Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 216
met de portefeuillehouder onderwijs in het faculteitsbestuur zullen o p e r e r e n " . Met
betrekking tot de ondersteunende diensten is de opstelling van de FdA dominant.
De status quo wordt gehandhaafd. Erkend wordt dat ook het binnen Aardweten-
schappen gehanteerde organisatiemodel (OBP ondergebracht in diensten onder de
de directeur-bedrijfsvoering) merites heeft en de eerdere toezeggingen van het
FdA bestuur (geen gedwongen samenvoeging van diensten vóór 2004) worden
integraal gehonoreerd. Last but not least, worden er financiële afspraken gemaakt.
De bestaande verhouding van de B-delen Biologie, Aardwetenschappen en IVM zal
gedurende vijfjaar gehandhaafd blijven. De onderwijsmiddelen (personeel en
exploitatie) zullen worden verdeeld naar rato van het aantal onderwijsvragende
studenten. En uitgangspunt is dat ingebrachte vrije reserves" zoveel mogelijk
benut zullen worden ten behoeve van de inbrengende partij. Daarnaast zullen de
drie fusiepartners gezamenlijk in de periode 2001-2005 in totaal Mf 7 vrij maken
voor een "vrij besteedbare" beleidsruimte voor de nieuwe faculteit^". Na een voorzet
van voorzitter en externe adviseur bereikt de Stuurgroep dat het CvB zich bereid
verklaart dit bedrag, als "bruidsschat", te matchen met in totaal Mf 3.5, primair ten
behoeve van de (overigens reeds toegezegde) versterking van de gamma-component
binnen het IVM.
214 Clustering: van eindrapport naar implementatie
Eind maart 2000 verschijnt het eindrapport (versie 1) van de Stuurgroep. Dan is,
voorzover daarover al twijfel bestond, via een enquête van Ceoscoop inmiddels
duidelijk geworden hoe de hazen binnen de faculteit lopen. Zo'n 30% van het per-
soneel reageert op de enquête en niet meer dan 5% van de studenten. Ruim de
helft van die reacties is negatief ten aanzien van clustering en van de rest voelt het
merendeel zich onvoldoende geïnformeerd. In het licht van die resultaten moet het
positieve oordeel dat het Convent van Afdelingshoofden (CvA) begin april over het
eindrapport uitspreekt vooral gezien worden als een gebaar van loyaliteit in de
richting van het faculteitsbestuur en als een signaal omtrent de interne verhoudin-
gen binnen de faculteit, waarop hieronder nader wordt ingegaan. Voor de voort-
gang van het proces is echter niet het oordeel van het CvA maar dat van de OC
bepalend. Naar aanleiding van een eerste overleg met de OC spant het faculteits-
bestuur zich in voor een aantal aanpassingen in het eindrapport. Op 20 april 2000
verschijnt een 2" versie. Na voortgezet overleg verwoordt de OC zijn eindconclusie
in een schrijven van 10 mei 2000: "De meerwaarde wordt nergens echt duidelijk
gemaakt en dat volumevergroting het probleem van kwetsbaarheid zou verminde-
ren is niet overtuigend". De OC adviseert tegen clustering en beveelt aan zo spoe-
dig mogelijk de vernieuwing van de faculteit in eigen hand te nemen. De reacties
van de OC's van Biologie en IVM zijn kritisch, maar in hun eindoordeel geven de
betreffende commissies het eindrapport uiteindelijk het voordeel van de twijfel.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's