GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bjjbel en Natuur.

2de Serie II.

Bodem.

In het vorig artikel werd gesproken van de groote beteekenis van den dauw. Alvorens nu nader in te gaan op de waarde, die de regen had voor Palestina, is het noodig een en ander te zeggen over den bodem van het Heilige Land. Zonder eenige kennis hiervan is het zeer moeilijk, hetgeen over den regen te zeggen valt, te waardeeren.

Reeds vroeger') werd er op gewezen, dat er weinig dcelen van den aardbodem zijn, die op zoo kleine oppervlakte zoo'n groote afwisseling vertoonen als Palestina. Dat, betreft de oppervlakte, zooals die zich thans aan ons voordoet. Het is ecliter zeker, dat deze oppervlakte in den Joop der eeuwen hier en daar groote veranderingen heeft ondergaan.

„De bcrgiiellingen verweeren en de dalen vullen zicli, lieuvels groeien op uit puin. Bij de .lobsbron ten Z. van Jeruzalem begint de rotsbodem eerst 70 voet onder de tegenwoordige dalhoogte, verder naar boven in het Kedrondal 30 voet. Maar ook heuvels kunnen opgroeien uit puin. Te Tellnel-hesi gaven Engelsche opgravingen aan, dat ongeveer 60 voet van den heuvel gevormd wordt door een dergelijke massa. Acht boven elkaar liggende steden hebben aandeel aan dezen groei. Hierboven nog vijf voet aarde en de oppervlakte bestaat uit velden, waaraan niemand kan zien. wal er onder begraven ligt. Dit geldt voor vele van ouds bewoonde plaatsen. Wij staan boven de steden van David, Omri en Achab, maar de grond, dien li u n voeten betreden hebben, kan meestal slechts door uitgravingen zichtbaar worden gemaakt." ^)

Dergelijke veranderingen hebben ook plaats gevonden in het Jordaandal. Het Jordaandal is een deel van de Syrische slenk, die bij den oorsprong van de Grontes begint en ook de Doode Zee omvat. Dat deze verzakking (of misschien uiteenwijking der oevers) langzaam heeft plaats gehad, blijkt o.m. uit de a, ardbevingen, die van tijd tot tijd het land deden schudden. Hiervan vinden WQ iets in den Bijbel en wel in Amos 1:1, wa, ar van een aardbeving wordt gesproken, die blijkbaar zóó lievig is geweest, dat ze als tijdsaanduiding kon gelden voor het nageslacht. Van den schrik, door deze aardbeving gewekt, spreekt ook Zacharia 14:5.3)

Zoo is in den loop van den tijd de kustlijn op verscliillende punten gewijzigd'. De zee is hier en daar meer teruggetreden, waardoor rotspunten en klippen, die vroeger geheel onder water lagen, te voorschijn zijn getreden. De havens zijn nu nog moeilijker te bereiken dan vroeger. Aan den anderen kant hebben de groote massa's zand enz., die door de riviertjes naar de kust zijn gebracht, gevoegd bij het zand en de modder, die door de zeestrooniing van de monden van den Nijl naar het Oosten zijn gevoerd, hun invloed in tegengestelden zin doen gelden.

Het oude land der Filistijnen, de kustvlikte in het Z, W. van Palestina, heeft ook veranderingen ondergaan. Hier Uggen duinenreeksen, die in liet Zuiden het breedst en het hoogst zijn. Daarachter ligt een tamelijk golvend heuvelland, waai-binnen kleinere vlakten liggen. In den winter teisteren zandstormen dit gebied, zoodat uitgestrekte vlaliten tlians door het duinzand bedolven zijn, die vroeger uitstekend vruchtbaar waren. Het oude Gaza ligt geheel onder het duinzand verborgen, terwijl de ruïnen van Askelon reeds onder den zeespiegel liggen. De vroegere vruchtbaarheid blijkt uit den vruchtbaren bodem, die zich onder hel zand bevindt. Ook uit de geschiedenis vap Simson wordt dit voldoende duidelijk. Toen waren er vele goed bebouwde gedeelten in de vlakte. De door Simson gestichte brand tast niet alleen de op het land slaande rijpe tarwe aan, maar ook de korenhoopen, zelfs de wijngaarden en de olijfboomen. (Richt. 15:5)

In het algemeen kan gezegd worden, dat de bodem van Palestina voor een belangrijk deel uit kalkgesteenten bestaat. Dit geldt in het bijzonder voor het bergland ten Westen en ten Oosten van den Jordaan. Hier vindt men tot op groote diepte de kalk- en marmersoorten van het Turoon en Ceiiomaan in zijn verschillende formaties, alle bestaande uit koolzure kalk, soms met een belangrijk gehalte aan koolzure magnesia. Het zijn lagen, die van groote waarde zijn als leveranciers van bouwsteen. Bij verweering geven deze lagen een roodbruine, voor cultuur geschikte aarde. Oorspronkelijk lag hier nog overal een zachtere laag overheen — Senoon —, die behalve uit vuursteen, uit verschillende soorten kalk, krijt en gips en ook uit leem bestond. Ten Westen, van den Jordaan is deze laag grootendeels verdwenen, in het bergland ten Oosten van den Jordaan is daar nog veel meer van te zien. Deze laag geeft, al naar de samenstelling, bij verweering een meer grauwe of meer heldergekleurde aarde, die echter in vruchtbaarheid bij de zooevengenoemde roodbruine aarde verre ten acliter staat.

, \ls typisch verschijnsel voor deze Senoon-kallien leemlagen is nog te vermelden, dat er overheen nog een meestal witachtige kalkkorst ligt, met aan de oppervlakte een dunne kiczellaag. Deze kalkkorst wordt naar beneden steeds zachter om tenslotte in mergel over te gaan. De beteekenis van deze laag is, dat zij bescherming geeft aan de daaronder verzamelde vochtiglieid. Daardoor groeien er op zulk een bodem bosschen — vóorzooverre Palestina die tenminste nog heeft — en kan men daar ook boomen in cultuur nemen. Dit is te meer van belang, omdat een zoodanige bodem alle vereischten om voor akkergrond te dienen ten eenenmale mist.')

Het Noordelijk deel van het Oost-Jordaanland vertoont een ander karakter en datzelfde geldt voor het Noordoostelijk deel van het Wcst-J«rdaanland, dus zoowel voor Basan als voor Galilea. Hier is de kalkbodem op tal van plaatsen door vulkanische uitbarstingen doorbrolcen en vindt men basalt- en lava-lagen. Deze geven bij verweering een buitengewoon vruchtbaren bodem.

Het bergland van Galilea vertoont een rijke aiwisseling van bergruggen en ingezonken vlakten. De bergruggen bestaan voor een belangrijk deel uit basalt en vulkanische gesteenten — alleen de Tabor is een kalkberg — en de dalen zijn voor een goed deel verweerde lava. Hieruit volgt al dadelijk, dat Galilea een veel vruchtbaarder gebied is dan de Zuidelijker deelen van het West-Jordaanland. De bevestiging hiervan vinden we in Hand, 12:20, waar de Phoeniciërs een oorlog weten te vermijden, „omdat hun land .gespijzigd werd van des konings land". De Vlakte van Jizreël is een der korenschuren van Palestina, op tal van plaatsen vindt men bosschen van eiken, Johannisbroodboomen en naaldboomen, terwijl de heuvels vaak tot aan den top met akkers bedekt zijn. De berg Tabor rijst als een schoon gevormde kegel uit de vlakte op. De hellingen zijn begroeid met verschillende eikensoorten. Het zoo gevormde bosch is rijk aan wild, zoowel aan vogels als aau knaagdieren.

Onder Basan verstaat men het land ten Noorden van den Jarmoek. Oorspronkelijk werd dit als weidegrond gebruikt. Daarom kwam de halve stam van Manasse tot Mozes om Basan als zijn erfdeel te mogen ontvangen, daar zij veel vee hadden. (Num. 32:1—4).

In Basan kan men allereerst onderscheiden I) s j o 1 a n, de hoog\'lakte ten Oosten van het Meer van Tiberias. Het midden en noorden dat tot 1100 m oploopt, is ruw en wild, bedekt met lava en basalt. In het voorjaar groeit er overvloedig gras, terwijl verweerde plekken bebouwd worden. Het zuidelijk deel is minder steenachtig. De lava is hier tot een vruchtbare roode aarde geworden, die geheel bebouwd wordt en rijke oogsten aan tarwe en gerst leveren. Bossclien vindt men hier nu niet meer. Dit waarschijnlijk in verband met het vrij koude winterweer, waarbij veel hout verbrand wordt

Wanneer de Schrift spreekt van de „weiden van Basan" (Jer. 50:19, Micha 7:14), van de „sterke stieren van Basan" (Ps. 22:13) en, van het genieste vee uit Basan (Ezech. 27:6), dan moet vooral aan dit deel van Basan, aan den Dsjolan, gedacht

worden. Ook thans voorziet DvSJolan geheel Palestina en het land er om heen tot Damaskus toe van trekvee.

Ten Oosten van den Dsjolan ligt de H a u r a n- vlakte, nu En-Noekra geheeten. Dit is in bijzonder het boven reeds aangeduide tarwegebied. De roodbruine, verweerde lava is buitengewoon vruchtbaar en de tarwe van Hauran heeft een zeer goeden naam. De vlakten worden onderbroken door groote, zware basaltgevaarten, die een somber aanzien geven. Overal zijn sporen aanwezig van vroegere rijke bosschen. Zooals uit de Schrift blijkt, zijn het vooral eiken geweest, die in groot aantal daar groeiden. Thans vindt men ze alleen maar meer op de bergen. De „eiken van Basan" (Jes. 2:13, Zach. 11:2) werden zelfs naar Tyrus vervoerd om daar dienst te doen bij den scheepsbouw van de Phoeniciërs. (Ezech, 27 VS 6).

Het zal duidelijk zijn, dat een dergelijke, in hoofdzaak kalkachtige bodem in het algemeen weinig geschikt is om het regenwater, dat er op valt, in de bovenste lagen te bewaren, zoodat de boomen en planten er naar behoefte van kunnen profiteeren. Daar, waar niet op een of andere wijze het water bewaard wordt, zullen dan ook woeste plaatsen ontstaan, die zeer weinig plantengroei hebben.

Toch heeft 't regenwater op den bodem grooten invloed, zooals in het volgend artikel zal blijlicn.

F. J. BRUIJEL.


1) „Over de Hyssop" — „De Reformatie", 13 Juli '34. 2) G. Dalman. „Einst und jetzt in Palastina". P. J. B. VI (1910). 3) Dr C. van Gelderen. Het Boek Amos, blz. 3 v.v. 4) G. Dalman. Arbeit und Sitte in Palastina. II, blz. 1 v.v.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 maart 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 maart 1935

De Reformatie | 8 Pagina's