Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 169
als een internationaal centrum voor de beoefening van de mariene geologie. Van
Hinte ontwikkelt goede relaties met het departement, dat in het "Wetenschaps-
budget" voor 1981 en volgende jaren het belang van de mariene geologie benadrukt.
De positie van Nederland als 'zeevarende natie' en de verwachte technologische
spin-off van het marien-geologisch onderzoek spelen daarbij een belangrijke rol.
Van Hinte was er de man met naar om zich veel gelegen te laten liggen aan de
bestuurlijke hiƫrarchie. De Wetenschappelijke Raad van het Beleidsorgaan, maar
ook het subfaculteitsbestuur, ervoer hij als hinderlijke entiteiten. Hij deed, m
nauwe samenwerking met de UvA, bij voorkeur rechtstreeks zaken met Colleges
van Bestuur of, beter nog, met het Departement. Het oog werd gericht op een zelf-
standig Marien-geologisch Centrum, zo weinig mogelijk gehinderd door de univer-
sitaire bureaucratie (waaraan overigens wel een belangrijke financierende functie
werd toegedacht)
In de nadagen van het Beleidsorgaan (1980/81) blijkt Utrecht volledig verrast door
de ontwikkelingen, met name door de voorgenomen benoeming van een hoogleraar
m de mariene geologie aan de UvA (zie ook hoofdstuk 2) Een substantieel subsidie
van Wetenschapsbeleid aan de Amsterdamse concentratie doet extra pijn. In de
jaren 1982 en 1983 bevestigen rapporten van de Adviesgroep Marien Aardweten-
schappelijk Onderzoek van de NRZ (Nederlandse Raad voor Zeeonderzoek) en van
een ad-hoc commissie Mariene Aardwetenschappen het belang van de ontwikkeling i67
van het marien-geologisch onderzoek, waarbij met name gekeken wordt naar
Amsterdam. De paleontologie-stratigrafie groeperingen aan UvA en VU zijn in-
middels druk bezig een interuniversitaire werkgroep mariene geologie gestalte te
geven. Het bestuurlijk vertrouwen daarin is voor wat de VSF betreft vooralsnog
gematigd De recente geschiedenis kan gemakkelijk het vermoeden oproepen dat
de UvA, onder de noemer mariene geologie, alsnog probeert de implicaties van de
landelijke herstructureringsovereenkomst zoveel mogelijk te redresseren^" Bij de
loyaliteit van Van Hinte worden soms vraagtekens geplaatst De eerlijkheid gebiedt
om achteraf vast te stellen dat Van Hinte, onbelast door de moeizame UvA-VU relatie
uit het verleden, in feite niet anders doet dan zich op creatieve wijze inzetten voor
het gestalte geven aan de overeengekomen complementaire samenwerking^'.
Ondanks een zekere achterdocht werkt de subfaculteit uiteindelijk mee aan het tot
stand komen van een beheersreglement en een bestuursreglement voor de UvAVU-
werkgroep Maar wanneer m de loop van 1982 duidelijk wordt dat het nationaal
gezien wenselijk is ook de Rijks Geologische Dienst (RCD), het Nederlands
Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en de Utrechtse universiteit bij de ontwik-
kelingen te betrekken, dan is dat voor de VSF geen punt Hoe meer spelers, hoe
minder risico voor een dominante invloed van de UvA
In de winter van 1983 worden de ontwikkelingen doorkruist door de TVC-operatie.
De geologie aan de UvA zal, naar het zich laat aanzien, worden opgeheven en wor-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's