GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GEESTELIJKE ADVIEZEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEESTELIJKE ADVIEZEN.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een onzer lezers vraagt m'n oordeel over het geoorloofde van het bezoeken eener tentoonstelling — in zijn geval geldt het een landbouwtentoonstelling — die ook op den Dag .des Heeren geopend is.

Deze vraag is stellig niet één der moeilijkste, die er ten opzichte van onzie verhouding als geloovigen tegenover het wereldleven kunnen rijzen. W, ant het is met geen mogelijkheid in te zien, in welk opzicht het bezoeken van dergelijk een tentoonstelling, die op zichz: lve niet ongeoorloofd is, - op een van de werkdagen der iweek, in strijd zou zijn met Gods Woord. De eenige regel, die ons in dergelijke gevallen in. den weg zou'kunnen treden is die va.n Ef. 5:11: Hebt geen gemeensch.a, p met de onvruchtbare werken der duisternis".

Doch bij eenig nadenken, moet het, dunkt me, ook onzen vrager wel duidelijk zijn, dat die hier in geen enkel opzicht van toepassing is.

Hij verbiedt alleen elke handeling of gedraging, , waardoor men gemeenscha.pl zou krijgen aan-, d., w.!z!. in meerdere of mindere mate, rechtstreeks of indirect, mede-verantwoordelijk zou worden voor wat ons schuldig zou stellen voor God.

En zulk een verantwoordelijkheid ontstaat er in het onderhavige geval stellig niet.

Iets anders zou 't zijn, als men zitting nam in het Comité of Bestuur van zulk een tentoonstelling, of als men er exposeerde, zonder de macht om eigen inzending op den Diag des Heeren aan de expositie te onttrekken.

In 't laatste geval zou men dan zleer stellig mééaansprakelijk zijn voor het misbruiken van den Zondag; en in het eerste er zich nauwelijks door publiek protest tegen kumien vrijwaren.

Maar een bezoek op een der werkdagen geeft aan de ontheiliging van 's Heeren Dag part noch. deel.

Ware het anders — wij, christenen, zouden geen dag en geen uur een goede conscientie Jjunnen houden.

We zouden nooit gebruik kunnen maken van trein of tra.m of van welk openbaar vervoermiddel ook, dat des Zondags niet stilstaat. We zouden in geen restauratie mogen binnenloopen en in geen winkel mogen koopen, die des Zondags niet sluiten. En hoe talloos veel gevallen van denzelfden aard zouden er nog méér te noemen ziijn!

Me dunkt, deze en andere consekwenties, dié hier uit den regel van onthouding zouden volgen, zullen voldoende zijn om onzen vrager te overtuigen, dat enkel het feit, dat ze ook op' Zondag geopend is, voor een christen nog geen „verboden toegang" plaatst aan den ingang eener tentoonstelling.

Een andere vraag, die me toegezonden werd, geldt de voorbede voor allerlei belangen, gelijk die van ons, christenen, gevorderd wordt.

De inzender geraa!kt daarmee gedurig in verlegenheid. Hij weet niet, hoe in zijn gebed, naast eigen nood en, en die van gezin en familie, van Kerk en Maatschappij, van eigen volk en van andere volken, nog telkens plaats te geven aan de belangen van Zending, van Evangelisatie, v!an philantropischen - arbeid, van allerlei vereenigingen, enz., die toch elk voor aich er gedurig op' aandringen, dat men haar strijd en nood in de gebeden zal gedenken. Hij beseft, hoe noodig het is, dit .alles gedurig voor Gods aangezicht te brengen. Hij zou het ook willen, omdat het alles Zijn belangstelling en liefde heeft, en zonder Gods zegen niet gedijen kan. Maar hij weet niet, hoe er ooit toe te komen; en ATaagt nu, hoe uit deze moeilijk-, beid te geraken.

Zijn vraag verblijdde me, omdat ze getuigt v; an hartelijk .. en innig meeteveai in, aj, wat menschenleven raakt. Oók omdat ze, zonder het te bedoelen, den vinger legt bij een zwakke stee in ons gebedsleven.

Want er is reden om te vreezen, dat de voorbede daarin niet de plaats inneemt, die hajaj toefcomt en die het Woord onzes Gods, in voorbeeld gn vermaan, toch voor haax vraagt. Voor een christen, die idoor .gemeenschap aan Jezus' zalving, weet ook priester te zijn, is er hier vooral in onzen tijd met Kijn .duizend-en-één vragen, zijn schreiende nooden en zijn velerlei arbeid voor het 'Koninkrijk Gods, inderdaad wel oorzaak om met den heiligen plicht der voorbidding in verlegenheid te geraken. En dajt éen vraag, als die ons nu bezighoudt, zoo zelden wordt gedaan, geeft wel te vreezen, dat we met dit deel onzer christelijke roeping niet zooveel ernst maken als waarop het aanspraak heeft.

Doch is er hier niet zooveel reden tot verlegenheid als onze vrager meent.

Zonder twijfel heeft al wat Gods Kibninkrijk en het belang van het menschenleven raakt, recht op' onze voorbede.

En even zeker is, dat we ons daarbij niet tot algemeenheden mogen bepalen, maar dat het Woord van ons wil een afdalen in allerlei bizonderheden. Denk alleen maar aan het vermaian des Apostels in 1 Tim. 2, dat in de samenkomsten der Gemeente „worden gedaan smeekingen, gebeden, voorbiddingen, dankzeggingen voor-alle mensch en, voor koningen en allen, die in hoogheid zijn".

En dat „smeekingen", en vooral die verbinding van „dankzegging" mét „voorbiddingen", z; egg'0n ons, hoe ook in dit opzicht ons gebed niet mag zijn een luchtig heenglijden langs hetgeen we , er in voor God brengen, maar een met ernst en liefde indringen in den nood, waaruit we tot Hem roepen.

Doch dit brengt nu vanzelf ook weer aekere beperking mee.

Want tot zulk echt bidden, met volle aandacht der ziel, kan het kwalijk bij' ons komen, als we, in ons gebed een onafzienbare reeks van afzonderlijke belangen zouden willen opnemen.

Zoo we er den tijd voor vonden, zou het ons toch ontbreken aan de geestelijke" sptokracht, die voor echt bidden noodig is. Ons gebed zou versterven tot een dorre opsomming, waaraan alle ziel en heilige drang ontbraken.

De Schrift geeft ons daarvan dan ook' geen enkel voorbeeld. Zelfs het gebed van koning Salomo bij de inwijding van den Tempiel, dat hier een uit-' zondering is, beweegt zich om niet méér dan twee belangen: die van den dienst des Heeren en die van het volk Israël.

We zullen daarom in den regel in onze voorbidding gelijksoortige belangen moeten saamvatten. Eerst dan zal ons gebed met volle .aandacht der ziel kunnen qpga, a.n.

Zoo, als onze Heere 'Jezus Christus ons daarvan een voorbeeld gaf in het „Onze .Vader".

Het leven zélf zal ons dan dringen omdaarnaiast ook nog verschillende afzoniderUjke belangen in ons gebed op te nemen. Het zal ons nü met dézen, dan met genen nood, nü met den éénen arbeid en strijd, dan weer met een anderen, van nabij in .aanraking brengen. Volgen we dan daarbij de leiding 'Gods en de aandrift onzer ziel.

Natuurlijk evenwel, dat altoos de eerste plaats in ons gebed behoudt wat 'God de Heere-zelf door Zijn roeping of yporzienig bestel ons het naast aan 't hart legde. 'iMMrpr:

Zoo zal, houden we oog en ziel maar immer wijd open voor al wat onze liefde en ons meeleven vraagt, de voorbidding van onze lippen niet wegsterven en toch ook weer niet verdwalen opj het onmetelijk gebied, dat zich voor Tiaar ontsluit.

Dat we niet .altoos alles wat er om roepjt in ons gebed met name kunnen noemen, 'behoeft ons voorts niet te verontrusten.

Het is toch niet zóó, dat - wij' door ons bidden Gode bekend zouden moeten maken wat Hij niet weten zou, of zijn zegen moeten .öifdwingen over wat Hij anders aan zichzelf zou overlaten.

„Gode zijn .al Zijne werken van eeuwigheid bekend". Hij is „een 'God des aanziens en des ontfermens". En het rechte bidden is, naar 't besluit van het „Onze Vader", óók een rusten der ziel in Z ij n alomvattende kennis, in Z ij n Raad en in Zijn trouw.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1924

De Reformatie | 4 Pagina's

GEESTELIJKE ADVIEZEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1924

De Reformatie | 4 Pagina's