Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 403
De Vrije Universiteit 1880-2005
delijk waren voor de goede naam van de Vrije Universiteit.33^ Het College van Bestuur,
het verenigingsbestuur en het College van Decanen achtten deze argumenten niet vali-
de, en de benoeming ging dan ook door. De Kamper hoogleraar J. Douma kwam de nieu-
we stoel bezetten. De hele gang van zaken herinnert enigszins aan het verzet van de theo-
logische faculteit tegen de komst van Schelhaas en Arntzen als privaat-docenten in de
jaren zeventig. We streven hier pluriformiteit na als een groot goed, zei UR-lid W.T.G.
Haan, en daarom kunnen we geen mensen accepteren die dat niet doen.33? Ook dat lijkt
veel op de affaire-Schelhaas en Arntzen.
Sindsdien was de theologische faculteit nogal veranderd. 'De Vrije Universiteit heeft
veel van haar oude glans verloren,' aldus het nogal strenge oordeel van de in 1989 opge-
treden verkenningscommissie theologie; dat ze niettemin toch een redelijke publicatie-
score haalde, was te danken aan een kleine groep zeer productieve onderzoekers. Een
gunstige beoordeling kregen kerkgeschiedenis, informatica en ethiek.34 Eén nieuweling
dus, de informaticus E. Talstra, tussen twee coryfeeën: Augustijn, die in 1986 een bio-
grafie van Erasmus in het licht zond - geflankeerd door Ulrich Gablers biografie van
Zwingli - en Kuitert, die voortging de christelijke traditie op haar deugdelijkheid te
onderzoeken. Stap voor stap verwijderde hij zich van zijn oude uitgangspunten. In Het
algemeen betwijfeld christelijk geloof (iggz) ontkende hij het bestaan van geopenbaarde
waarheden. In Over religie (2000) verwierp hij de voorstelling van God als persoon.
Sindsdien schreef hij dat woord met een kleine letter.3+'
Al die verschuivingen in het denken van één hoogleraar bevestigen, dat vrijzinnige
theologie de neiging heeft snel te verouderen. Kuiterts tijd is voorbij, oordeelde W. Sto-
ker, de laatste redactievoorzitter van het intussen opgeheven Gereformeerd Theologisch
Tijdschrift; 'nu is er weer meer aandacht voor de eigen aard van de christelijke ethiek'.3't2
Zo slingerde de pendel naar de rechterzijde. De godsdienstsocioloog G. Dekker consta-
teerde het bij zijn afscheid in 1996. In de jaren zeventig waren de studenten van de theo-
logische faculteit zeer kritisch. De kerk moest zich in dienst stellen van een maatschap-
pelijk doel, de radicale verandering van de samenleving. 'Nu zijn meer studenten
evangelisch of orthodox georiënteerd.'343 Dan zouden ze ook vragen om andere begelei-
ding. De godsdienstfilosoof H.M. Vroom was bereid met hen mee te gaan. De theologi-
sche opleiding moest weer echt christelijk worden. Dat sloot kritisch denken niet uit,
'maar de vraag is binnen welk kader er kritisch wordt nagedacht'. Docenten zouden
onderwijs moeten geven vanuit hun geloof Dat ging de nieuwtestamenticus J.S. Vos
'absoluut te ver'. Studenten moesten het materiaal ontvangen om eigen geloof of onge-
loof te verantwoorden.344
Het verschil in bedoeling is duidelijk, maar in beide gevallen staat wetenschap in
dienst van geloof Volgens de Leidse hoogleraar A. van de Beek waren geloof en theolo-
gie onafscheidelijk. 'Slechts de gelovige die God kent, kan theologische wetenschap be-
drijven. Slechts de mens, die overmand is door de goddelijke Geest, kan wetenschappe-
lijk meepraten over God. Ieder ander is óf bezig met iets anders dan theologie,
PRIVATISERING VAN GELOOF 19802005 399
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's