GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 28

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 28

Rede uitgesproken op den Dies Natalis der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

24 taalkunde plaatsvervanger van het onbepaalde heeft het daar niet die wijde strekking van aliquem aliquid: deze zijn van geval tot geval reeds onbepaald en dienen hier in hoogere onbepaaldheidsorde om aangaande het gebruik van het onbepaalde doceo iets vast te leggen. Is er, zoo kan men vragen, nog weer een meer omvattende vorm van onbepaaldheid, die doceo aliquem aliquid zelf nog eens tot geval maakt van bijv. andere werkwoorden met verwante constructie? Deze is niet aanwijsbaar en het werkwoord, met zijn onbepaalde wijs brengt het niet tot eenzelfden graad van onbepaaldheid, als met dien van de indefiniti iets, iemand, overeenkomt. Het werkwoord doen blijft, hoewel ruim bepaald, toch bepaalder dan het pronomen indefinitum. Er is geen vorm van even gelijke onbepaaldheid bij het werkwoord. Misschien wijst dit erop, dat wij bij het gebruik van werkwoorden het best weten, waarmee wij te doen hebben, waardoor zij tot een onbepaaldheid, die een eigen vorm heeft in de taal zich minder leenen. Het werkwoord doen behoort reeds tot de minst bepaalde en toch is het in zijn gebruik nooit problematisch. Ook in de vraag: wat doet hij? blijft het „doet" bepaald en in Grieksch rig ri •TTOIÜ ; blijft •retiï het bepaalde element. Alleen wat voorwerpelijk kan worden, wordt probleem. De onbepaalde vorm der taalverschijnselen werkt uit zijn opbergenden aard er toe mee, onderscheiden te doen verdwijnen. Terwijl hij al zijn gevallen onderscheidloos in een voorbeeld samendringt, ziet men aankomen, dat bij klimmende onbepaaldheid in het voorbeeld zelf de onderscheidingen bedreigd worden, ja ondergaan. In doceo aliquem aliquid drukt zich die opheffing van onderscheid reeds uit in de overeenkomst van aliquem en aliquid, nog slechts door den uitgang onderscheiden, op weg daardoor tot het overeenstemmende, waarin alleen het tweemaal voorkomen van aliquid aliquid een laatsten glimp van onderscheid vertoont. Het onderscheid in naamvalsuitgang, rustend op dat in manlijk en onzijdig indefinitum, redt hier, als bepaaldheid binnen de onbepaalde vorm, deze voor de vervlakkende herhaling van hetzelfde. In Ndl. iemand, iets is die bedenkelijke versmelting minder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1929

Rectorale redes | 42 Pagina's

Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 28

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1929

Rectorale redes | 42 Pagina's