GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1909 - pagina 150

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1909 - pagina 150

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

144

hinderde. En toen kwam de gerechtzitting mij weer voor

den geest in onverminderde levendigheid. En weer zag ik

die kaarsen . . . .

Maar nu waren het geen engelen meer, het waren

furiën geworden die mij waanzinnig van angst maakten.

Hun witte, eerst rechtlijnige figuren, verwrongen zich tot

de onmogelijkste bochten. Zij kwamen bij mij, vlak bij, en

keken mij van dichtbij aan met gezichten die zoo volmaakt

zonder uitdrukking waren, dat zij niets menschelijks meer

hadden. Ik meende hun heeten adem op mijn gelaat te

voelen . . . . Mijn angst klom ieder oogenblik. Ik wilde roepen,

maar kon niet. Mijn oogen puilden uit hunne kassen. De

gedaanten kwamen altoos dichter bij . . .

Maar weldra werden die verschijningen minder ver-

schrikkelijk. Zij schrompelden voor mijn oogen inéén.

*

Toen zag ik duidelijk in waar ik was. Een olielampje

verlichtte mijn cel, die niet vierhoekig was, zooals ik tot

mijn verwondering opmerkte, maar veelhoekig en onregel-

matig, zoodat de wanden, op de plaatsen waar ze elkander

ontmoetten, nissen vormden, waarvan er sommige zeer

donker waren, en mij als ik er naar keek deden huiveren.

Ik had half versuft gelegen op een ruwe bank, die,

met een soort van tafel en een matras, het eenig meubilair

van mijn cel uitmaakte. Op die tafel stond het lichtje te

flikkeren, en verlichtte de zware, met ijzer beslagen deur

die toegang gaf tot mijn verblijf. Ik richtte mij op, en

trachtte mij goed rekenschap te geven van vorm en ligging

mijner cel. Maar het gelukte mij niet: de gebeurtenissen

van de laatste dagen hadden mij zoodanig geschokt, dat

ik niet meer in staat was tot het eenvoudigste hersenwerk.

En toen kwam de vrees, die alles overweldigende vrees

voor de krankzinnigheid. Hoe kwam ik ook weer voor 't

eerst op die gedachte?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909

Studentenalmanak | 184 Pagina's

Studentenalmanak 1909 - pagina 150

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909

Studentenalmanak | 184 Pagina's