Studentenalmanak 1898 - pagina 102
Het lied der liefde.
Ik heb nooit schooner lied
En reiner harpaccöord.
Dan 't lied der min uit tecd're borst.
En hopend hart gehoord.
Daar is geen lied zoo schoon, zoo teer,
Verrukkend 's menschen ziel.
Als 't lied der min uit jong gemoed,
Waar dauw der liefde op viel.
Zeg niet: »ik ken een lied.
Dat meer het harte treft« —
Slechts hij bereikt de hoogste sfeer.
Dien liefde opwaarts heft,
Van zaligheid, mystiek van 't hart
En zieleweelde zingt.
En, zwevend op de wiek der min,
Vergeet, wat hem omringt.
De liefde is op aard
Een schoone hemelplant
Zij heeft geen doorn, die 't eêlste kwetst.
Zoodat de toorn ontbrandt.
Zij denkt nooit slecht, zij spreekt nooit kwaad.
Zij pronkt niet met haar schoon;
Ze is rein mystiek, een koningin,
Haar kroon een bloemenkroon!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Studentenalmanak | 138 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Studentenalmanak | 138 Pagina's