De geschiedenis van Jezus en de apocalyptiek - pagina 13
Rede ter gelegenheid van de 84e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam
bezit van de Geest het onderpand van deze parousie en de volmacht van zijn zending. Het koppelde deze twee in zijn afkondiging van wat Kasemann „die Satze heiligen Rechts" noemt ^^. In die formuleringen van heilig recht overheerst het schema van een eschatologisch jus tahonis. Er spreekt zich een „apokalyptische Grundhaltung" "^ in uit. Ze worden gekenmerkt door een eschatologisch futurum, het aanzeggen van een toekomstige zegen of vloek. „Een ieder dan, die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor mijn hemelse Vader; maar alwie Mij verloochenen zal voor de mensen, die zal ook Ik verloochenen voor mijn hemelse Vader", Matth. 10, 23 v. Is eenmaal dit eschatologische futurum geïntroduceerd, dan komt er plaats voor een logion als Matth. 10, 15: „Voorwaar, Ik zeg u, het zal voor het land van Sodom en Gomorra draagüjker zijn op de oordeelsdag dan voor die stad". Of voor het bekende woord over de mannen van Ninevé en de koningin van Scheba. De mannen van Ninevé „hebben zich bekeerd op de prediking van Jona en zie, hier is meer dan Jona", en de koningin van het Zuiden kwam „van de einden der aarde om de wijsheid van Salomo te horen en zie, hier is meer dan Salomo", Matth. 12, 41 v. ^^. Ook in het verleden was de heilsboodschap present. In heden en verleden is de houding tegenover het heU bepalend voor de toekomst. Het Oude Testament wordt in de geschiedenis van Jezus betrokken en tegelijk, „apokalyptisch gedeutet" ^'^, d.w.z. wat het vertelt over Noach of Sodom, over de koningin van Scheba of Ninevé wordt gebracht ia het kader van de geschiedenis, die haar voleinding viadt als de laatste rechter de strijd tussen het koninkrijk van God en de koninkrijken dezer wereld beslecht. Zo begon — aldus Kasemann — „das erste christliche Geschichtsverstandnis", dat ook voor het vervolg fundamenteel gebleven is; de conceptie eschatologie, 3 v. Maar er moet gekozen worden. Ook de term eschatologie is belast. „Seitdem in Deutschland Eschatologie und Lehre von der Geschichte fast identisch geworden sind, befindet man sich in der Verlegenheit, für die besondere Art der Eschatologie, die von der Endgeschichte sprechen möchte, keinen eigenen Terminus zu haben". Aldus Kasemann, t.a.p. Om het toekomstig historisch karakter van de voleinding te accentueren, koos ik voor apocalyptiek. Vgl. voor de verhouding van apocalyptiek en profetie Goppelt, a.a., 338, m.n. de verwijzing naar K. Koch, „Spatisraelitisches Geschichtsdenken am Beispiel des Buches Daniel", Historische Zeitschr. 193 (1961) 1—32 en voor de verhouding van profetie en geschiedenis G. Fohrer, „Prophetie und Geschichte", Theol. Literaiurz. 89 (1964) 481—500. 23 E. Kasemann, „Satze heiligen Rechts im Neuen Testament", N. Test. St. 1 (1954) 248—260. 24 Dezelfde, „Die Anfange . . . " , 172. 25 Zie over deze plaats ook Goppelt, a.a., 336 v. 26 Kasemann, „Die Anfange . . . " , 175.
11
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1964
Rectorale redes | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1964
Rectorale redes | 28 Pagina's