GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 362

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 362

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

3J8 VI B Verdere uitbouw van de faculteit

Dat Geertsema vervolgens bij Dooyeweerd te rade ging, had geen andere reden

dan dat in Dooyeweerds filosofie geen sprake was van een tegenstelling tussen een

normatieve leefwereld en eigenwettelijke subsystemen. Dooyeweerd sprak over het

integrale zin-karakter van de hele werkelijkheid in al haar sectoren. Hij sprak dan

ook niet over de mens als een subject die zin geeft aan een wereld als object rondom

en tegenover hem, maar wel over 'de erkenning van het integrale zinkarakter van de

werkelijkheid en de kwalitatieve verscheidenheid daarin'." Zo beargumenteerde

Dooyeweerd dat noties als zin en vrijheid niet tegenover structuren staan, maar dat

structuren - elk met een eigen normatieve kwalificatie - velerlei vormen van bestaan,

vrijheid en zingeving mogelijk maken.

Terug naar de titel van zijn rede. Kan een wetenschap(per) zich bekeren?, stelde

Geertsema dat hij met het tegenover elkaar plaatsen van het denken van Habermas en

dat van Dooyeweerd twee perspectieven had beschreven van waaruit men weten-

schap kan beoefenen. Hij had op de gestelde vraag indirect een positief antwoord ge-

geven, maar hij had ook geprobeerd om de actualiteit van Dooyeweerds filosofie

duidelijk te maken.^' Deze actualiteit kwam in andere publicaties terug. '^

In 2005, het jaar van zijn emeritaat, nam Geertsema in de aula van de Vrije Univer-

siteit afscheid van de drie universiteiten waar hij werkzaam was geweest. Bij deze

gelegenheid sprak hij een rede uit, getiteld Denken over zin en wetenschap. Waarom

de filosofie van Dooyeweerd belangrijk is. N a d a t hij had gesproken over D o o y e -

weerds visie op de wetenschap die hij wilde integreren in zijn omvattende visie op

de werkelijkheid, betoogde Geertsema dat Dooyeweerds filosofie kan helpen om

de menselijkheid van de mens en van de samenleving te bevorderen. D e kern van

Geertsema's betoog - ja, de kern van zijn filosofiiebeoefening gedurende vele jaren -

k w a m naar voren in de vraag: 'Wat is het diepste geheim van ons menszijn . . . ? ' D e

mens staat midden in de werkelijkheid, leeft in allerlei relaties met andere mensen,

met dieren, planten en dingen. N i e m a n d heeft om zijn bestaan gevraagd, maar stel-

de Geertsema: 'Dit bestaan midden in de werkelijkheid hebben wij ontvangen. En

tegelijk zijn we er verantwoordelijk voor hoe we ermee omgaan. H e t gaat om deze

concrete werkelijkheid en onze plaats daarin. (...) E n hoe we beide uiteindelijk ver-

staan en er vorm aan geven. Ik denk daarom dat we de mens het beste kunnen type-

ren als een antwoord wezen, homo respondens'.^^

Ter gelegenheid van zijn afscheid boden vrienden uit de kring van de reformato-

rische wijsbegeerte hem een jubileumbundel aan.'* Met Homo respondens hadden

zij geen betere titel kunnen kiezen. Uit deze bundel blijkt dat Geertsema onder zijn

collega's bekend stond als een van de beste kenners en scherpzinnigste interpreten

34 Geertsema, Kan een wetenschap(per), p. 36.

35 Geertsema, Kan een wetenschap(per), p. 37.

36 De actualiteit van deze filosofische reflectie bracht Geertsema ook tot uitdrukking in zijn boek Om de hu-

maniteit, dat als ondertitel had Christelijk geloof in gesprek met de moderne cultuur over wetenschap en filosofie.

Aan dit gesprek wilde hij zijn bijdrage leveren, waarbij het hem vooral ging om het behoud van de 'menselijkheid

van de mens in de moderne cultuur' ofwel om het 'herstel van de menselijkheid van de mens voor het aangezicht

van God door te zien op de persoon en de weg van Jezus Christus' (Geertsema, Om de humaniteit, pp. 7, 9.).

Vervolgens besprak hij in vier hoofdstukken (reeds eerder als artikelen verschenen) over de theologische metho-

de van Kuitert, de transcendentale kritiek van Dooyeweerd, het reformatorisch scheppingsgeloof, en relationele

menselijke verantwoordelijkheid.

37 Geertsema, Denken over zm en wetenschap, p. 11.

38 G. Buijs e.a. (red.), Homo respondens. Verkenningen rond het mens-zijn (Amsterdam, 2005). Deze bundel

bevat ook een interview met Geertsema en een overzicht van zijn publicaties.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 362

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's