GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1956 - pagina 102

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1956 - pagina 102

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

van de bijzondere universiteiten, zo velen tegen die universiteiten in het geweer bracht. En Laderdaad is de houding ook tegenover onze Universiteit wel zeer gewijzigd. De deelneming van de openbare universiteiten en hogescholen aan het jubileum van verleden jaar, de woorden toen namens deze gesproken, hebben daarvan getuigd. En tussen de universiteiten en hogescholen — zowel openbare als bijzondere — bestaan regelmatige verbindingen om de vraagstukken welke aan het gehele hoge onderwijs gemeen zijn te bespreken. Het ontwerp voorziet ook ia de instelling van een Hogen Academischeu Raad, maar thans reeds is in gang een verdere uitbouw van inter-universitair contact als gesprekscentrum van de curatorencolleges en de senaten der onderscheidene universiteiten en hogescholen. Zo kunnen wij ia dankbaarheid vaststellen, dat de grondgedachte van onze Universiteit, dat men zonder bepaalde grondslagen óók voor doel en strekking van een universiteit niet verder kan, in het verloop van jaren na haar oprichting in ruimereu kring is doorgedrongen. Maar, beziet men ons aldus met andere ogen, dat betekent allerminst, dat men ten materiele de juistheid van den door ons gekozen grondslag erkent. Dat de wortel oqk van de wetenschap ligt in de Openbaring Gods in Christus, dat de Bijbel ook voor de grondvragen van de wetenschap volstrekt gezag heeft, — voor dat pleit vinden wij nog steeds slechts in beperkten kring weerklank. Zelfs is het zó, dat, terwijl zij die de leegte gevoelen van een universitair bedrijf met enkel aan de exacte wetenschap te ontlenen grondslagen, een zekere waardering voor onze Universiteit kunnen opbrengen, daartegenover juist van den kant van hen die veelszins in het godsdienstige met ons overeenstemmen, het bestaansrecht onzer Universiteit wordt betwist. En dezen doen dan óók een beroep op de sinds de oprichting onzer Universiteit gewijzigde omstandigheden: de mens is ontdaan van zijn zelfverzekerdheid en optimisme, hij tast vragend rond, er is de angst die hem benauwt. Zó ligt hij open voor het Woord Gods. Laten wij dan ons niet in eigen kring opsluiten, maar het leven ingaan, ons solidair stellend naast allen die uitzien naar de zekerheid welke alleen het geloof kan geven. Het zijn de bekende klanken van de „doorbraak", die, gelijk alle samenwerking welke zich met den naam Christelijk toont, ook onze Universiteit weerspreekt. • Het is niet te ontkennen, dat dit geluid zekeren weerklank vindt, en de verkiezingen die achter ons liggen hebben dat in de verzwakking van de Protestants-Christelijke partijen bewezen. Zijn wij inderdaad met een streven als van onze Universiteit niet meer in Gods weg? Het is goed, indien men telkens weer gemaand wordt zich daarop 2616

te bezinnen. Het is goed ook de kritiek welke op een arbeid als den onzen, welke met zo hoge pretentie optreedt, wordt geoefend, op zich te laten inwerken. Want zeker, er zijn gevaren: gevaren van zelfgenoegzaamheid, van een zich afsluiten van anderen, van een verwaarlozing van inwerking op ons volk als geheel. Maar is daarmede ons bestaan geoordeeld? Indien men als enigen grondslag, zowel voor de wetenschapsbeoefening als voor de opleiding en vorming van jonge mensen, welke het hoger onderwijs beoogt, Gods Woord erkent, moet dit dan ook niet institutioneel tot uitdrukking worden gebracht? Men kan ten aanzien van de mogelijkheid om het openbare onderwijs om te zetten zijn hoop hebben, — men miskent echter de structuur van onzen staat met zijn uiterst gemengde bevolking, indien men in die richting wezenlijke resultaten verwacht. Ons doel moet op ons volk als geheel gericht zijn, maar dit doel wordt ten hoogste gediend, indien wij gezamenlijk vanuit onze grondslagen de wetenschap beoefenen en de jongeren aldus vormen, dat zij htm taak en roeping in deze wereld recht zien. Het is zulk een gevaarlijk bedrijf de instellingen af te breken die wij, met erkenning van aUe zwakheden en gebreken, als goede instrumenten in Gods hand mogen zien. Haar bestaan maakt het streven van hen die op andere wijze te werk willen gaan voor het ogenblik minder riskant, maar met haar verdwijnen zou een zegen worden verspeeld, die dan te laat zou worden erkend. Zo wUlen wij dan ook dezen dag ons weder gaarne aaneensluiten om ons te sterken tot het werk, dat, naar wij vastelijk geloven. God ons op de hand heeft gezet. Het is in de gestadige uitbreiding wel eens een ondernemen waartegenover wij vragen: Zullen wij het kunnen volbrengen? Zullen wij den toenemenden financiëlen last, welke, ondanks de Overheidssubsidie, zo zwaar weegt, kunnen torsen? ZuUen wij — nog beklemmender vraag — kunnen hopen, dat voor het werk steeds de krachten beschikbaar zijn die het werk kunnen volvoeren? r Van Dr Kuyper is de bekende uitdrukking, dat onze Universiteit is een „geloofsstuk". Wij moeten leven uit het geloof, dat wij met dit werk zijn in Zijn weg; wij moeten leven ook uit het weten dat wij het niet kunnen en telkens weer aan den volstrekten eis ontzinken, maar dat Zijn genade dit werk draagt en dat Zijn kracht in onze zwakheid wordt volbracht. Als we het zo zien, dan verwakkeren wij uit twijfelmoedigheid tegenover zó groot ondernemen weer tot een ons opnieuw aangorden, een elk op de plaats die God hem in dit werk heeft gegeven, omdat wij dit zien als een werk dat wij moeten doen en waarvan wij mogen geloven, dat God door al onze zwakheden en gebreken heen het zal wilbn gebruiken tot Zijn dienst.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1956

VU-Blad | 116 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1956 - pagina 102

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1956

VU-Blad | 116 Pagina's