GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De verbondsleer en het boek van prof. Aalders.

In „De Wekker" schrijft de redacteur (J. J. v. d.) S(chuit) te A(peldoorn) een en ander over het boek van dr G. Ch. Aalders:

Rondom dit boek is een strijd geboren in de Gereformeerde Kerlcen, die ons sterli lierinnert aan de dagen even vóór en na '92 tot op de Synode van 1905, toen de Gereformeerde Kerken meenden, dat eenheid verkregen was, en dat de Christelijlce Gereformeerde Kerk nu duidelijk kon zien, dat zij geen reclit had van bestaan. Thans demonstreert dit boek, dat deze eenheid alleen bestond en bestaat in n a a m.

Dit boek handtxaaft de leer, dat het verbond opgericht is alleen met de uitverlcorenen en dat Christus het Hoofd is van het genadeverbond, blz, 185 enz.

Eerst wordt aangewezen, hoe verkeerd ds Woelderink's voorstelling is in zijn boelc „het doopsformulier". Maar nu zit de Schrijver er mee, dat in eigen Kerken er meerderen zijn, die zich aan de zijde van ds Woelderink plaatsen, en die evenals ds Woelderink van deze idealistische verbondsleer niets moeten hebben.

In zijn laatste hoofdstuk „samenvattende beschouwingen en praktische gevolgtrekliingen" tracht de Schrijver aan te toonen, hoe verlceerd een verbondsbeschouwing is, die het zaad der geloovigen niet beschouwt als reeds wedergeboren, en in Christus geheiligd, en die daarom als lidmaten van Zijne Gemeente behooren gedoopt te wezen.

Onzerzijds is tegen deze onschriftuurlijke, ofschoon schriftuurlijk-idealistische verbondsleer geschreven en gewaarschuwd.

Thans schrijven de kopstukken in de Gereformeerde Kerken in denzelfden toon tegen dit boek.

Ik zal maar voorbijgaan, wat in „De Reformatie" te lezen staat, als weerlegging, van wat Aalders beweert. Scherper dan het daar staat, kunnen wij het niet zeggen. Ik kies uit liet vele over deze lectuur, wat ds Th. Delleman schrijft in de „Gereformeerde Kerkbode van Kralingen". Hij zegt daar:

Prof. Aalders zegt: dat Christus het Hoofd is van het genadeverbond, is voor geen bestrijding vatbaar.

Dit laatste is wel wat al te sterk uitgedrukt, want stel nu daartegenover eens de uitspraak van den ouden dominé T. Bos (waarbij de namen van prof. Lindeboom, Kreulen, J. van Andel e.a. genoemd kunnen worden), die in 1904 schreef: in den waren eigenlijken zin des woords kan men niet zeggen, dat God het genadeverbond met Christus opgericht heeft, want dan zou daaruit volgen, dat God in dat verbond werd do God van Christus, en dat Christus uit v r ij e genade het eigendom geworden is van God.

Het verbond is opgericht met menschen, die geworden waren zonder God in de wereld en door dat verbond genadiglijk weer aangenomen werden tot een volk van God. „Blijkbaar zijn er dus altijd theologen geweest, die er anders over dachten dan. prof. Aalders."

Wanneer Ik dergelijke reactie lees in de Gereformeerde Kerken, wanneer ik recensies en weerleggingen lees in de pers dier Kerken, die het met de idealistische voorstelling van prof. Aalders in het geheel niet eens zijn, dan willen wij ons niet verheffen met te zeggen: zie je nu wel, hoeveel recht wij hadden om in '92 met de vereeniging niet mee te gaan, maar dan zouden wij ons willen aansluiten, bij hetgeen „De Waarheidsvriend" van 24 Aug. schrijft: „jammer, dat de Gereformeerde Kerken in 1905 op de Synode te Utrecht deze kwestie van „de leer der veronderstelde wedergeboorte" niet grondiger heeft behandeld, en niet flinker heeft verworpen. Het is en blijft één van de belangrijkste verschilpunten tusschen de Chr. Gereformeerden en de Herv. Gereformeerden eenerzijds, en de Gereformeerde Kerken anderzijds".

Ja inderdaad, zoo spreken ook wij. Jammer, dat deze onschriftuurlijke leer niet flinker is verworpen door de Synode der Gereformeerde Kerken. Maar wat niet i s geschied, kan nog geschieden. Wie weet?

Ik begroet daarom zulke boeken als van Aalders dankbaar, niet omdat wij het er mede eens zijn, maar omdat zij blijken de oogen van velen te openen.

Zou waarlijk de tijd dichter naderen, als waarop wij in ons Synodaal schrijven aan de Gereformeerde Kerken hebben gedoeld?

Want gedeeldheid is onze wensch niet, maar eenheid.

Ik ga op deze uitlatingen niet nader in, behalve op een paar punten:

a. naar mijn meening heeft de schrijver geen gelijk, als hij meent, dat in 1892 de scheiding geoorloofd was; deze zou eerst geoorloofd zijn geweest, indien het binnen de Gereformeerde Kerken onmogelijk was, tegen de verbondsopvatting van prof. Aalders te strijden, en indien diens krasse uitspraken kerkelijk zouden worden gemaakt. Het feit evenwel, dat in onze pers ook door een kerkelijk hoogleeraar geschreven worden kon tegen 'dit boek zóó als het geschied is, en nog geschiedt, toont aan, dat de kerken een dergelijk boek niet voor haar rekening nemen; en voorts meenen we, dat een theo­ logische verhandeling als van prof. Aalders binnen het raam der confessie haar plaats hebben kan;

b. in de meening, dat prof. Aalders' boek een onjuiste constructie geeft, word ik steeds meer versterkt; en steeds duidelijker wordt ook door anderen het tegenovergestelde gevoelen verdedigd;

c. zoolang een synode daarin geen verhindering brengt, zal ook daaruit het onjuiste van den stap van 1892 blijken;

d. ik herhaal, dat uitspraken als prof. Aalders zich veroorloofde, aan het hoognoodige streven naai' eenheid tusschen Geref. Kerken en Chr. Geref. Kerk niet bevorderlijk zijn; waarom ik dan ook, getrouw aan mijn verlangen naar eenheid zonder eeiiigen knieval van de eene of de andere groep, gemeend heb, de opinie der ouderen van vóór 1892 te moeten beschermen tegen prof. Aalders' vonnis;

f. dat ook vóór 1892 onder de christelijk gereformeerden aangaande het verbond verschil van meening openbaar geworden is, zonder tot scheuring aanleiding te worden, bewijst te meer, dat eenheid in kerkverband mogelijk moet zijn, ook al blijven theologische meeningen in dezen tegenover elkander staan.

Voorts schrijft „De Waarheidsvriend" (hervormd, Gereformeerde Bond):

Zoo staat men dan tegenover elkaar, en niet weinig fel, met de scherpste veroordeeling van den een aan het adres van den ander, waarbij vooral opgeld doet: „gij zijt niet gereformeerd".

Zou het niet beter zijn de strijdvragen, de verschilpunten inzake het Verbond eens rustig onder de oogen te zien en eens als broeders van hetzelfde huis (wij bedoelen het hier inter-kerkelijk) met elkaar te praten? Wat heeft men er aan, als men b.v. zooals prof. Hepp doet, uitdrukkingen te gebruiken van: „schrik beving mij, toen ik kennis nam van de verbondsbeschouwing van Van der Vegt"? Zooals deze zelfde professor nu al weken bezig is zoo spelenderwijze het boek van ds Woelderink te becritiseeren en diens beschouwingen te veroordeelen, steeds met dien zelfden welverzekei'den tuchtigen en vluchtigen toon, terwijl anderen als prof. Schilder, ds Delleman enz. er hoog respect voor hebben.

Wij zijn van het boekje van ds Van der Vegt volstrekt niet geschrokken. Integendeel. Wij vinden het een keurig boekje, in prijzenswaardigen vorm gesteld en duidelijk ook voor den eenvoudigste. Waarom moet een ander nu theatraal uitroepen: de schrik is mij op 't lijf geslagen; is dat nu gereformeerd?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 september 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 september 1939

De Reformatie | 8 Pagina's