GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1926 - pagina 166

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1926 - pagina 166

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

154 SAPPHO

Vreemd mag het schijnen, bij deze dichteres ook een

zekere geestigheid te vinden. Toch ziet men ze, maar het is

een eigenaardige, bijna naieve geestigheid, In wat er van d e

hruilofsliederen overbleef zijn kleine trekjes, zooals de spot

met de groote voeten van den êvQmqóg, aan wiens sandalen

tien schoenmakers gewerkt hebben, of met den langen

bruidegom: „Hoog den deurbalk, maakt hem hoog, o timmer-

lieden! De bruigom komt, Ares gelijk, veel langer dan een

reus — o Humenaios!" En dan de aardige woordspeling met

cpsQsiv en änocpegeiv; „Avond, die alles terugvoert, wat de

schitterende dageraad verspreid heeft, gij voert het schaap

terug, gij voert de geit t e r u g . . . . gij ontvoert een dochter

aan haar moeder." — Eenige „esprit de finesse" is er toch

wel in het antwoord, dat zij Alcaeus gaf. Hij sprak haar aan

met: „Donkergelokte, kuische, zoetlachende Sappho, ik wil

iets zeggen, maar schaamte weerhoudt mij", en Sappho's

antwoord was: ,,Zoo ge begeerte hadt naar 't goede en

schoone, en uw tong geen slecht woord wilde zeggen (letter-

lijk: mengde, roerde), zou geen schaamte uw oogen bedekken,

maar zoudt ge 't vrijuit zeggen". Toch — hoever is dit van

de gevatheid der coquette! ^)

Dr. Sizoo vestigt er de aandacht op, dat Sappho anders

dan de overige antieken de natuur heeft bemind. Reeds d e

Ouden hebben haar groote liefde voor de natuur bemerkt,

Demetrius (Phalereus?), de schrijver van een werk „nsQi

SQ/urjvslaQ" zegt, d a t Sappho's verzen zijn ^sgl êgcórcov öè xai

êagog xai negi alxvóvog, over liefde, lente en alcyonen. Een

jonge bruid (of juist eene, die geen bruid werd, zooals Dr,

Sizoo meent?) vergelijkt ze met een appel: ,,Zooals een

zoete appel rood gloeit aan 't eind van zijn takje, de uiterste

op het alleruiterste — de appelplukkers vergaten h e m . . . .

neen, zij vergaten hem niet, zij vermochten hem niet te

bereiken. . . . " (De laatste woorden van Boutens), De zclf-

^) Het tweede vers van Alcaeus is onecht verklaard: Wennee vervalt

dus de „anecdote", maar Plutarchus zou 't er mee eens zijn, dat ze

tóch te aardig is, om niet te vertellen!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Studentenalmanak | 217 Pagina's

Studentenalmanak 1926 - pagina 166

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Studentenalmanak | 217 Pagina's