding IS het optreden van de directeur op een bijeenkomst op 17 februari, waarin
het faculteitsbestuur de hoofden van de ondersteunende diensten voorlicht over
de in's en owt'5 van een mogelijke clustering. Nadat de decaan de bijeenkomst
wegens andere verplichtingen heeft verlaten maakt de directeur-bedrijfsvoering, in
het bijzijn van de diensthoofden, het faculteitsbestuur ernstige verwijten Daarmee
IS een grens overschreden De volgende dag zegt de decaan jegens het universi-
teitsbestuur het vertrouwen in de directeur-bedrijfsvoering op Diezelfde dag wordt
de directeur-beheer de facto op non-actief gesteld. Op maandag 22 februari wordt
de facultaire gemeenschap op de hoogte gesteld. De reacties wisselen sterk. Bij
het WP IS er, voorzover men zich over de affaire al erg druk maakt, veelal sprake
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's