GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Brochures de Bondt-Weggemans

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brochures de Bondt-Weggemans

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof. Dr A. de Bondt schreef in „De Bazuin" onderstaande recensie over het postume geschrift van Prof. Dr S. Greijdanus, Heilige Geschiedenis, uitgave Oosterbaan & Le Cointre, Goes, 1951:

Prof. Greijdanus is jarenlang hoogleraar geweest aan onze Hogeschool^ heejt zich daar geopenbaard als een hard werker en als een uitnemend exegeet.

Dit moeten ook de mensen in onze Kerken bedenken, als ze soms dit geschrift van Prof. Veenhof, die de Heilige Geschiedenis van Prof. Greijdanus uitgeeft, in handen krijgen. Het is jammer, dat de ellenlange inleiding (51 pag.) dit werk gedegradeerd heeft tot een propaganda-geschrift voor de Vrijgemaakten. Deze studie over de Heilige Geschiedenis vind ik één van de minst geslaagde werken van Prof. Greijdanus. Maar met een overledene gaan we niet polemiseren. Toch prikkelt de critiekloze aanvaarding door Prof. Veenhof van alles, wat Prof. Greijdanus leerde, onwillekeurig tot verzet. Ds Weggemans en ondergetekende hébben tijdens het leven uan Prof. Greijdanus zijn geschriften in verband met de Synodebesluiten nauwkeurig geanalyseerd en sterk gecritiseerd. Noch Prof. Greijdanus, noch iemand anders heeft ons betoog weerlegd.

De adoratie van Prof. Veenhof en zijn critiekloze instemming is alleen maar verbazingweJzkend.

Degenen, die Prof. Greijdanus zeer hebben leren waarderen als exegeet, zoals ondergetekende, zullen zijn commentaren in ere houden. Daarin vonden en vinden we de eerlijke exegeet. Van wie elke theoloog leren kan.

Tot zover de „recensie".

Nu zullen we niet al te veel werk maken van die eerste volzin. Want dat die niet juist is, staat voor ons vast. Stond ook voor Greijdanus vast. Drie van de toenmalige docenten (Greijdanus, Dam, Schilder) hebben zich gerealiseerd, dat ze benoemd waren aan een School, die tot taak had, te doceren op de basis van Schrift en Drie Formulieren van Enigheid. Later hebben onbevoegden die School willen veranderen, door ze te binden aan wat: a) onverbindbaar en onjuist was: de comibinatie Schrift-Drie Formulieren en zestien puntjes. Die verandering hebben die drie niet aanvaard; ze hebben dus de oude School voortgezet volgens de ondertekeningsformule; en ze hebben haar bewaard voor de wetenschappelijke blunder, te denken, dat men in staat zou zijn niets te leren, dat niet helemaal klopte met die zestien pimtjes plus de Drie Formulieren. Niemand is daartoe in staat; en de pertinente tegenspraak, die ook in Dr de Bondt's kring tegen die zestien puntjes vernomen is, bewijst, dat die drie docenten gelijk hebben gehad. Kortom: aan de instelling, die Dr de Bondt , , onze" Hogeschool noemt, is ook Greijdanus nooit verbonden geweest. Hij bleef waar hij was — en dat hebben de kerken erkend, die hèm zijn blijven ontvangen, ook na zijn duidelijk „neen" tegen die zestien puntjes, waarover steeds meerderen zich generen.

Wat de recensent zegt aan het adres van collega Veenhof blijve rusten. Wie van „adoratie" spreekt, mag het 'n tikje ruwer zeggen dan de collega-exegeet van Dr de Bondt aan Oudestraat 6 (die collega sprak van een welhaast gecanoniseerde Greijdanus), het is er niet minder onwaar en grof om. Verontwaardiging over het doen ener synode, die zich — zoals ik Zondag in 'n preek over het 9e gebod hoorde — aan het negende gebod vergreep (en ook aan het vijfde: gedelegeerden eerden hun delegatoren niet meer), en die toch Greijdanus „vonniste" wegens openbare grove zonde tegen het vijfde en negende gebod, — deze verontwaardiging over zo'n synode is nog geen adoratie van de gevonniste. Alexander Stein spreekt in zijn brochure , , Adolf Hitler, Schuier der 'Weisen von Zion' " in III, 5, over: „Die Umkehrumg der Weltgefahr". Hier is „tjmkehrung der Kircheugefahr". Intussen — al zóu (des neen!) Prof. Veenhof een postuum boek over de Heilige Geschiedenis (waarin een biografie van de auteur op haar plaats wé.s) hebben doen uitlopen op een propaganda-geschrift voor de „Vrijgemaakten" (hoewel het geschrift zeU er geen woord over rept), dan heeft Prof. de Bondt de recensie doen uitlopen op een propagandastukje voor de anti-vrijheids-campagne. In het onderstelde geval waren die twee dus „quitte".

Maar we zien ineens, dat Prof. de Bondt in de naieve mening verkeert, dat niemand zijn brochures (geschreven In bond met ds Weggemans) heeft weerlegd. Wij menen, dat ze allang weerlegd zijn — In ettelijke artikelen, ook al grepen die andere auteurs bij hun jasje.

Maar nu Prof. de Bondt meent, dat hij en ds W. niet weerlegd zijn, willen we nog wel eens — bij stukjes en beetjes — er eens wat van gaan zeggen. Niet te veel tegelijk, opdat het niemand vervele, als 't allemaal tegelijk kwam.

We beginnen dus. Voor de voet op.

1. In I, 6 staat: „de synode achtte het niet oorbaar, tn de tijd toen Prof. Schilder door zijn gevangenschap niet aanwezig kon zijn, deze materie (der mentagsverschillen) In behandeling te nemen". Dat is onjuist. Ze was niet eens klaar. Maar de commissie — die nog druk aan het werk was — is wel degelijk voortgegaan tijdens Schilder's gevangenschap. Voorzitter: dr W. A. v. Bs. Een der leden: prof. dr J. Rldderbos.

2. In I, 6/7 wordt van een ongenoemde geciteerd, dat „gezien onder het gezichtspimt der Goddelijke verldezing er geen afval is, maar gelet op onze roeping is er wel afval". Daaruit wordt dan geconcludeerd, dat „volgens deze voorstelling" (van de ongenoemde) „de Schrift ons enerzijds leert, dat er geen afval der heiligen is, maar anderzijds, dat wedergeborenen kunnen afvallen en verloren gaan". Dat is natuurlijk een valse conclusie. Want de lezers van dr de Bondt-ds Weggemans denken natuurlijk hierbij aan wedergeboorte in Kuyperiaanse zin. Maar de ongenoemde schrijver dacht aan wat anders. Daarom zei hij ook: , , gelet op onze roeping". Men moet ook (juist!) ongenoemden eerlijk citeren. En zouden de

H.H. de B.-W. willen tegenwerpen, dat de ongenoemde schrijver vooraf gezegd had: „dat wij in het verbond wedergeboren zijn", dan moet een exegeet bedenken, dat „wedergeboorte" hier natuurlijk iets anders betelient dan bij Kuyper-de Bondt-Weggemans. Waarom dan ook Greij-, danus( Komm. I P. 1 : 3) bij 1 Petrus 1 : 3 aantekent: dat de opstanding (van Christus) als destijds geschiedende, a.h.w. zichtbare, gebeurtenis voor de discipelen TOEN WEL het middel was tot HUTSTNE overvoering uit wanhoopsdood in een blijde, krachtig-hopend leven" (waren ze nog niet wedergeboren in kuyperiaanse zin? ? ? K. S.), evenals NU DE PREDIKING des Woords en VAN die opstanding middellijk doet overgaan uit de dood in het

leven", I, 23; 1 Cor. 4 : 15; Jac. 1 : 18, 21, enz.".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 maart 1952

De Reformatie | 8 Pagina's

Brochures de Bondt-Weggemans

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 maart 1952

De Reformatie | 8 Pagina's