Studentenalmanak 1923 - pagina 120

110 DE FAMILIE HOBBES

„As daat mar goed ofloopt; zou de jongeheer nou voor-

zichtig weize", vroeg ze onrustig, „'t Benne alével vaan die

lilleke dingies!"

Ik stelde; haar gerust met de (voor mijzelf allerminst ge-

ruststellende) mededeeling dat de „metor" toch altijd nog

meer te vertrouwen was dan de ,,nieuwkoop", het steegsche

paard, dat Frans onlangs had gekocht. Een paard immers

kon op hol slaan.

De familie bleef liever kaike, blaikboar!

Toen Riekie weeromkwam steeg zij van haar hondekar

verlicht af, ziöhtbaar in zich omdragend het genoeglijke ge-

voel van te zijn de heldin van één dag.

Het hooge woord kwam er uit: ,,en haard daat de jonge-

heer het geraie! 't Goat fain, 'k Waas heilegoar niet baang",

schrilde ze opschepperig.

De familie accepteerde 't heele gevalletje als een praesta-

tie die hen allen, qua fermilie Hobbes, aanmerkelijk in onze

achting had doen rijzen, „Ze haad er 't laive ofgebrocht!"

Later, toen Max en ik weer „onder ons" waren, gaf hij mij

in goeden gemoedc den raad om — mocht ik ooit in het bezit

van een metor mij verheugen — toch vóór alles nooit, neen

nooit een gelatinepuddingachtige boeretrien achterop tp

nemen.

,,Daar zijn zulke lui niet op gebouwd", verklaarde hij, „en

de motor óók niet".

G. S . F

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen