Revue 1998 - pagina 16

Faculteit der Bewegingswetenschappen de Gehandicaptenzorg. In die hoedanigheid begeleidt hij bijvoorbeeld projecten op het gebied van de ontwikkeling van functionele motoriek bij kinderen met een hersenbeschadiging. Wat het onderwijs betreft is hij verantwoordelijk voor het afstudeerprogramma binnen de Orthopedagogiek dat zich richt op de zorg voor gehandicapte kinderen.

Prof.dr. A. Vermeer

Afscheid Adri Vermeer Op 1 september 1997 heeft prof.dr. A. Vermeer de faculteit verlaten om als fulltime hoogleraar aan de Universiteit Utrecht aan de slag te gaan. Vermeer kwam op 1 januari 1973 bij de Interfaculteit Lichamelijke Opvoeding (IFLO) in dienst. Bijna vijfentwintig jaar is hij bij het onderwijs en onderzoek van de vakgroep Bewegingsagogiek betrokken geweest. Verder heeft hij zich uitgebreid met internationalisering beziggehouden. Zijn belangstelling voor de (kinder)revalidatie is in de loop der jaren steeds verder toegenomen en is nu uitgemond in een gewoon hoogleraarschap in de Orthopedagogiek, in het bijzonder

14

Afscheid Rients Rozendal Op 1 maart heeft prof.dr. R.H. Rozendal de faculteit verlaten, vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. In 1951 begon hij met de studie Geneeskunde aan de VU. Na het behalen van het doctoraalexamen werd hij in 1959 aangesteld als assistent in de anatomie en embryologie. In 1964 promoveerde hij op het proefschrift 'Some aspects of the development in vitro of skeletal elements of the chick embryo'. "In die tijd werd er uitgebreid onderzoek gedaan naar embryologie en aangeboren misvormingen. Dat was onder meer naar aanleiding van het onverwachte dramatische effect van het slaapmiddel Thalidomide op het ongeboren kind. Kinderen van moeders die dat middel gebruikt hadden, kwamen op de wereld met typisch aangeboren misvormingen van de armen en benen." In 1968 werd hij lector in de anatomie en embryologie en gaf hij les aan studenten geneeskunde en tandheelkunde. Toen in 1971 de IFLO een feit werd, trad Rozendal in dienst van de IFLO. Hij werd lid van de vakgroep Functionele anatomie en in 1975 als eerste in

vfije Universiteit

amsterdam

Prof.dr. R.H. Rozendal

Nederland benoemd tot hoogleraar Functionele anatomie. Van de ruim vijfentwintig jaar die Rozendal aan de faculteit heeft doorgebracht, is hij zo'n dertien jaar decaan geweest. Bij de faculteit zijn er in al die jaren nogal wat ontwikkelingen geweest. Hoe kijkt Rozendal, die dat allemaal van zeer nabij heeft meegemaakt, daar tegenaan? "De faculteit heeft bewezen grote veranderingen goed aan te kunnen. Als je niet af en toe verandert, dan dreigt het gevaar dat de faculteit indut." Een mooi voorbeeld van een recente ingrijpende verandering is het nieuwe curriculum. "Vroeger waren er veel te veel keuzemogelijkheden voor studenten. Met de invoering van het nieuwe curriculum is dat aanzienlijk verbeterd. Overigens is het te danken aan de nieuwe structuur binnen de faculteit dat het invoeren van de onder-

Revue

wijsvernieuwing geruisloos verlopen is." Behalve voor de faculteit heeft Rozendal ook voor de revalidatiegeneeskunde een belangrijke rol gespeeld. "Samen met collega's Bangma en Nielen heb ik zo'n vijftien jaar geleden meegeholpen om een wetenschappelijke vereniging (Wetenschappelijk Genootschap Revalidatiegeneeskunde) op te richten waarin geneeskundige, psychologische, biologische en technische onderzoekers op het gebied van de revalidatie waren verenigd. Daarvoor bestond er eigenlijk geen contact tussen die diverse groeperingen. Dat kwam onder meer doordat de diverse groeperingen ook optraden als beroepsbeschermende verenigingen." Verder is hij lid geweest van het Innovatief onderzoeksprogramma hulpmiddelen gehandicapten (lOPHG). "Deze groep gaf geld aan projecten op het gebied van de revalidatietechnologie. Ook de faculteit heeft daar een aantal subsidies van ontvangen." Hoe kijkt Rozendal terug op ruim vijfentwintig jaar Bewegingswetenschappen? "De faculteit is in de loop der jaren veranderd van een verzameling losse disciplines met eigen interesse in het menselijk bewegen tot een echte Faculteit der Bewegingswetenschappen, waarin de bewegingswetenschappen werkelijk multidisciplinair worden beoefend. Daar ben ik hartstikke trots op!" 3 april: Afscheidssymposium 'Revalidatie: Kennis en Kunde'. Informatie: (020) 444 8530/8470.

Afscheid Wiro Beek Op 21 november 1997 heeft prof.dr.ir. W.J. Beek aan TU Delft zijn afscheidsrede gehouden. Behalve aan de TU Delft was Beek sinds 1 989 ook verbonden aan de faculteit, bij de vakgroep Psychologie, als bijzonder hoogleraar in de Fysica van non-lineaire systemen. Met zijn rede 'If one had his innings, one has had his innings', die doorspekt was met aan de bewegingswetenschappen ontleende voorbeelden, wist Beek het gehoor, waaronder onder anderen een aantal medewerkers van de faculteit en een indrukwekkend groot aantal hoogleraren, ruim drie kwartier lang te boeien. Promoties aan de faculteit Op 4 september 1997 is Dianne Commissaris van de Amsterdam Spine Unit gepromoveerd op het proefschrift 'The control of equilibrium in bimanual, whole-body lifting tasks. A biomechanical approach'. Epidemiologisch onderzoek heeft aangetoond dat herhaald tillen een risicofactor vormt voor het ontwikkelen van (lage) rugklachten. Bekend is dat het tilgewicht hierbij een belangrijke rol speelt, omdat dit (mede) de belasting van de (lumbale) wervelkolom bepaalt. Echter, ook de verwachting die de persoon heeft van het gewicht dat hij zal gaan tillen bepaalt deze belasting! Dit is gebleken na een biomechanische analyse van de bewegingen van de tiller en van de kracht die hij uitoefent om een doos op te tillen. Is de doos lichter dan gedacht, dan heeft de tiller de neiging om achterover te vallen. Hij heeft zich namelijk voor-

vrije Universiteit

amsterdam

bereid op het tillen van een veel zwaardere doos en heeft zijn bewegingen en uit te oefenen kracht daarop afgestemd. Ook wordt de wervelkolom door deze actie zwaarder belast dan in principe nodig is, gezien het geringe gewicht van de doos. De belasting blijkt grotendeels bepaald te worden door het verwachte doosgewicht en niet door het daadwerkelijke gewicht. In beroepen waarin men veel moet tillen, is het dus belangrijk dat werknemers de juiste informatie krijgen over het gewicht van te tillen voorwerpen om te voorkomen dat ze hun rug onnodig zwaar belasten. Op 2 april aanstaande hoopt Annet Dallmeijer te promoveren op het proefschrift 'Spinal cord injury and physical activity: wheelchair performance in rehabilitation and sports'. Plaats en tijd: Aula Vrije Universiteit, 13.45 uur. Korte samenvatting van het proefschrift: Personen met een dwarslaesie hebben een zeer lage lichamelijke belastbaarheid. Dat is met name het gevolg van een vermindering van actieve spiermassa en een relatief inactief, rolstoelafhankelijk bestaan. De lage belastbaarheid leidt tot (kortdurende) hoge piekbelastingen tijdens activiteiten in het dagelijks leven, wat het risico op blessures verhoogt, hetgeen de activiteit mogelijk verder beperkt. Bovendien lijkt het risico op harten vaatziekten ook verhoogd te worden als gevolg van een inactieve leefstijl en daardoor te lage belasting van het cardiorespiratoire systeem. De resultaten van dit onderzoek laten zien dat lichame- |

De faculteiten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen