Studentenalmanak 1910 - pagina 171

1^3

Kopp»na8l bij zijn „ c u m " .

Nu sluit mijn kroon op 't hoofd.

Hooft.

Becenseerend Prof.

Quos cum tristiores vidisset, argentum accepit, ne adspernari

liberalitatem videretur.

Cicero.

Op Cadmus in 't Demosthenes bestuur.

Toen kozen zij een heereboertje.

Op Alekop.

Omne animal se ipsum diligit.

Cicero.

Idem.

Hé daar, baron, je marcheert als 'n gans, die aan hoogmoeds-

waanzin lijdt.

X.

Op ' t coUege-loopen van Cor uit H.

Zijn bezoeken zijn nooit te lang gerekt.

De oude heer Smits.

Op Hasper.

Keesje zag eens Joden loopen

Om wat ouds, wat ouds te koopen.

Van Alphen.

Op B. Sr.

Mijn muziek gaat zijn gang. Alle dagen dreun ik, of 's lands

welvaart daaraan hing.

Potgieter.

Op Pontier in Nil.

Doe dat nu niet. Bedenk voor welke menschen je schrijven gaat.

J. Postmus »Een eenzaam strijder.<

Zonsondergang. (NU. No. 125).

Wij behoeven zeer beslist frissche lucht en helder licht, om

niet te stikken of te beschimmelen.

HoUandia.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen