Voor bepaalde tijd. Lustrumboekje Faculteit der Letteren 2005 - pagina 54
V o o r b e p a a l d e t i j d
nummer klopte niet, dat was in mijn herinnering 112 en niet 114.
Terug in Amsterdam ben ik er even langsgelopen. Het klopte. Van
Eeghenstraat 112, in de jaren zestig het vriendelijke onderkomen
van dat curieuze samenstel van geleerden en studenten van meest-
al gereformeerde huize dat de Faculteit der Letteren toen was, had
zichzelf in de opgang der tijden vermenigvuldigd tot de luxueuze
appartementen nrs. 112 tot en met I 36. Het was toch het laatste
huis van de straat - die twaalf nieuwe nummers konden zich dus
gemakkelijk opschroeven zonder op tegenstand te stuiten.
Ik zal Redbad Fokkema hier af en toe aanroepen als mijn geleide
bij deze terugblik op mijn vierenveertig jaar Faculteit der Lette-
ren - de Redbad uit de tijd van de Van Eeghenstraat en van zelfs
nog daarvoor. Eigenlijk ga ik het hier vooral over de jaren zestig
hebben, met af en toe het perspectief van later. Ik moet eraan
toevoegen dat de Faculteit der Letteren, in elk geval tot ik in I 989
hoogleraar werd, voor mij vooral op papier existenteerde en op
geen enkele manier te vergelijken was met iets als de opleiding
Nederlands, die een thuis was, een gemeenschap en een lastig,
maar levend geval. Via Redbad en hoe hij zich zorgzaam en wel
met mij als een net één generatie jongere student bemoeide, zijn
een paar dingen op te roepen waarvan ik denk dat ze tekenend
zijn voor de manier waarop we - althans ik - toen studeerden,
begin jaren zestig. Het verschil in leeftijd tussen ons was net groot
genoeg dat we nooit hetzelfde college hebben gevolgd, maar juist
dat leeftijdsverschil maakte het ook mogelijk dat Redbad een soort
mentor voor mij kon gaan worden. Hij was een tijdlang inderdaad
zoiets als mijn geleide.
In september 1960 begon ik mijn studie Nederlands aan de VU;
de eerste drie maanden nog aan de Keizersgracht, in januari 1961
werd het gebouw aan de Van Eeghenstraat in gebruik genomen.
Ons jaar gold als tamelijk groot, het waren, meen ik, negen studen-
ten. Zes jongens, drie meisjes (met een daarvan ben ik getrouwd).
We zouden wel leraar worden, vermoedelijk, maar daar hadden we
het nooit over. In één ochtend had ik, met een lijstje beschikbare
kamers op zak door de stad fietsend onder geleide van een ou-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 74 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 74 Pagina's