GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 149

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 149

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

4 Vollenhoven in de schaduw van kritiek 145

hun tijd. In de achttiende eeuw, de eeuw van de verlichting, traden denkers op die be-

zig waren met praktische vormen van rationaliteit. Verder kon men in de negentien-

de en twintigste eeuw achtereenvolgens onder meer idealisme, positivisme, levensfi-

losofie en existentialisme onderscheiden. Vollenhoven onderscheidde tenslotte

ongeveer zestig tijdsstromingen die betrekking hadden op de antwoorden die men-

sen gaven op de fundamentele vragen van hun tijd.

Hij wilde duidelijk maken dat er een verband bestond tussen filosofische concep-

ten en tijdgebonden denkstromingen. Filosofische concepten, die in verschillende

perioden van de geschiedenis van de filosofie voorkwamen, konden (en werden

meestal) in elke periode verschillend uitgewerkt, terwijl hun basisstructuur behou-

den bleef. Dit laatste maakte een vergelijking van een bepaald filosofisch concept in

verschillende perioden mogelijk." Zo zag hij bijvoorbeeld een structurele gelijkenis

tussen een door Merieau-Ponty gehanteerd type van denken en een denktype uit de

Griekse oudheid; in Albert Einsteins denken zag hij een basisstructuur die herken-

baar was in een spinozistische traditie, en de basisstructuur van John Dewey's den-

ken stond via Darwin en Hobbes in de lijn van Ockham. En juist deze idee van een

basisstructuur bracht hem ertoe om in de verticale kolommen te spreken over typen

van denken. Verschillen tussen denktypen zouden belangrijke verschillen van in-

zicht in de structuur van de werkelijkheid aan het hcht brengen.^^

D e publicatie van het eerste deel van Vollenhovens Geschiedenis der wijsbegeerte

oogstte lof en bewondering bij zijn geestverwanten, maar kreeg een vernietigende

kritiek van enkele collega's van andere universiteiten. D e hoogleraar antieke filoso-

fie in Utrecht, prof.dr. Cornelia J. de Vogel, schreef in een recensie dat Vollenho-

ven een 'gemis aan congenialiteit' met het Griekse denken toonde. Zij vervolgde dat

het 'een ernstige en principiële fout was o m te beginnen met de opstelling van een

systeem van categorieën en vervolgens de nog te interpreteren stof onder deze cate-

gorieën te rubriceren'. Verder merkte zij op dat Vollenhoven in een bepaalde inter-

pretatie 'dwaalt, en wel vrij ernstig dwaalt', dat zijn verhandehng over verscheidene

filosofen 'inadequaat' was en dat hij zodoende tot een 'zeer onevenwichtig oordeel'

was gekomen.^'' Een van Vollenhovens studenten, Th. de Boer, vond de Geschiede-

nis na bestudering een problematisch boek. Hij erkende dat Vollenhoven hier en

daar rake typeringen gaf, maar hij had moeite met typen van denken in de verti-

cale k o l o m m e n naast de horizontale tijdstromingen. Zo typeerde Vollenhoven, op

grond van zijn indeling van monisme en dualisme, Descartes en Husserl als monis-

ten, omdat aan de tweeheid van lichaam en ziel een gemeenschappelijke oorsprong

ten grondslag zou liggen. O m dit te zien, moest men volgens D e Boer op een be-

paalde manier 'genetisch' denken.'' N a bestudering van Vollenhovens boek schreef

D e Boer in zijn exemplaar het puntdichtje van Nicolaas Beets: 'Met begrijpen zal 't

niet gaan, / Grijp het onbegrepene aan'.^*"

22 Zie Klapwijk,'Honderd jaar filosofie', p 561.

23 Zie Stellingwerff, Vollenhoven^ pp. 12^-2^6. Ook Tol en Bril, Vollenhoven als wijsgeer, p. 216 Bril, Westerse

denkstructuren, pp 1,110.

24 De Vogel, 'Vollenhoven's werk', pp 223-231. Voor een kritiek op De Vogels artikel, zie Popma, 'Historicale

methode en historische continuïteit', pp 97-145. N a de repliek van De Vogel en de dupliek van Popma kan de

vraag rijzen of De Vogel Vollenhovens filosofische benadering goed heeft begrepen en heeft recht gedaan.

25 Aldus De Boer in een brief aan mij (5 april 2010), in archief Woldring, doos IV, map 45.

26 Tweeregelig puntdichtje 'Het kruis' van Beets, in Gedichten (Leiden: Sijthoff, z.j.', p. 81) Informatie van De

Boer m een gesprek (Amsterdam, 15 maart 2007)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 149

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's