Vrije Universiteitsblad 1935-36 - pagina 179

521

9.

binnen den Ring handhaving in hun functie niet in het belang der Vrije Universiteit moet worden geacht. In de voorjaarsvergadering van het Provinciaal Comité worden de resultaten der actie vastgesteld.

DE OUDERDOM VAN HET MENSCHELIJK GESLACHT. III. Door Ds. J. LOS te Siddeburen. Stellen wij nu hiertegenover wat de Schriftgeloovige wetenschap over dit onderwerp leert. Al dadelijk kan worden opgemerkt, dat de Christelijke wetenschap er niet aan denkt om zich met pak en zak over te geven aan de ongeloovige wetenschap en de resultaten daarvan voetstoots te aanvaarden. Het zijn vooral onze eigen, Gereformeerde geleerden, die niet geaarzeld hebben, om den strijd aan te binden tegen de theorieën en de onbewezen stellingen van de ongeloovige wetenschap, die in strijd zijn met de Heilige Schrift. Zij hebben tweeërlei gedaan. Eenerzijds zijn zij de Geologen en Anthropologen op hun eigen gebied gaan bestrijden door den vinger te leggen op tal van onbewezen stellingen, waarvan wordt uitgegaan, en de zwakheden, waaraan hun betogen lijden, in het licht te stellen. Anderzijds hebben zij een nader en nauwkeuriger onderzoek ingesteld naar de gegevens, die de Schrift zelf ons biedt over ons onderwerp. Vooral op de resultaten, waartoe zij zoodoende gekomen zijn, wil ik hier wijzen. Het zou te ver voeren, om de meening van alle Christelijke geleerden, die aandacht aan dit onderwerp hebben gewijd, weer te geven. We moeten met een keus volstaan. In de eerste plaats dient hier genoemd te worden Prof. Dr. H. Bavinck. Wanneer hij in het tweede deel van zijn Dogmatiek toekomt aan den oorsprong van den mensch, gaat hij eerst uitvoerig in op de afstammings- en evolutieleer van Darwin. Hij wijst aan, op welke tegenspraak deze theorie in wetenschappelijke kringen is gestuit. Voorts legt hij den vinger op allerlei zwakheden in Darwins betoog, om tot de slotsom te komen, dat heel diens leer geen ontdekking is van nieuwe feiten maar slechts een eigenaardige groepeering en rangschikking van al lang bekende gegevens. De leer van de dierlijke afstamming van den mensch tast het beeld Gods in den mensch aan en verlaagt hem tot het beeld van Orang-Oetang en Chimpancé. De schriftgeloovige moet daarom de evolutieleer verwerpen en meteen den hoogen ouderdom van het menschelijk geslacht (van 100- tot 300 millioen jaren), waarop zijn aanhangers dezen stellen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen