GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GEESTELIJKE ADVIEZEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEESTELIJKE ADVIEZEN.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vragers onder onze lezers lieten m'n zomervacantie wel belangrijk vroeger ingaan dan de otficiëelej doch tot m'n genoegen schijnen ze haar niet zooveel later te willen-doen eindigen. Ten minste, als de enkele vragen, die inkwamen, de voorloopers zijn van meerdere. Omdat de voor-]-aad nog niet groot is, zal ik het — doch onder de uitdrukkelijke verklaring, dat ik niet geacht wjl worden, daarmee een praecedent te scheppen - ditmaal met de keur van het „geestelijk" in den titel dezer rubriek, maar niet al te ernstig nemen.

Een onzer lezers vraa, gt, of het, gezien het heidensch cachet der Olympische Spelen, die dezen zomer te Amsterdam gehouden werden, niet de roeping der kerken is, tegen het houden, dezer Olympiade binnen onze grenzen protest aan te teekenen, en met name ook H. M. de Koningin kenbaar te maken haar droefheid over Harer Majesteits bezoek aan de Olympiade, en dat nog wel op den Dag des Heeren.

Er ligt altoos iets ^ynlijks in, vragen als deze niet aanstonds bevestigend en met hartetijken bijval te kunnen beantwoorden.

In een tijd, waarin de neiging bij veel chrisl: enen tot berusten en meegaan in allerlei toestanden en gewoonten, waartegen hun uit het Woord verlicht oordeel toch in verzet staat, met tien dag toeneemt, cm zoovelen onder de leden der gemeente van Christus, óók van de Geref. Kerken, zich weinig rekenschap geven van de roeping hunner kerk ten opzichte van de Overheid - - doet het zoo goed te merken, dat er toch altoos óók nog geloovigen zijn, die het publieke leven in 't licht der H. Schrift zien, en zich rekenschaj) geven van. de roeping, die de Kerk des Heeren ten opzichte daarvan heeft. En elke stem, die daarvan blijk geeft, zou men daarom zoo gaarne aanstonds bijvallen.

Daarbij komt nog iets anders.

In eiken roep om protest tegen wat zich niet verdraagt met 'de roeping van een gedoopt volk en van' een christelijke overheid, is altoos een element van recht en waarheid. Protesteeren tegen het kwaad, in welken vorm en in welken kring het ook opkomt, schijnt altijd en voor ieder, indien al geen dringende plicht, dan toch goed en loffelijk. En wie er jriet aanstonds weerklank op geeft, maakt hebt den indruk van slap of laf te zijn.

Toch mogen we ons door dergelijke overwegingen niet laten verlokken, om elk protest tegen wat voor den toets van 't Woord Gods niet bestaan kan, maar aanstonds te steunen.

Met de redeneering: dat en dat is in strijd met den wil Gods, en dus: protesteeren, zijn we hier niet klaar. Daarmee zijn we zelfs niet kiaar in ons persoonlijk leven. rMW^'-

Elk geloovige is geroepen ovetal en te allen tijde tegen alle zonde te strijden, niet alleen bij zichzelven, maar ook bij zijn naasten.

Doch niemand denkt er aan, dat dit hem de verplichting zou opleggen, om tegen alle zonde, die hij ziet bedrijven of .waarvan hij op eenigerlei manier hoort, in den vorm van bestraffing of protest op te komen.

Vooreerst zou dit het onmogelijke van ons vor­ deren. En in de tweede plaats beseffen we, dat tijd, omstandigheden, levensverhoudingen en tal van andere dingen meer, bestraffing of protest misplaatst en naar menschelijke berekening, volkomen nidteloos kunnen doen zijn, of misschien zelfs het tegengestelde kunnen doen uitwerken van wat we bedoelen.

En nu' is het volkomen waar, dat we met het overwegen v»n deze en dergelijke gegevens zeer voorzichtig moeten zijn, omdat ons arglistig hart er zoo spoedig bij is, daarin .een ontheffing te zoekeji van wat ons niet aangenaam is - maar het is dan toch een feit, dat we, ook onder dit voorbehoud, onze roeping tot protesteeren dagelijks begrenzen. En dat we dat doen uit overwegingen, die onze cpnscientie niet bevlekken.

Ditzelfde nu geldt ook ten opzichte van de roeping der kerk om te protesteeren tegen zonden in het openbare leven, hetzij bij het volk, hetzij bij de overheid. tA*"4? W? «-»''f^

Te willen, dat ze tegen al wat er in het publieke leven zondigs is én gedaan wordt bij protest in'verzet kome, zou.— dat voelt ieder-— van de kerk het onmogelijke eischen.

Ze is dus gedwongen zich te beperken.

Doch nu komt de lastige vraag, wat bij die beperking als maatstaf zal gelden, d.w.z. tegen wat voor zonden ze wél openlijk bij protest inverzet zal komen en welke geacht moeten worden daar buiten te liggen.

Bij de beantwoording van die vraag zal daj: i in de eerste plaats moeten meespreken de roeping welJve de kerk als zoodanig, ten aanzien van 't publieke leven in het algemeen, naar het AVoord, van 's Heeren wege heeft.

Want ook hier moet, als overal, behoorlijk onderscheideji worden tusschen wat behoort tot de roeping der geloovigen individueel en in den band der onderscheidene levenskringen: huisgezin, familie, vereeniging enz. — en wat hun roeping is als gemeente van Christus. En bij deze laatste moet dan nog weer onderscheiden tusschen wat behoort bij de gemeente in organischen zin, en bij de kerk institutair genomen.

Doch dan zijn we er nóg niet. , _

Want ook als men dan het veld voor ^-4^0Q-A^ moeiïng van de geïnstitueerde kerk (waarover liet hier nu gaiat), naar alle kanten behoorlijk heeft afgebakend, moet, wijl ook beperking geboden is, nog de vraag beantwoord: welke zonden onder het publieke oordeel der kerk vallen, en tegen welke ze openlijk, in den vorm van bestraffing of protest, haar woord moet doen uitgaan.

Ik stel deze vragen hier niet om ze te beantwoorden — daarvoor is het hier de plaats niet —. maar om te doen gevoelen, dat men in gevallen als dat ons nu bezighoudt, niet klaar is met ijver tegen het kwaad en met goeden wü om er tegen te getuigen — maar dat daarbij allerlei theoretische en praktische vragen aan de orde komen. Ook praktische.

Tot deze laatste behoort b.v. deze, of de zonde, waartegen de kerk in een protest getuigend en bestraffend zal optreden, behalve dat haar karakter zulk optreden rechtvaardigt, ook voldoende verzet vindt in de conscientiën der geloovigen, om het woord der Kerk het stempel van waarachtigheid op te drukken.

En dan voorts om ook hierop nog de aandacht te vestigen, of men niet door protest of getuigenis tegen eenig bepaald kwaad, den schijn op zich laden kan van een ander, dat mogelijk veel schuldiger en gevaarlijker is, doch waartegen nooit een openbaar getuigenis uitging, licht of althan& jmmder ernstig te achten. •**''''^S'

Vooral deze zielkundige zijde van het vraa-gstiik lijkt me van zeer groote beteekenis.

Ook bij de beantwoording der vraag, die onze lezer v. W. aan de orde stelde.

Het zal hem zeker niet moeilijk vallen tal van misstanden, ' instellingen, gewoonten, vermaken en volkszonden — door de overheid zelve in 't leven geroepen, of anders bevorderd of geduld — die niet minder, die nog veeleer onder het oordeel van de Kerk des .Heeren vallen dan de Olympische Spelen.

Afgezien van dit alles, behoeft het overigens te verwonderen noch te ergeren, dat er vanwege de Gereformeerde Kerken geen protest uitging tegen de gehouden Olympiade.

Het zou geen houding gehad hebben zoo ze

getuigd hadden nog eer de Olympiade geopend was, of de plannen er voor reeds genoeg teekening hadden, om een protest uit te lokken en te rechtvaardigen. En tijdens o£ onmiddellijk na de Olympiade zijn onze Kerken niet in Synode saam geweest.

De gelegenheid om er tegen te getuigen heeft haar dus, ook al zoude ze in dit opzicht van hetzelfde oordeel zijn geweest als de Synode der Chr. Geref.. Kerk, ontbroken.

Met wijziging overeenkomstig het geval, geldt wat ik op de eerste vraag van v. \V. antwoordde, ook voor de tweede. Kieschheidshalve schrijf ik daarom daarover niet afzonderlijk.

Met het antwoord op nog een andere vraag, die hij me zond, liebhe v. \¥. geduld tot een volgend nummer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 oktober 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

GEESTELIJKE ADVIEZEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 oktober 1928

De Reformatie | 8 Pagina's