GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1914 - pagina 136

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1914 - pagina 136

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

126 FARRAGO

gegevens, de feiten en de verschijnselen op haar gebied, ver-

waarloozen. De wijsgeer mag zijn oogen niet sluiten voor de

w^erkelijkheid en de wereld niet construeeren uit zijn eigen brein;

en de aestheticus moet zijn smaak, zijn oordeel, zijne kennis

vormen en volmaken aan de werken van natuur en kunst. Even-

als in elke wetenschap, behooren ook in de leer van het schoone

waarneming en denken, inductieve en deductieve methode samen

te gaan. Trouwens, de groote wijsgeeren hebben beide steeds

verbonden, en het is hoogst eenzijdig, als men aan mannen als

PLATO in de oudheid, en SCHELLING en HEGEL in den nieuwen tijd

telkens weer ten laste legt, dat zij de empirie ten eenenmale

hebben verwaarloosd en er maar op los hebben geredeneerd;

hunne werken leggen van het tegendeel getuigenis af. Omgekeerd

verraden de voorstanders der empirische en experimenteele

methode ieder oogenblik, dat hunne waarneming door het denken

wordt vergezeld en geleid.

Zoodra de aesthetica echter den weg der empirie inslaat,

ziet zij onbegrensde velden van onderzoek voor zich uitgebreid,

want overal, waar zij het oog heenwendt, zijn menschen te vinden,

die iets schoons hebben genoten of iets schoons hebben tot stand

gebracht. Naar dat alles kan zij een onderzoek instellen. Zij kan

de experimenteele methode, welke het eerst door FECHNER werd

toegepast, trachten te verbeteren en uit te breiden, en bijv. te

weten zien te komen, welke lijnen, figuren, kleuren, gestalten,

klank- en toonwisselingen enz. aan eene zoo groot mogelijke

groep van menschen het meeste welgevallen schenken; en zij

kan subjectief bij diezelfde menschen trachten door te dringen

tot datgene, wat er in hen omgaat, als zij iets schoons aan-

schouwen en genieten, wat daarbij aan het object en wat aan

het subject moet worden toegeschreven, welke aesthetische en

niet-aesthetische factoren daarbij werkzaam zijn, hoe het genot

van het schoone op de uitdrukking van het gelaat, de houding

van het lichaam, de versnelling van den polsslag inwerkt enz.

Ieder gevoelt, dat de aesthetica, hierop ingaande, met allerlei

gecompliceerde processen te doen krijgt en wel een begin, maar

geen einde aan haar arbeid ziet. Bereken bijv. alleen maar eens

de verschillende omstandigheden en overwegingen, die iemand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914

Studentenalmanak | 236 Pagina's

Studentenalmanak 1914 - pagina 136

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914

Studentenalmanak | 236 Pagina's