GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jezus zeide tot haar: Vrouw, wat heb ik met u te doen ? Joh. 2: 4a.

Christus regelt z|]n verhouding tegenover Maria.

Wij hebben er aandacht aan te schenken, dat dleze ontmoeting van Jezus met Zijn moeder op d)e btuiloft te Kana gedateerd is. „En opi den dea-dlen dag, '" — zoO' vangt Johannes de beschrijving van dit wondere bruiloftsfeest aan — „was er een bruiloft te Kana in Galilea, en de moedeir van Jezus was aldaar." Het gesprek, dat ons hier van Jezus en Maria staat opgeteekend, beeft plaats gehad, zeer korten tijd, nadat de openbare ambtsbediening van Jezus een aanvang genomen had. De evangelist schrijft liiel" nog van de eerste week vaiL bet publieke optreden van den Heiland.

Als wij op den tijd letten, waarop de Heere het woord, hierboven afgedrukt, gesproken heeft, kan ons de beteekenis daarvan aanstonds duidelijk worden.

Jezus Christus is heengegaan om zijn we'rk te dioen tot redding der wereld. Hij is uit Nazaretli vertrokken en heeft zich begeven naar Bethabara, aan de overzijide van den Jordaan, om geidoopt te worden door Johannes. Daarbij heeft Jezus afscheid genomen van het leven in stille afzondering en van het .verblijf in de woning van den timmörman. Voortaan zal Hij het land doorgaan, met de pSrediking van het evangelie des Koninkrijks en genezende de ziekten en kwalen van het volk. De scharen zullen Hem volgen en de Parizeen en Schriftgeleeirden zullen in beweging komen. Een kring van discipeien zal om dien Heere verzameld worden om nader onderricht te ontvangen. Doelbewust zal de Heiland intusschen verder gaan: Ziet Hij heeft zijn voeten gezet op den weg, aan het einde waarvan het kruis oprijst!

Het is wel mogelijk, dat Maria deze verandering in het optreden van haar Zoon niet dadelij'k heeft begrepen. Zij heeft missdhien gedacht dat Jezus niet op zoo eenvoudige wijze Zijn werk tot verlossing van Zijn .volk zou aanvangen. In elk geval, als Maria met ©en bezorgd gezidht Jezus tegemoet treedt op de hi-nil.oft, Oim Hem bekend te maken dat er een tekort aan wijn dreigt te ontstaan, wijst niets er op, dat zij' de beteekenis van den doop van Jezus en van wat daarop gevolgd is, verstaan heeft. Maria wil met Jezus de moeilij'kheden bespreken, die er gerezen zijn in de wijnvoorziening, nu er plotseling zooveel gasten — de nieuwe discipelen van Jezus! — zijli bijgekomen. De moeder, zooals de evangelist zoo fijn opmerkt, wil met haar Zoon de onaangename kwestie bespreken, en de vraag onder de oogen zien of er niet een oplossing aan do hand kan worden gedaan, zonder dat de feestvreugde in gevaar komt. Maria wil — missdhien wel aangespoord door den bruidegom en zijn famihe — een beroep doen op haar Zoon. Zij is wel de aangewezen persoon om in deze onvörwadhte moieilijkheid bemiddelend op te treden. Zij kan het best Jezus op de hoogte brengen en voorziclitig de noo'ddge inlichtingen geven! Is Maria niet de moeder van Jezus en staat zij Hem niet nader dan ieder andeir? Doch nu gaat Jezus, boven Wiens hoofd de !hemelen geopend werden bij den doopi en Die zijn moet in de dingen Zijns Vadeirs, aan Maria duidelijk maken, dat zij als moeder voortaan geen bijzondere aanspraken meer zal kunnen doen gelden. De tijd, waarin Maria Jezus Mj de hand kon nemen en Hem kon verzorgen in het woonbuis te Nazareth, is voorbij'. De taak van Maria om haar Zoon te onderrichten en te besdhermen tegen de gevaren van ihet leven is ten einde. Haar taak kan van nu af geen andere zijn dan in aanbiddende bewondering te zien op den verlossingsarbeid van Christus; haar roeping is vanaf dit oogenblik om te belijdien m'St de anderen die den Heere aanbangen, dat Jezus is de Christus.

Dat moet Maria weten. Daarom regelt Christus op de scheiding van Zijn leven, tusschan Zijn veirblijf te Nazareth en Zijn gang door Palestina, in bijzijn van Zijn discipelen, Zijn veriiouding tot Zijn moeder. Daarom zegt Hij tot haar: „Vrouw, wat heb Ik met u te doen? "

Op dat oogenblik wijst de Heere Maria terug. En Hiji wijst haar terug op ©en plaats naast ons allen.

Als bet leven van openlijke werkzaamheid van dan Heiland is aangevangen, komt Maria op één lijn te staan met al de geloovigen. Niemand heeft van nu af ©en voorrang om zijn aanspraken te laten gelden. AUen staan zij op één lijn.

Maria heeft niets vóór. Niemand heeft iets vóór. Groot en klein, rijk en arm, geleerde en eenvoudige, ambtsdrager en kerklid, staan in hun verhouding tot den Christus op dezelfde lijn. Allein zullen zij Hem prijzen. Die Zijn leven heeft gegeven tot een rantsoen voor velen.

Maria, on gij en ik, wij zullen gelooven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1937

De Reformatie | 8 Pagina's