Studentenalmanak 1972-1973 - pagina 183

Groenenlied 1970

The children's bell

it sounds so well

the tune turns into klingelingeling

we've never seen a finer thing.

Voor 't drentelen in 't bloesem-

laantje is d'hardste tijd,

de hardste tijd gekomen.

Want wij zijn als dode vogels

in hun bloed

net na een dolksteek (2)

en wie vindt niet dat het nu maar eens

anders moet.

de rank draagt zwaar

de wingerd buigt

vult met dit fruit de korven

't is jeugdig en nog onbedorven.

Wie's niet in voor Amsterdam ^

of welke plaats dan ook

Waar hij toch de taal niet spreekt

en geen enkel mens herkent.

Wie voelt niet voor verandering

wie voelt niet voor een rel

waar hij wel de grap van ziet

maar 't fijne niet van weet.

lAN, lAN, lAN is in voor Amsterdam

ik, ik, ik ben in voor grappen

Hoewel 't ook mijn verwachting is

me

over enige tijd lAN

uit een ander vat lAN

uit een ander vaatje te horen tappen

ISTITUTIO AMICITIAE NOSTRAE

IN AETERNITATE (2)

een dode vogel

een dolk met bloed Cantor: Walter van Wingerden

o tempora, o mores

institutio amicitia nostrae in aeternitate. Conductor: Floris van der Ploeg

181

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen