Studentenalmanak 1960 - pagina 213
wordt uit de aard der zaak veel moeilijker wanneer er sprake is
van een personale stoornis, d.w.z. van die stoornissen die juist ten
nauwste met de intrinsieke opbouw van de „persoon" samen-
hangen. Voor zover wij kunnen zien is dan ook meteen de objec-
tiveringsmogelijkheid sterk gereduceerd.
Het blijkt dan echter vaak dat de patiënten toch naar de oorzaak
van hun ziektebesef zoeken en dat zij deze plaatsen buiten hun
eigen personale aangelegenheden, hetzij in de lichamelijke, hetzij
in de sociale sfeer. De meeste psychotische patiënten hebben dan
ook, althans in het acute stadium van hun ziekte, geen duidelijk
ziekte-inzicht. Zij beginnen meestal met aan de omgeving een
duidelijke erkenning van hun geestelijke gezondheid af te dwingen.
In de eerste phase van de worsteling met de psychose neigt de
patiënt er dan ook vaak toe zichzelf als de gezonde bij uitstek voor
te stellen. Er is hier echter al sprake van een duidelijk verdringings-
proces. Niet alleen kan de zieke moeilijk tot objectivering komen,
maar hij mag en wil dat ook niet. Wanneer hij het doet verliest
hij daarmede direct de greep op zichzelf. Ziet de omgeving zich
gedwongen toch de patiënt duidelijk te maken dat hij ziek is, dan
sluit de patiënt zich in zichzelf op. Het is dan ook meestal veel
beter deze vraag niet direct met de patiënt door te spreken. Het
ziektegevoel geeft hem in de regel toch wel aanleiding de hulp
van de arts in enigerlei vorm te aanvaarden, juist omdat hij in
zichzelf slechts onmacht en dreigende gevoelens van verwarring,
verbrokkeüng en overmeestering door de psychose ervaart. Schulte
noemt in dit verband het voorbeeld van een schizophrene ver-
pleegster die verklaarde: „Moeder, weet U wel wat het betekent
een waanzinnige dochter te hebben?". In een dergelijke uitspraak
komt de hele tragiek van een beginnende psychose tot uitdrukking.
Het blijkt wel dat men het probleem van het ziekte-inzicht niet
onder één aspect kan behandelen. Er doen zich immers ook de
omgekeerde verschijnselen voor, bijvoorbeeld bij de hypochonder
die zich zelf, in tegenstelling tot zijn omgeving, al te gemakkelijk
ziek verklaart.
Het is deze ingewikkeldheid, die het nodig maakt de eigen structuur
van ziektebesef, vaag vermoeden en gevoel van vitale gestoordheid,
zo duidelijk mogelijk te differentiëren. Bij de chronische patiënten
ziet men vaak bepaalde kanten van het ziekte-inzicht toch weer
naar voren komen. Men redt er zich dan uit door te verklaren dat
ook bij elke geesteszieke een gezonde kern aanwezig is. Ook hier
stuit men weer op tal van vragen. Is het inderdaad mogelijk dit
209
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960
Studentenalmanak | 350 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960
Studentenalmanak | 350 Pagina's