Vrije Universiteitsblad 1947 - pagina 25

Nummer 124 - Aprtl ig4y

VRIJE UNIVERSITEITSBLAD MAANDBLIJKSCHE MEDEDEELINGEN O r g a a n van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op G e r e f o r m e e r d e n Amsterdam / Keizersgracht i66

grondslag

Redactie-commissie:'Prof. Dr F. W. Grosheide / Mr G. H. A. Grosheide / B. Faber Stukken voor de redactie te zenden aan: B. Faber / Keizersgracht i66 / Amsterdam

AAN VRAGERS In de artikelen, die we gedurende de laatste maanden schreven, hebben we de gelegenheid gehad om een aantal vragen te beantwoorden, die op het bureau waren binnengekomen. W e meenden beter te doen, wanneer we de vraagpunten in breederen samenhang bezagen, dan wanneer we ze stuk voor stuk beantwoordden. Door zoo te handelen hoopten we te bereiken, dat men zien zou hoe het optreden van onze Universiteit in het heden door haar beginsel en door haar verleden, wil men haar' ontstaan, wordt bepaald. Er blijven echter nog enkele vragen over, die we niet in het gegeven betoog konden beantwoordden en die we daarom nu afzonderlijk willen bespreken. De eerste vraag betreft de candidaten in de theologie. W o r d t daar wel keur genoeg op uitgeoefend? ^Iedereen laat zich maar inschrijven, doet examen en is klaar. Er wordt geen onderzoek ingesteld naar de roeping tot |iet ambt. Er wordt niet op gelet, of de candidaat kan preeken, kan catechiseeren enz. De beantwoording van deze vraag brengt ons bij de zoo vaak voorkomende verwarring van de taak van de Kerk en die van de school. Er is hier een euvel, waardoor de Vrije Universiteit schade heeft geleden van het begin aan tot nu toe. Men moet de Universiteit niet laten doen, wat de Kerk heeft te doen en de Kerk niet laten verrichten, wat de taak der Universiteit is. De Kerk en zij alleen heeft • te beoordeelen, wie ze als predikant zal toelaten en aan welke eischen die m a n n e n m o e t e n voldoen. D e Theologische Faculteit heeft te zorgen, dat er mannen zijn, zooals de Kerk ze nöodig heeft. Gelijk de lagere scholen de kinderen zóó vormen, dat h e t leven de jongens en de 'meisjes ontvangt, die het behoeft. De Universiteit heeft zoowel theoretisch als practisch te vormen. Er wordt dan ook preekcollege gegeven en de studenten houden preeken, die beoordeeld worden. Er wordt ook onderwezen, hoe gecatechiseerd moet worden. Of er roeping is tot het ambt, staat niet aan

de Universiteit te beoordeelen, doch aan de Kerk. De Universiteit heeft na te gaan, of er voldoende kennis is om als predikant op te treden, de Kerk moet beoordeelen, of iemand geschikt is om het ambt op de rechte wijze te vervullen. Als men deze dingen niet onderscheidt, belemmert men in feite de Kerk in de vervulling van haar roeping. En men zou onbedoeld oorzaak worden, dat de Universiteit ging heerschen over de Kerk. Dat mag in geen geval geschieden. Ook in de keus van haar dienaren moet de Kerk volkomen vrij blijven. Onze vaderen hebben daaraan uitdrukking gegeven door het befaamde artikel 8 der .Kerkenorde. De Kerk is vrij ook niet-gestudeerden tot het predikambt toe te laten. Er is geen sprake van, dat iemand door een examen aan een Universiteit te doen eenig recht zou krijgen in de Kerk. Een laatste vraag betreft de kosten van de studie. De vrager meent, dat iedereen, die er'gaven toe heeft aan de V.U. moet kunnen studeeren. Dat ben ik van harte met hem eens. De V.U. heeft dan ook steeds een Studiefonds gehad om daaruit studenten, die zelf de studiekosten niet kunnen betalen te helpen. Mijn ervaring is, dat het niet vaak voorkomt, dat iemand niet kan studeeren door gebrek 'aan geld. Dat komt wel voor bij het gymnasium en de H.B.S. Het is veel moeilijker om bij het Middelbaar Onderwijs steun t e ontvangen, dan bij het Hooger. Hoewel nu reeds sinds jaren de schoolgelden bij de Middelbare scholen vastgesteld worden naar het inkomen der ouders. Daardoor is ook de toegang tot gymnasium en H.B.S. heel wat gemakkelijker geworden. Of nu de Staat, gelijk onze vrager wil, ten deze ook een taak heeft, laten we hier onbesproken, omdat dit zou brengen op een terrein, dat in het Y.U.-blad moeilijk kan worden betreden. W e volstaan met de mededeeling; dat de Overheid nu reeds beurzen verstrekt. En w e l van (voortzetting op pag. 1794 onderaan). 1793

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen