GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 56

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 56

De Vrije Universiteit 1880-2005

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

dat ook den eenvoudigen deze geesteskracht is toebedeeld?'^54 Zij zouden niet bestand

zijn tegen een prediking die steunde op kritische theologie. Daarom was christelijke we-

tenschap een publiek belang, dat niet alleen de studeerkamers raakte. 'Ons volk moet

worden gered,' zei Fabius in zijn rectorale rede van 1890; de maatschappij is ernstig ziek,

en heeft behoefte aan mannen die haar willen dienen, mannen die het volk liefhebben en

zich de tijd en moeite willen gunnen het te leren begrijpen.^55 En daartoe moest hun

worden uitgelegd, waarom de Vrije Universiteit ook hen aanging, en waarom zij de val-

se wetenschap moesten verwerpen.

Hoe klemmend de zaak was, blijkt misschien wel het beste daaruit, dat de noodzaak

van christelijk hoger onderwijs niet eens het sterkst benadrukt werd in de redevoeringen

op elke jaarvergadering. De boodschap was er dan altijd al ingebracht in de bidstond op

de voorgaande avond. 'Er is tweeërlei wetenschap,' zei ds. Klaarhamer in 1890, 'die des

geloofs en die van het ongeloof, die beide niet vereenigd kunnen worden, niet beide op

één school gedoceerd.' De wetenschap van het ongeloof heeft kerk en staat voor zich ge-

wonnen. Maar 'wij behooren niet aan de goden der eeuw; uit hun macht moet het volk

verlost worden'. Daarom, aldus ds. P. Biesterveld in 1898, kent onze tijd 'het machtig

ideaal eener calvinistische universiteit'.^s*

Waarom zo machtig.' Omdat hier de wapens gesmeed werden voor de strijd tegen de

liberale wetenschap. Een geliefd beeld was dat van het oude Israël in de dagen van Saul,

toen er geen smidse was in het hele land, en ieder genoodzaakt was zijn gereedschap door

de Filistijnen te laten bewerken.^" Zo waren de calvinisten gedwongen geweest hun we-

tenschap te halen bij de tegenstanders. Daar konden ze niet echt geholpen worden.

Waarin het verschil precies zat legde Th. Heemskerk uit in de vergadering van 1901.

Aan de rijksuniversiteiten wordt de beste man tot hoogleraar benoemd, ongeacht zijn

richting. Dat is een verkeerd uitgangspunt. Wetenschap bestaat in het rechte begrip van

de onderlinge samenhang der dingen. Men moet altijd opklimmen tot het centrale punt,

'van waaruit die samenhang vloeit, als de stralen van een cirkel naar den omtrek, tot

God, uit Wien alle dingen zijn'. Anders kan men niet meer doen dan in de omtrek van de

cirkel brokstukken verzamelen langs empirische weg. 'Het blijft kennis, het wordt geen

wetenschap.' Een verzameling losse stenen, maar geen huis.^'S

Deze wijsgerige verklaring lijkt wel de meest gangbare te zijn geweest. Haar sterke zij-

de is dat ze gemakkelijk valt uit te leggen, en zich dus goed leent voor popularisatie. De

zwakke zijde is dat de consequenties voor elk wetenschapsgebied afzonderlijk niet steeds

evident zijn. Met dat probleem zouden vooral volgende generaties te worstelen krijgen,

toen men ging verlangen naar concrete toepassingen. Het was echter ook al in deze jaren

van praktisch belang, omdat in de Vereeniging de ledenvergadering uiteindelijk de

hoogste autoriteit was. Zouden de leden in staat zijn met behulp van dit eenvoudige

principe goed te onderscheiden tussen waar en vals.' Het is vooral Fabius geweest, die

deze vraag altijd bevestigend heeft beantwoord. Men moest niet spotten met 'brave bur-

gers', die over wetenschap te beslissen kregen.^S9 Groen van Prinsterer had het al ge-

52 EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's

Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 56

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's