Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 224
De Vrije Universiteit 1880-2005
gen van SSR of de katholieke studentenverenigingen vertoonde hij zich niet. Klaarblijke-
lijk werd de Vrije Universiteit nu gelijkgesteld met de openbare instellingen, en kon het
corps van die positieverbetering profiteren. Het begon dan ook in omvang en gedrag ge-
lijkenis te vertonen met de andere corpora. Dat bedoelde Vollenhoven, toen hij in zijn
jaarrede van 1952 constateerde dat alle pogingen in het gezelligheidsleven een eigen le-
vensstijl te vertonen op grote innerlijke moeilijkheden stuitten.^^^ De studenten zelf er-
kenden dat in de eerste jaren na de oorlog een zekere verruwing was opgetreden, die zich
met name in de groentijd manifesteerde.^^^
Er werd niet eens zoveel gedronken. Althans de in 1952 aangekomen P.J.D. Drenth
maakte het nauwelijks mee, al was het maar omdat de meesten over weinig geld beschik-
ten.^34 De klachten over de groentijd keerden nu echter haast ieder jaar terug en vonden
steeds meer weerklank bij de hoogleraren. Was het voor de oorlog alleen Wille geweest
die voor afschaffing had gepleit, in een senaatsvergadering van november 1951 lagen de
verhoudingen omgekeerd. Slechts A. Sizoo nam het nog voor het corps op. Misstanden
waren nu eenmaal niet uit te bannen, 'er zijn altijd 5 procent aterlingen'.^^5 Maar vooral
voor de oud-leden van ssR was de maat vol. Volgens Zijlstra ging het niet om incidenten.
Het hele corps was geestelijk ongezond. Koksma wees op het onuitroeibare kwaad van
de blasfemie. Van Dalen wilde alle relaties verbreken, vermaningen hielpen toch niet.
De besturende colleges achtten een grens bereikt. Donner en Schouten - geen van bei-
den oud-student van de Vrije Universiteit - wilden de groentijd afschaffen. Maar uitein-
delijk kreeg het corps nog één kans.^^^ Die heeft het gegrepen. In 1952 kwam geen enke-
le klacht binnen.^37 In 1953 liep het alweer fout.^^s G.J. Sizoo, nog een sSR-man, stelde in
zijn jaarrede de eis dat het lichamelijk groenen moest worden uitgebannen.^^9 Het corps
voldeed onmiddellijk aan die wens'**", en opnieuw bleek het schijn. Eén noviet moest in
1955 al direct na de eerste dag met een hersenschudding in het ziekenhuis worden opge-
nomen. Zijn moeder herinnerde niet zonder cynisme aan de leus van Vrouwen vu-Hulp:
'Wij vrouwen helpen nu, straks helpen d'artsen u.'*'*"
In het kader van de verruwing moeten we ook het ontstaan plaatsen van de Vereniging
van Vrouwelijke Studenten aan de Vrije Universiteit. Toen de corpsleden op 31 januari
1946 de verjaardag van prinses Beatrix vierden, gaven ze zo duidelijk te kennen dat de
dames niet langer welkom waren, dat het vrijwel onmiddellijk leidde tot een onherstel-
bare breuk.''*^ Zo kwam de wsvu tot stand, onder de zinspreuk 'Progrediamur Favente
Deo'. Er waren toen genoeg meisjesstudenten voor een afzonderlijke vereniging, en er
was eveneens organisatorisch talent voorhanden. De faculteitsvereniging letteren kende
in de persoon van M.H. Schenkeveld reeds in 1948 een vrouwelijke praeses^+3^ ook in
den lande toen beslist nog een zeldzaamheid. Desondanks rijst geen beeld van krach-
tig leven voor ons op, alsof een specifiek vrouwelijke studentenstijl moeilijk tot ontwik-
keling kon komen. Slechts eenmaal trad een spreekster voor ons op, stelde praeses
G. Schaafsma in haar jaarverslag vast, en verder waren het mannen, omdat 'met name in
onze kring weinig hiervoor geschikte personen te vinden zijn'.^"** Wel nam haar opvolg-
220 EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's