Vrije Universiteitsblad 1950 - pagina 97

De Vrije Leergangen Het opschrift van dit artikel behoeft geen nadere verklaring meer. Onze lezers weten nu wel, wat onder 'De Vrije Leergangen' moet worden verstaan. Het is een Stichting, die zich, blijkens de woorden van haar stichtingsakte, ten doel stelt het organiseren van leergangen, waarin het onderwijs staat op den grondslag van de Gereformeerde of CalvinistischReformatorische beginselen, in het bijzonder met het oogmerk, de deelnemers aan deze leergangen op te leiden tot de diverse examens voor Middelbare akten. In den korten tijd van haar bestaan heeft deze Stichting reeds goede bekendheid verkregen en vruchtbaar werk verricht. Thans werd aan onze Redactie toegezonden het Leerplan voor den cursus 1950—1951, die 15 September aanstaande aanvangt. Gaarne vestigen wij er de aandacht van belanghebbenden op. Men moge weten, dat de lessen gegeven worden te Amsterdam en bij voorkeur op Woensdagmiddag, Zaterdagmid-

dag en des avonds. Een prospectus is verkrijgbaar aan het Bureau, gevestigd op Keizersgracht 166. Belangrijk is, dat men het aantal cursussen opnieuw heeft kunnen uitbreiden. Dit zijn de leergangen voor Duits, Staatsinrichting, Staatspractijkexamen voor bedrijfsadministratie. Handelswetenschappen M.O. A, en Natuurkunde en Biologie voor M.U.L.O.onderwijzers. Dit betreft dan de Afdeling Talen, Geschiedenis enz. Daarnaast is er nog een tweede Afdeling, die voor Lichamelijke Opvoeding. Bij deze afdeling is nieuw een cursus voor voortgezette studie voor bezitters van de acte M.O. Lichamelijke opvoeding en een tweejarige ontwikkelingscursus voor meisjes, die in het bezit zijn van het einddiploma vijfjarige H.B.S. of een daarmede gelijkgesteld diploma. Met deze korte aankondiging moet ik volstaan. Bredere inlichtingen verschaft men zich door aan bovenvermeld adres te schrijven. D.N.

Proefschrift Dr C. Stam De hemelvaart des Heren in de Godsopenbaring van het Nieuwe Testament, In deze dissertatie wordt een onderzoek ingesteld naar wat het Nieuwe Testament ons leert over het wonder van hemelvaart en de betekenis, die het heeft in de Openbaring des heils. Een exegetisch onderzoek van alle plaatsen iu het N.T., waar van hemelvaart sprake is, gaat voorop. Dat Mattheus over de hemelvaart zwijgt, wordt verklaard in verband met opzet en karakter van zijn Evangelie, gelijk dit ook het geval is bij Marcus. In het Evangelie van Lucas zien wij de vervulling van de priesterlijke dienst. De vleeswording leidt tot de oorspronkelijke priesterlijke bediening, n.l. te staan voor het aangezicht Gods om Hem te dienen. In dit kader mocht een vermelding van hemelvaart niet ontbreken, omdat het effect der vleeswording in de hemelvaart blijkt. Het Evangelie van Johannes laat ons zien, dat Jezus ook in de dagen Zijner vernedering steeds de heerlijkheid voor ogen had. Hoewel Johannes geen geschiedenis van de hemelvaart heeft, bevat Zijn Evangelie toch tal van plaatsen, waar wij over dit wonder worden ingelicht. Hemelvaart is de weg, waarin het komt tot de nederdaling van het nieuwe Jeruzalem. God komt onder mensen wonen, gelijk dit gezien wordt bij de uitstorting van de Heilige Geest. Handelingen, het enige higtorische b o e t ii* ^^ hemelvaart, gaat va» dit wonder uit en verkondigt

het werk van de Middelaar sinds Zijn opname in de hemel. De hemelvaartsgeschiedenis in Hand. 1 vertegenwoordigt niet een later stadium der traditie. De brieven van het Nieuwe Testament wijzen uit, dat het feit van hemelvaart bekend was bij de Apostelen. De opvatting der vormhistorische school, dat Paulus de oorspronkelijke traditie vertegenwoordigt, 1 Cor. 15:5-8, waar de hemelvaart niet wordt vermeld, moet worden afgewezen. De apostel spreekt van de hemelvaart Eph. 4:8-10, 1 Tim. 3:16. In de brief aan de Hebreeën zien wij de Middelaar in Zijn verheerlijking. In de oorspronkelijke priesterlijke dienst is Hij nu bezig in het Heiligdom in de hemel. De gedachte van een hemelvaart vanaf het Kruis, volgens H. Windisch de voorstelling in Hebreeën, moet worden afgewezen. In de algemene zendbrieven leidt het onderzoek van 1 Petr. 3:18-20 tot de overtuiging, dat wij hier hebben te denken aan de hemelvaart en niet aan de nederdaling in de onderwereld. Vervolgens wordt een historisch overzicht gegeven met betrekking tot het probleem van de hemelvaart in de nieuwere studie van het Nieuwe Testament. Daarin wordt aangetoond, dat we hier te doen hebben met opvattingen, die sinds de Aufklarung zijn opgekomen,terwijleen onderzoek wordt ingesteldnaar de gedachte bij de Kerkvaders der eerste eeuwen, waaruit blijkt, dat niet kan worden volgehouden, wat de vormhistorische school doet, dat deze Kerkvaders geen kennis droegen van het wonder van de 2143

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen