Vrije Universiteitsblad 1946 - pagina 15

jaren kon worden ingeloopen. De hoop, die Directeuren in hun vorig verslag uitspraken, dat dit tekort door de actie „Herstel en Uitbreidingsfonds" zou worden gedekt,' is nog niet in vervulling gegaan. Tot nog toe is op deze rekening een bedrag van plm .f 65000.— ontvangen. De Rijksbijdrage voor gebouwen en die voor bepaalde onderzoekingen door de Medische faculteit, welke in 1943 gedeeltelijk en in 1944 niet waren uitgekeerd, zijn thans alsnog ter beschikking gesteld. In de rekening werd echter nog niets opgenomen voor de schade aan gebouwen en instrumenten, noch ook voor de kosten van vervanging der bij ons weggehaalde instrumenten en gereedschappen. Regenten van de van Coeverden Adriani-Stichting moesten tot hun en onze spijt een verzoek om een extra bijdrage voor dit jaar afwijzen. In hoeverre voor de oorlogsschade, door berooving van de Laboratoria en andere financieele nadeelen, vergoeding zal worden gegeven, is nog niet bekend. Met voldoening deelen Directeuren mede, dat het onrecht aan de bijzondere Universiteiten en Hoogescholen aangedaan door de intrekking van Rijksbeurzen en rentelooze voorschotten aan studenten, thans — in principe althans — is hersteld. De pogingen om voor de V.U., die een behoorlijke pensioenregeling voor haar Hoogleeraren en personeel heeft, vrijstelling van betaling van vereveningsheffing te verkrijgen, werden nog niet met gunstig resultaat bekroond. Voor het jaar 1946 wijst de begrooting een groot tekort aan. Dit houdt uiteraard nauw verband met de uitbreiding van de Vrije Universiteit, die op de rekening van 1945 nog geen grooten invloed had. Bovendien moesten de salarissen in verband met de tijdsomstandigheden herzien worden. Ten opzichte van de Hoogleeraren meenden Directeuren niet verder te mogen gaan dan opheffing van de indertijd toegepaste korting op de honoraria. De kosten voor de herinrichting van de Laboratoria worden door de verantwoordelijke Hoogleeraren geraamd op plm. f 88000.—. Er blijft dus alle aanleiding om aan de Vrije Universiteit versterkten steun te bieden. Aan het einde van dit Verslag spreken Directeuren hun groote waardeering en dankbaarheid uit voor alles wat met name de organisatie der Vereeniging tot instandhouding van onze Vrije Universiteit verricht heeft en voor den steun haar door ongeveer 100.000 mannen en vrouwen in het afgeloopen jaar geschonken. In afhankelijkheid van God, die onze Universiteit een plaats gaf in ons volksleven en haar een zoo belangrijke roeping te vervullen geeft, gaan wij de toekomst tegen, overtuigd dat dit werk, dat niet uit menschen is, door Gods bewarende hand in stand zal worden gehouden en den noodigen stean zal -ontvangen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen