Studentenalmanak 1965 - pagina 155

Mijns inziens terecht merkt Prof. Heringa in zijn boekje „de student"

op: ,,. . . het kan vroeger zo geweest zijn, dat de meerderheid der no-

vitiï met overmaat van standsgevoel en zelfbewustzijn in de gepri-

vilegieerde Studentenstand binnen kwamen. Sinds die tijd is er wel veel

veranderd; Bij de ingetreden verandering in de herkomst der studen-

ten zijn er zeker velen onder de aankomelingen die bij het binnengaan

in de hun vreemde omgeving meer behoefte hebben aan op hun gemak

gebracht te worden dan aan het gebroken worden van hun trots." Al-

dus Prof. Heringa.

Kort gezegd: het gaat er in de huidige novitiaatstijd meer om de noviet

te leren zijn plaats te vinden, dan hem op zijn plaats te zetten.

De Senaat heeft gepoogd het novitiaat zoals dat door de cie. Visser

was opgezet in deze richting verder te ontwikkelen.

Tevens werd gepoogd een oplossing te vinden voor moeilijkheden van

het selectiesysteem.

Wat betreft het eerste kan gezegd worden dat met name de corpsgroen-

tijd als geslaagd kan worden beschouwd. Een behoorlijke organisato-

rische opzet en het voortschrijden van een noodzakelijk gewennings-

proces bij de corpsleden kunnen hiervoor als redenen aangevoerd wor-

den. Vooral aan de arbeidsdagen met de daarop volgende uithuwelij-

king van een noviet aan een toevallig voorhanden zijnde boerendochter

bewaart de Senaat uitstekende herinneringen.

Bewondering verdient de novitiaatscie Ock voor de wijze waarop zij

in een zo ,,zachte" groentijd de discipline en de geest onder de novie-

ten zo voortreffelijk op peil wist te houden.

Minder goeds valt helaas te zeggen van de selectieve periode. De toe-

nemende fleur- en ontvoerpraktijken dreigen de groentijd te doen ont-

aarden in een soort ronseipartij, een Corps als het onze onwaardig.

Wanneer dan bij voorkomende overtredingen het spel tussen novitiaats-

commissie en corps niet meer gespeeld wordt volgens de regels van a

good sport, ja de novitiaatscommissie zelve zich somtijds niet aan deze

regels houdt, wordt de groentijd in zijn essentie aangetast.

Tekenend moet worden genoemd, dat de overigens voortreffelijke novi-

tiaatspraeses, hierover aangesproken, het beleid van zijn commissie ver-

dedigt, maar zich daarbij genoodzaak ziet enkele leden van zijn com-

missie uit te zonderen.

Des te meer betreurt de Senaat het dat Hij het door Hem ingediende

155

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen