GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het Kruis van den Heiland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Kruis van den Heiland.

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

X. (Slot.)

D. De nieuwe tijd.

Werd er in een der vorige artikelen op gewezen, dat de Reformatie het kruis van Christus, door do kerk der Middeleeuwen in de schaduw geplaatst, weer gesteld heeft in het volle licht, dat zij tot de apostolische prediking van bet kruis is teruggekeerd en zoo aan dat kruis de eere heeft hergeven, die eraan toekomt - -in de kerken der R eformatie hebben niet allen aan de reformatorische en apostolische beschouwing van het kruis van Jezus vastgehouden.

Onder de kinderen der Hervorming is men in breeden kring vervallen tot een ontkenning van de beteekeais, die de Schrift aan het kruis toekent en die door do Reformatie weer was gegrepen.

Er is een neo-Proteslantisme opgekomen, dat met het oude en echte Protestantisme al heel weinig gemeen heeft.

Van dit nieuw-Protestantisme kan men wel zeggen, dat het zelfstandig naamwoord door het bijvoegelijk naamwoord, hetwelk er vóór is gezet, is opgeheven. De dunne, van den wind des ongeloof s verzengde aar van hel „neo" heeft de goede en volle aar van het „Protestantisme" verslonden.

Dit nieuwe, vrijzinnige Protestantisme ontkent de verzoenende en verlossende beleekenis van het kruis van Golgotha. Het wil er niet van weten, dat in Jezus' kruislijden hel heil voor het menschenkind ligt. Hel loochent, dal de Gekruisigde de Redder is der wereld, dal het kruis de levensboom is voor de menschheid.

Zelfs zijn er onder deze neo-Proleslanten, die niet meer gelooven, dal Jezus heeft bestaan en die dan ook Zijn kruisdood niet als een historisch feil aanvaarden. Maar voorzoover zij nog aannemen, dal Jezus heeft geleefd en gekruisigd is, zien ze in Hem toch niet meer dan een profeet, dan een heros op godsdienstig gebied, dan een prediker niet alleen door Zijn woorden, maar ook door Zijn leven en Zijn dood. Zijn sterven aan het kruis is voor hen niets anders dan een handhaven van Zijn vroomheid, al kostte Hem dal hel leven; dan--een belooning van trouw aan de beginselen, door Hem verkondigd en beleefd.

D© moderne godsdienstigheid is een godsdienst zonder hel kruis, zonder het kruis als hel kruis der verzoening.

Daarom is ze een verloochening van de Reformatie en van het Evangelie der Apostelen.

Daarom kan ze den ChristeHjken naam niet meer dragen.

Want het Christendom is terecht door Schiller „de religie van het kruis" genoemd.

Het is de religie van het kruis niet in dien zin, dal het Christelijk zou zijn, hel krais lot een voorwerp van religieuze vereering te verheffen. Maar wel in dezen zin, dat hel Christendom hel kruis in hel middelpunt van zijn belijdenis plaatst. Brunner heefi. gelijk, als hij zegt, dat de boodschap van hel kruis hel centrale mysterie van het Bijbelsch Evangelie is en dal in de beschouwing van het kruis openbaar wordt wal er aan is van de Christelijkheid of niet-Christelijkheid van ©en geloof of een theologie.

Niet hel minst omdat hel Christendom de religie van het kruis is, heeft het zulk ©en tegenstand ontmoet en vindt het ook heden ten dage zooveel bestrijding.

De gekruisigde Christus was, zoo zegt Paulus, den Joden een ergernis en den Grieken ©eni dwaasheid.

Dat is Hij voor de wereld nog. Wel ergert de wereld van onzen lijd er' zich niet meer zoozeer aan, dat hel Christendom een Meester volgt, die aan een kruis is gestorven. Want ze wil wel gelooven, dal Jezus dat kruis niet bad verdiend. Maar ze ergert zich nog altoos aan de beleekenis, die de Christelijke religie aan hel kruis toekent.

Zo ergert zich aan de belijdenis, dat Jezus' kruisdood noodzakelijk was, zouden wij kinderen Gods kunnen zijn. Ze ergert zich aan de leer, dat er alleen leven en vrede is door het geloof in den Gekruisigde als den Schuldverzoener en Verlosser. Ze ergert zich niet minder aan don eisch van het Christendom, dat ons leven het leeken des kruises zal dragen, dat wij gemeenschap zullen hebben aan Christus' kruis en een innerlijke ge^ lijkvormigheid met den Gekruisigde, dal wij der wereld gekruisigd zullen zijn en hel vleesch zullen kruisigen mei zijn bewegingen en begeerlijkheden. De geest der wereld staal vijandig tegenover het kruis van Christus. Strauss, de apostel des ongelools, wilde dan ook van hel kruis als symbool niet meer welen. Hij schroef in 1872, dal „de tegenwoordige menschheid, die lust heeft in leven en werken, het symbool des kruises, die krasse belichaming van de Christelijke wereldvlucht m passiviteit, zich niet verder kan laten welgevallen."

Toch is het kruis als symbool uil hol leven onzer dagen nog niet verdwenen.

Tijdens de kruistochten zijn er in het Heilige Land geestelijke ridderorden ontstaan. D'e Johanniler-of Maltezer-orde, de orde der Tempelheereo, de orde der Duilsche ridders. Deze ridders stelden zich het werk der barmhartigheid tot laak en bezaten hospitalen, waarin zij ziek© pelgrims verpleegden. Ook geleidden en beschermden zij de pel grims en voerden zij den strijd tegen de oiogeloovigen.

Hel kruis was hun symbool; zij droegen bet op hun mantel.

En heden ten dage vind©n we zoo nog het kruis op het gebied der philantropie en in de ridderorden.

Op philanlropisch terrein beslaan er insteUingeu en vereenigingen als het Rood© Kruis, het Groene Kruis, het Blauwe Kruis, het Witte Kniis, het Oranjekruis, enz. Eveneens komt het kruis voor in de ridderorden; ook zelfs in die orden, die inge^ steld zijn lot belooning van dapperheid in den krijg, b.v. bel melal©n kruis (1830) en het ijzeren kruis, dat ingesteld is door den Pruisischen koning tijdens Napoleon en waarva, n wij ook gedurende den wereldoorlog meermalen hebben gehoord. 0< A ontmoeten we nog hel kruis op wapens en in vlaggen.

In dit gebruik van het kruis op vfereldlijk gebied is nog de invloed van het Christendom te zien.

Door de tegenstanders der ChristeUjke religie wordt dat ook wel gevoeld.

Het is teekenend, dat de Turken in hun leger niet meer hel Roode Kruis, maar de Roode Halve Maan hebben en dal in Sovjet-Rusland reeds in 1924 de revolutionaire militaire raad besloot, het Roode Kruis als onderscheidingsteeken van den militairen gezondheidsdienst te vervangen door den Aesculapius-staf, een heidensch symbool.

Ik be'Jindig deze artikelen-reeks met nog even het Gereformeerde standpunt te releveeren.

Wij, Gereformeerden, zijn belijders van het kruis.

Laat ik liever zeggen: belijders van den Ge' ruisigde.

Wij gelooven, dat de kruisdood van den Heilagu nze verlossing is van den vloek Gods. Dat Hij aan hel kruis heeft geleden in de plaats van Zijn

volk en er Zijn ziel voor de Zijnen tot een' schuldoffer heeft gesteld. Dat Hij, die geen zonde heeft gekend, zonde voor ons is gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem. Het kruislied van den Gereformeerden dichter Jacobus Revius is ons uit het hart gegrepen, :

En sijn de Joden niet, Heer Jesu! die U cruysten, Moch die verradelyck ü togen voor 't gericht. Noch die versmadelyck U spogen in 'tgesicht. Noch die ü knevelden ©n stieten ü vol puysten;

En syn de crijchluy niet, die met hun felle vuysten öen rietstock hebben of den hamer opgelicht. Of het vervloeckte hout op Golgotha gesticht. Of over uwen rock tsaem dobbelden en tuyschten;

!ck ben 't, o Heer! ick ben 't, die u dit heb gedaen, [ck ben de sware boom, die u had overlaên, lek ben de taeye strengh, daarmee ghy waert gebonden, De nagel en de speer, de geesel, die u sloegh, Da bloedbedropen croon, die uwe schedel droegh; — Want dit is al geschiet, helaas! om mijne sonden!

Wij gelooven ook, dat Christus onze zonden in Zijn lichaam heeft opgedragen op het hout, opdat wij der zonden afgestorven zijnde der gerechtigheid leven zouden. Dat wij als met Christus gekruisigd de roeping hebben ons eigen ik in den dood te geven on dagelijks ons vleesch te kruisigen. Dat Christus aichzelven voor ons gegeven heeft, opdat Hij zich «en eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken.

En we wenschen nimmer te vergeten, dat wie achter Jezus wil komen, een kruisdra, g6r moet willen zijn. Dat hij zijn kruis, hetwelk God voor hem neerlegt, moet opnemen. Dat hij het lijden, ook het Jgden van den smaad en den vlo^k der wereld om Jezus' wil heeft te aanvaarden.

Maar wij verwerpen niet alleen alle vereering van het kruis, doch dulden ook geen crucifixen en kruisen in onze kerken.

Op zichzelf valt een beeld van het kruis niet af t« keuren. En evenmin ©en afbeelding van den Heiland aan het kruis. Wij zijn niet van meening, dat het tweede gebod zou verbieden een beeld van Christus te maken. Hij is toch niet alleen waarachtig God, maar ook waarachtig mensch. Ën naar Zijn menschhcid mag Hij afgebeeld worden.

Toch moet daarbij tweeërlei worden bedacht. Ten eerste, dat een Christusbeeld geen afbeelding is van den vollen Christus, doch slechts van één zijner naturen. En ten tweede, dat elk© beeltenis van' Jezus op fantasie berust, daar er geen portret van Hem bestaat. Wij weten niet hoe Jezus er heeft uitgezien. Reeds Augustinus zegt, dat in zijn tijd het gelaat dos Heeren in het vleesch op ontelbare wisselend© wijzen werd aigebeeld. En hij voegt er aan toe: ho© Zijn aangezicht was, is ons geheel onbekend.

Wel wordt er van Roomsche zijd© beweerd, dat er portretten, dat er wezenlijke afbeeldingen van Christus zijn gemaakt en nog bestaan.

Er wordt verteld, dat de Heiland een briefwisseling onderhouden heeft met koning Abgar van Edessa. Toen nu Abgar eens zijn archivaris en hofschilder Hanen tot Jezus zond, schilderde deze des Heilands hoofd. Hij zond het aan zijn vorst met ©en brief voor Abgar, door Jezus aan Thomas gedicteerd. Ook wordt er verhaald, dat de bloedvloeiende vrouw, die door de a-anraking van Jezus' kleed genezen werd, en die Veronica heette, uit liefde tot Christus een beeld van Hem heeft laten schilderen of dat Christus haar Zijn beeltenis heeft geschonken. Een latere vorm van dit verhaal is, dat Veronica den Heiland op Zijn weg naar Golgotha ©©n doek heeft gereikt, opdat Hij zich het zweet en het bloed van het aangezicht zou wisschen en dat, toen zij den doek terugkreeg, het gelaat van Jezus er op stond afgedrukt. Verder wordt er beweerd, dat de Evangelist Lucas, die wel als een der zeventig discipelen werd beschouwd, den Heiland zou hebben geschilderd en dat Nicodemus een beeld van Jezus (een crucifix) uit cederhout zou hebben vervaardigd.

Maar al zulk© verhalen behooren tot het gebied der legende.

Niemand onzer heeft er echter bezwaar tegen, dat d© Heiland op ©an plaat of schilderij wordt afgebeeld. Dan kan natuurlijk een voorstelling van Hem in hout of stean, in ivoor of metaal door ons ook niet ongeoorloofd geacht worden. Al geven we toe, dat zulk een beeld eerder dan een plaat of schilderij en ook eerder dan ©en eenvoudig kruis aanleiding kan geven, dat er vereering aan wordt toegebracht.

Doch in den dienst van God mag noch het crucifix noch het kruis een plaats innemen.

Onze eeredienst behoort gegrond t© zijn op Gods Woord en dat Woord bevat ge©nerl©i aanwijzing voor het gebruik van ki-uis of crucifix in den eeredienst. En indien het de wil des Heeren was, dat wij het crucifix zouden mengen in onzen dienst van Hem, zou Hij er dan ook niet voor gezorgd hebben, dat het beeld van Christus ons bewaard gebleven was? Wel zegt het Woord van God ons, dat onze eeredienst ©en zuiver geestelijk karakter moet dragen, ©n kruis ©n crucifix brengen in de aanbidding van God, die in geest en waarheid moet geschieden, een zinlijk element. Het gebruik! ©r van in den eeredienst is daarom met Gods Woord in strijd te achten, waarbij komt, dat het gevaar meebrengt voor superstitie en afgoderij. De ©enig© afbeelding van den gekruisigden Christus, die d© Heer© in onzen ©eredienst wil, is het gebroken brood ©n de vergoten wijn in het heilig Avondmaal. W: g hebben ook in ons dienen van God geenerlei behoefte aan een crucifix. Ook ni©t bij ons gebed tot Christus. Wij aanbidden immers niet den Christus aan het kruis, maar den Christus, die aan de rechterhand Gods is gezeten, di© door Zijn lijden is ingegaan in Zijn heerlijkheid.

Dit geldt niet alleen van den eeredienst der gemeent©, maar ook van onzen persoonlijken ©n huiselijken dienst van God. Maar als iemand in zijn kamer een kruis heeft als symbool van zijn Christelijk geloof en om daardoor gedurig aan het lijden van Christus herinnerd te worden? Dan geloof ik niet, dat hij daarmee iets ongeoorloofds doet. Al zou ik er, om het gevaar dat ©r in ligt, niet voor gevoelen, dat wij de zede der Roomschen weer gingen invoeren om kruisen te hebben in onzo huizen. Evenmin als d© zed© van het kruis-slaan. Dr A. Kuypér heeft hiervan gezegd: „Het kruisteeken was ook onzen vaderen heilig en op zichzelf zou het heerlijk zijn, zoo dit teeken van het kruis allerwegen uit kon komen, maar, helaas, de uitkomst had getoond, dat dit heilig t©6k©n op di© wijs niet in de wereld kan worden ingedragen of het wordt feitelijk tot ©en amulet verlaagd of werktuigelijk bespot in zijn heilig© beteekenis."

In de gebouwen, waar wij samenkomen om onzen ©eredienst uit t© oefenen, behooren in elk geval geen crucifixen en ook g©©n kruisen. Ze mogen er ook niet geplaatst worden om ons op den kruisdood van den Heiland t© wijzen en ons van Zijn liefde te spreken. Want God wil Zijne Christenen onderwezen hebben door de levende verkondiging van Zijn Woord. En om ons den kruisdood onzes Heeren zichtbaar voor oogen t© stallen heeft Hij het heilig Avondmaal verordend.

Maar al denken wij. Gereformeerden, aldus over kruisen ©n crucifixen, ons geloof maakt toch het woord van Da Costa tot het zijne:

In het kruis zal 'k eeuwig roemen En geen wet zal mij verdoemen, Christus droeg den vloek voor mij.

J. THIJS.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 maart 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Het Kruis van den Heiland.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 maart 1932

De Reformatie | 8 Pagina's