Een handvol filosofen - pagina 284

28o V D Feiten en gebeurtenissen

Wat het faculteitsbestuur met de kritiek van Van Hulst heeft gedaan, is niet bekend.

Hij verdiende het dat zijn kritiek serieus zou worden genomen. Behalve student-assi-

stent en raadslid, was hij destijds een van de actieve studenten die altijd bereid was

hand-en-spandiensten in de faculteit te verrichten. Jarenlang had hij zich ingezet voor

de faculteitskrant 't Kladschrift. Met een cameraman zou hij in 1988 Karl Popper in-

terviewen en het gesprek op een film laten vastleggen." Zijn scherpe kritiek op het

functioneren van het faculteitsbestuur en de faculteitsraad was signalerend.

3 Erepromoties in discussie

We gaan even terug in de tijd. In 1964 had het faculteitsbestuur, met Smit als decaan

en Van Riessen als secretaris, het voorstel gedaan om aan de calvinistische filosoof

dr. H.G. Stoker van de universiteit van Potchefstroom een eredoctoraat te verlenen.

In de vergadering van de hoogleraren bond G.J. de Vries, hoogleraar Grieks in de

Faculteit der Letteren en namens deze faculteit lid van de Centrale Interfaculteit, de

kat de bel aan. Hij had weliswaar waardering voor de wetenschappelijke kwahteiten

van Stoker, maar koesterde ernstige bezwaren tegen de toekenning van het eredoc-

toraat. Volgens hem stond Stoker bekend als theoreticus van de apartheidspolitiek

in Zuid-Afrika en had hij sympathie getoond voor fascistische en nationaalsocialis-

tische ideeën. De godsdienstfilosoof G.E. Meuleman deelde de bezwaren van De

Vries, terwijl Van Peursen een grondig onderzoek door het faculteitsbestuur naar

de genoemde bezwaren noodzakelijk achtte. Zuidema verklaarde dat hij het voor-

stel zou willen steunen. Hij betoogde dat Stoker op belangrijke punten afweek van

Dooyeweerd, en dat de Centrale Interfaculteit er mede om deze reden goed aan

zou doen om hem een eredoctoraat toe te kennen. Hoewel hij van mening was dat

Stoker geen aanhanger was van de nationaalsocialistische staatsidee, liet hij over

het verlenen van een eredoctoraat toch enige aarzeling merken. Vervolgens onder-

streepte De Vries zijn bezwaren nog eens met de opmerking 'dat nu de heer Stoker

zeer duitsgezind geweest is en hij als hoogleraar deze verblinding begaan heeft, men

ook zou moeten twijfelen aan zijn wijsgerige kwaliteiten'." Het faculteitsbestuur,

dat zich buiten de discussie had gehouden, trok het voorstel in, teneinde de geuite

bezwaren nader te onderzoeken. Enkele maanden later schreef het bestuur aan de

hoogleraren dat het onderzoek niet tot bevredigende resultaten had geleid en dat het

voorstel definitief van de baan was.''

Later, in 1978, zouden zich problemen voordoen bij het voorstel van het facul-

teitsbestuur om ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de Vrije Universi-

teit een eredoctoraat toe te kennen aan dr. F.A. Schaeffer van het Zwitserse l'Abri. In

een schriftelijke reactie zei Van Riessen dat hij het voorstel van harte steunde, van-

wege Schaeffers maatschappelijke verdiensten. Volgens hem had Schaeffer 'talloze

zoekende en ontspoorde studenten met zo'n kracht van overtuiging het Evangelie

verkondigd ... dat velen van hen tot bekering kwamen, anderen bemoedigd werden

om de dienst van Christus in de wetenschap op te nemen'. Troost schreef dat hij te-

11 Zie genoemde film De menselijke kennis en haar vijanden, in vu-Bibliotheelc/Mediatlieek. J.P. van Hulst

overleed onverwacht in 2007.

12 ciF, 'Notulen^ 18 november 1964, in archief ciF, doos 70.

13 Brief van M.C. Smit namens het faculteitsbestuur (5 februari 1965), in archief GIF, doos 63.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen