Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 229
wetenschappen (de mondelinge rapportage door de commissie heeft al wel plaats-
gevonden) een aantal, beperkte, aanpassingen in het propedeutisch onderwijspro-
gramma gerealiseerd. Met de opname van een onderdeel hydrologie en toevoeging
van een stuk geomorfologie aan het bestaande onderdeel bodemkunde wordt het
overheersend geologisch karakter van de propedeuse enigermate afgezwakt.
Vanuit de vakgroep HKL wordt tevens aangedrongen op een differentiatie in het 1 ' -
jaars zomerveldwerk. Het bestaande veldwerk in Zuid-Europa wordt, zeker nu de
gemeenschappelijke propedeuse ook voorbereidt op de studie milieuwetenschap-
pen, als te specifiek geologisch ervaren Praktisch zou dat, omdat binnen de pro-
pedeuse geen differentiatie mogelijk i s " , betekenen dat het veldwerk naar de
maand september (d w z. het 2e studiejaar) zou moeten worden verplaatst. Zover
komt het, ook gezien alle praktische implicaties, niet Dat neemt niet weg dat het
punt als zodanig bij HKL gevoelig blijft liggen en dat het nog herhaaldelijk in de
discussie over het basisonderwijs zal terugkeren. Intussen resulteert het ontwikke-
lingsproces van de opleiding milieuwetenschappen in het najaar van 1992 in de tij-
delijke aanstelling van een specifiek hiermee belaste onderwijsmedewerker (Van
Huissteden). Rond de jaarwisseling 1992/93 wordt met de in 1991 nieuw benoem-
de directeur van het Instituut voor Milieuvraagstukken, Vellinga, een overeenkomst
afgesloten voor een beperkte bijdrage zijnerzijds aan het onderwijs en het, nog te
entameren, onderzoek op het terrein van de milieuwetenschappen In april 1993
wordt het 4''-jaars programma milieuwetenschappen door de Raad vastgesteld, 227
waarin liefst acht verschillende, aardwetenschappelijke dan wel biologische diffe-
rentiatiepakketten zijn opgenomen. Dat dat alles, ook roostertechnisch, behapt
kan worden op basis van bestaande studieonderdelen begint illusoir te lijken en
vanaf 1994 moet geconstateerd worden dat de belangstelling voor de studie
milieuwetenschappen niet overmatig groot is^'. De eerste tekenen dienen zich aan
dat de kosten-baten verhouding bij milieuwetenschappen wel eens omgekeerd zou
kunnen uitvallen ten opzichte van wat beoogd was Voorlopig zetten beide facultei-
ten echter door.
Per 31 augustus 1993 wordt de nieuwe WHW (Wet op het Hoger Onderwijs en
Wetenschappelijk Onderzoek) van kracht Dat leidt onder andere tot een nieuwe
opzet voor de examencommissies de faculteit zal voortaan nog slecht een exa-
mencommissie kennen voor alle examens (propedeuse, doctoraal geologie, docto-
raal fysische geografie en doctoraal milieuwetenschappen-aardwetenschappen^'').
De taak van de examencommissie wordt bovendien verzwaard met het verstrekken
van studieadviezen aan het einde van het eerste studiejaar en het verschaffen van
informatie aan het CvB ten behoeve van de tempobeurs Voorts verplicht de nieu-
we wet de faculteit tot het opstellen van, door de faculteitsraad vast te stellen,
gedetailleerde Onderwijs- en Examenregelingen (OER's) voor iedere opleiding
afzonderlijk. In de nieuwe systematiek gaan de studierichtingscommissies over m
opleidingscommissies. De studiecoƶrdinator, Griede, is m die periode gedemoti-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's