GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 36

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 36

Rede uitgesproken op den Dies Natalis der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

32 zijn. Elke gestalte van den geest, ook het onbepaalde, heeft in het leven bruikbaarheid. Soms wordt er zoo practisch mee omgegaan, dat het is, of die geestesvorm alleen terwille van de praxis bestaat en, zichzelf niet herkennend, eenmaal in den waan verviel, van andere afstamming te zijn. Er is ook inderdaad verband. Al te gemakkelijk slechts laat de vreugd der ontdekking dat verband tot identiteit worden. Het tot dienst geschikt zijn van een geestesfunctie aan een daarbuiten gelegen doel is niet ontspringen van die functie uit de doelstelling zelf, het is allereerst dienstig blijken van wat tevoren niet in dien dienst stond, en reeds iets was. Van keer tot keer moet worden uitgemaakt, of men hiermee te doen heeft dan wel met het omgekeerde: soms ontspringt werkelijk een vorm aan den band van zijn oorspronkelijke functie in het leven en stelt zich als het andere daartegenover, In beide gevallen hebben we heterogonie. Het gevaar, beter: de onklaarheid der synthetische taaiopvatting ligt in de onbeslistheid aangaande wat eer en wat later is. Haar eigenaardigheid is immers juist, dat zij alle correlatie uit de binding aan één richting, die een eerste en een tweede kent, opheft. Het subject is niet het eerste, terwille waarvan het praedicaat wordt toegevoegd, ook het omgekeerde is altijd waar en soms bedoeld. De taal is niet uitsluitend het middel, waarmee wij een bedoehng uitdrukken: al uitdrukkend vormt en bepaalt zif mede de bedoeling zelf. De taal is met name niet een zaak op zichzelf; zij komt uit de menschelijke werkelijkheid te voorschijn en werkt daar ook weer vormend op in. Als eerst vaststaat, dat bepaald en onbepaald als wederkeerigen tot de grondeigenschappen van ons menschelijk zijn behooren, kan in alle nauwkeurigheid worden onderzocht, in welke samenhangen en onderlinge werkingen zij zich begeven. Ook dit a priori moet begrip van zijn gevallen worden. Dat wat het in de ervaring, in de werkelijkheid van het historische geestesleven zal blijken te zijn, behoort tot zijn bepaaldheid en daarom kunnen psychologen, biologen, sociologen er mee doen, wat huns werks is. Zoo kan de functie van het onbepaalde ook buiten het theoretische onderzocht en in verband gebracht worden met streven naar vermijding der bepaaldheid

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1929

Rectorale redes | 42 Pagina's

Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1929

Rectorale redes | 42 Pagina's