GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1926 - pagina 168

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1926 - pagina 168

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

156 SAPPHO

Sappho heeft veel gedicht, maar voor de Ouden èn voor

ons blijft ze toch de dichteres der liefde. Daarom is het

gelukkig, dat dit juist zoo'n hartstochtelijk liefdeslied is,

't Is, ook uit een oogpunt van compositie, wondermooie

poëzie. Zwaar zet het in, met een opeenstapeling van

epitheta, die prachtige sonore woorden. Kort en strak is dan

daar de bede; en in contrast daarmee volgt in een episch-

breede uitwerking de schildering van de vroegere komst der

godin. Met kinderlijk opzien vertelt Sappho dan, wat

Aphrodite vroeg, en in die woorden ligt even een tinteling

van (misschien onbedoelden) humor. En de Godin beloofde

toen, haar wensch te vervullen, niet ééns, maar driemaal,

en telkens sterker, In een prachtig contrast dan de onmid^

dellijk volgende bede, om ook nu zoo ter hulp te komen, al

vol vertrouwen op de vervulling:

,,Flonker troon'ge, onsterfelijke Aphrodite, dochter van

Zeus, listenvlechtende, ik smeek u, bedwing niet onder ram-

pen en smarten, o verhevene, mijn hart!

Maar kom hierheen, zooals ge ook vroeger reeds mijn

roepen van verre gehoord hebt en hierheen kwaamt. Het

gouden huis van uw vader verliet ge, den wagen aangespan-

nen: mooie vogels voerden u snel over de donkere aarde,

vlug hun vleugels slaande, van den hemel midden door het

blauw.

Snel kwamen ze. En gij, o gelukzalige, een glimlach op

uw goddelijk gelaat, vroegt me, wat mij toch wederom

deerde en waarom ik u wederom riep en wat ik het meest

verlangde in mijn dolzinnig hart:

„Wie wilt ge toch wederom, dat overreding voere tot uw

liefde? Wie, Sappho, doet u lijden?

Nu: vlucht zij thans — weldra zal ze u vervolgen. Neemt

ze geen geschenken — zij zal ze geven. Wil ze geen kus

geven — weldra zal ze kussen, zelfs tegen haar wil,"

Kom ook nu tot mij, en bevrijd mij uit zware zorgen;

vervul, wat mijn gemoed begeert; wees zelve mijn help-

ster!"^).

^) Sappho kan op verschillende wijzen verklaard worden. Dit harts-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Studentenalmanak | 217 Pagina's

Studentenalmanak 1926 - pagina 168

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Studentenalmanak | 217 Pagina's