GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1947 - pagina 35

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1947 - pagina 35

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

schap beoefend vanuit de Schrift. De bedoeling van de universiteit is dus niet slechts opleidingsinstituut te zijn, maar is veel meer ook te zijn wapensmidse. Wij moeten het ongeloof met gelijke wapens bestrijden. Wij moeten de kracht van de ongeloofstheorieën trachten te breken, doordien wij aan het ongeloof zelf toonen, dat ons belijden wetenschappelijk sterk genoeg is om de onhoudbaarheid van allerlei ongeloofstheorieën te toonen. En nu begrijpt gij wel, dat het er hier heusch niet alleen om gaat om dominees te kweeken. Zeker, ook op het erf van de Theologie moeten allerlei dwalingen bestreden w o r d e n ; maar op allerlei ander terrein is eveneens noodig dat wij, denkende vanuit de Schrift, partij geven. Op het terrein van de Natuurwetenschap, op het erf van het Wijsgeerig denken, inzake de Psychologie en Paedagogiek, in de beschouwing van de Historie, in de waardeering der schoone Letteren, van het zoo uitbreidende terrein van het Recht en van de instelling van den Staatsvorm, overal moeten wij de wapenen opnemen voor de zaak van onzen Koning. Uw kinderen en kleinkinderen zullen de vruchten plukken van het ijverig wetenschappelijk vorschen, dat vandaag aan de Vrije Universiteit geschiedt. Ieder weet dat de toegepaste wetenschap hoe langer hoe meer gemeengoed gaat worden, ook voor de eenvoudigsten. Ik moge daarvan een enkel voorbeeld geven. Onze belijdende landbouwers willen niet, dat op landbouwscholen de evolutietheorie, de' leer dat alles ontstaan is door geleidelijke ontwikkeling, aan hun zonen als de hoogste wijsheid wordt gepredikt. Maar wanneer dan op Christelijke landbouwscholen onze jonge boeren bewapend moeten worden met argumenten om deze evolutietheorie te bestrijden, dan is het vrucht van Christelijke wetenschap dat dat mogelijk is. Christelijke wetenschap moet ook aan leeraren, ook aan onze landbouwleeraren, en aan onze onderwijzers, de argumenten geven, waarmee zij weer jonge menschen wapenen voor den goeden strijd. Zoo ziet Gij, dat onze Vrije Universiteit ook midden in Uw leven staat. Het gaat om Uw eigen zaak. Het gaat om de vragen van eiken dag. Het gaat om kwesties van maatschappij en van politiek, van recht en van opvoeding. Kortom, heel Uw levensbeschouwing vraagt de verdediging en den steun van de geloovige wetenschap tegenover de geweldige machten van het ongeloof. Nu is onze Vrije Universiteit in vergelijking met de machtige Rijksuniversiteiten en in vergelijking met de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam maar klein; en toch gaat van haar een groote kracht uit. Maar dit beteekent niet dat zij niet grooter moet worden. Wanneer ons Calvinistisch volksdeel zijn plicht doet dan kan die Universiteit veel grooter worden, veel sterker veel krachtiger, ook als wapen in den strijd. Nu wordt er door ons Gereformeerde volksdeel geofferd, maar deze offers zijn gering, vergeleken bij de ontzaglijke hoeveelheid slachtoffers die het ongeloof door een onchristelijke^ wetenschap maakt. De vraag is nu maar of Gij voor God vrijuit gaat, wat betreft U w eigen offervaardigheid. Uw toewijding en Uw overgave voor de zaak onzer Vrije Universiteit. J. W.

Kerkelijk werk onder de studenten van de V.U. Zeer gaarne maak ik gebruik van de mij geboden gelegenheid in ons Viije Universiteitsblad iets te vertellen van mijn werk als studentenpredikant te Amsterdam. ' t Is zeker waar, dat mijn arbeid niet alleen de studenten van de V.U. raakt. Ook de Gereformeerden, die aan de Stedelijke Universiteit studeeren, behooren tot mijn " w i j k " , terwijl het grootste deel van mijn tijd gereserveerd moet worden voor den arbeid onder de buitenkerkelijke studenten. Maar dat alles neemt niet weg, dat mijn werk me zeer intensief in aanraking brengt met de studenten van de V.U. De arbeid onder de studenten heeft een zeer eigenaardige bekoring. De student toch heeft een leven, dat hem voor gëruimen tijd onttrekt aan de gewone werkelijkheid der maatschappij, dat hij vooral receptief en niet productief leidt; een leven, waarin anderen voor hem zorgen, waarin schatten van wetenschap voor hem opengaan en hij leert deze zelfstandig methodisch te beoefenen. Dat zet — als 't goed is — een stempel op hem. Daarbij komt nog, dat hij wordt opgenomen in een geestelijke werkgemeenschap, die een eigen karakter draagt. Hij komt in aanraking met de tradities van zijn universiteit. Hij wordt beschenen door hooge idealen. Wie na jaren terug komt onder de studenten van de Universiteit, waar hij zelf heeft gestudeerd, bemerkt wel, dat er veel veranderd is, maar de tradities, het eerbesef, het klimaat zijn gebleven. En 'k heb me daarom te midden van de studenten aan de V.U. onmiddellijk meer thuis gevoeld. Er bestaat een zin voor de eer, de traditie, zelfs de vormen en gewoonten aan de Universiteit, waar men studeerde. Elke Universiteit heeft haar eigen stijl en geur. Men houdt zich bezig met de belangrijkste vragen van intellect en gemoed, vanuit een zeer bepaalde grondovertuiging. Dit laatste spreekt aan de V.U. wel zeer sterk. Het geeft een gemeenschappelijke geesteshouding en levensstijl. Aan de V.U. is het de grondover,tuiging van het Calvinisme,* die de stijl bepaalt. Dat alles is een levende werkelijkheid aan de V . U . Ook vandaag. En 'k vergeet dat niet, wanneer 'k tegelijk in de studenten aan de V.U. gewone menschen zie, menschen in wording. Jonge menschen met hun moeilijkheden, met hun zorgen, met geloofsvragen, studiebezwaren, twijfelingen. Het student zijn geeft daaraan z'n eigen kleur. Maar 't blijven in den grond moeilijkheden, die zoovele jonge levens hebben. Daarom — en hier noem ik enkele punten van m ' n werk — ben 'k zoo blij met het groote vertrouwen, waarmee rnij de studenten tegemoet zijn gekomen. 1803

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1947

VU-Blad | 105 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1947 - pagina 35

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1947

VU-Blad | 105 Pagina's