GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En als de dag van het pinksterfeest vervuld was.... Handel. 2:1a.

Pinksterfeest — Oogstfeest.

Het is niet toevallig on onverschillig, op wat dag liet was, dat de kerk van Christus, vervuld werd met den Heiligen Geest.. Het was de dag van het joodsche, het oudtestamentische pinksterfeest.

Dat was een oogstfeest. Men diende dan in Israël ten offer te brengen twee brooden, gebaliken van het eerste, versche tarwemeel, Lev. 23:17, Ex. 23:16, Num. 28:26. De oogst was met paschen begonnen; dan bracht men de eerstelmgen, wat halmen met rijp koren. l\Iaar vijftig dagen later viert men er feest over, dat de lieele oogst is ingezameld: liet koren is gedorscht, het meel gemalen, het brood gebakken. Dat is pinksteren, feest der verzadiging. Feest van de vruchten, die rijp in iden schoot vallen.

Dat feest wordt nu feest van den Heiligen Geest der volheid Gods. Christus van Paschen, de Eersteling, Iieeft vele broeders nu, uit alle volken. Nu geeft de wereldakker zijn vrudit voor de schuren Gods.

Van Christus, Wiens feest liet ook op den pinksterdag is, kan men in dit verband twee - dingen zeggen. Hij is lïersteling. In de schuur van den Vader is Hij het eerst binnengedragen. Maar daarmee in verband staat een tweede ding: Hij legt op den gelieelen oogst beslag. Want naar' de Schrift is de eersteling niet enlcel het begin; het goed begin, dat een reeks opent. Er gaat heilzame invloed uit van den eersteling op het groot geheel, waarvan hij onderdeel is; dat onderdeel, dat Godo wordt gewijd.

Tot recht begi-ip van wat oen eersteling is, sla men Rom. 11:16 op. „Indien de eerstelingen heilig zijn, zoo is ook het deeg lieilig." Nader wordt dal verklaard in een andere gelijkenis: „indien de wortel heilig is, zoo zijn ook de taklien heilig." Dit laatste is zeer begrijpelijk. De wortel draagt de takken en vergadert hun voedsel; het leven van den wortel deelt zich aan de heele plant of boom en aan alle vertalckingen mee. Zoo gaat er ook een invloed uit van den „eersteling" op het „deeg". Denk u maar in, met welk doel de eerstelingen werden gebracht. In Israël heeft het Woord Gods onderwezen over het leven en den arbeid en tot kennis des geloofs gebracht, dat voedsel, brood, dagelijkscli levensonderhoud van den Heere zijn. De mensch werkt zicli niet in het zweet in zijn broodwinning, maar in zijn levensroeping. Zijn arbeidsresultaten zijn voor God, zijn God en Schepper, de Schepper bovendien van alle dingen. Dus is ook het graan, dat op den akker groeit en straks tot meel gemalen en tot brood gebakken wordt, het eigendom van God. En wie Hem vreest met waren harte neemt van dat deeg geen kruimel tot stilling van zijn honger en om de grage monden van zijn kinderen te vullen, tenzij hij een eerstelingsgave Gode heeft gewijd. Dat eerstelingsdeel onttrekt hij aan het zgn. profaan gebruik: van zijn dagelijksche behoeften neemt hij het af, voor zijn God. Zoo heiligt hij niet slechts dat deel, dat met gebruikelijke ceremonieën tempelwaarts gebracht en hemelwaarts geheven wordt; maar het geven van het deel heiligt het deeg geheel en al, alwat hij overhoudt en straks gaat eten.

Nu kunnen wij den Christus van liet pinksterfeest verstaan, die oogstfeest houdt als Hij den Geest zendt. De oogst van Christus zijn de liinderen des verbonds, ja liet leven des verbonds, met een omvang en een vertakking, als we ons maar moeilijlc volledig kunnen denken. En Christus is met de banden der eeuwige ordening Gods en van Zijn Middelaarsliefde aan deze kinderen en dit leven verbonden. Als hun eersteling had Hij Zijn Paschen, en was de eerste vrucht van God uit Diens schepping, 't Geschapen leven van den tweeden Adam v> ? erd toen naar recht met heerlijkheid bekleed.

Maar indien de eersteling lieilig is, zoo is ook het deeg heilig.

De geheele oogst is in Hem begrepen.

Maar liet leven des verbonds, de menschenkinderen, die dat leven liebben, zijn niet als Christus nog verheerlijkt. Wij zijn zoo maar niet Gods oogst, die rijp en wel, gedorscht en gewand, gedragen wordt met blijdschap in Gods schuren. Ons leven zucht naar de heiliging met Cliristus mee.

En nu lioudt daar op het pinicsterfeest de Eersteling den band aan met den oogst in zijn geheel. Hij zendt den Geest uit om den oogst nu binnen te Imjgen. Hij heeft niet tevergeefs den eersten stap gezet, velen volgen Hem. Hij krijgt ze mee. Hij beschikt over den Geest.

Zoo is er een dag, dat Hij klaar komen zal. Hij kan tot de voleinding geraken.

Om dezen Christus en Zijn Geest mag de kerk zich nu niet laten verhinderen om ten volle Zijn oogst te zijn. Het leven des verbonds bloeide en het bloeit nog. Ook vriest heit en het hagelt. De vrucht beeft; ze wordt zeer bedreigd. Nochtans zet zij zich en wordt rijp. Gods schuren komen vol. Christus is enkel zegen, door den Heiligen Geest. Maar... Christus. Want daar is ook een andere oogst, Openb. 14:14 vig.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juni 1938

De Reformatie | 12 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juni 1938

De Reformatie | 12 Pagina's