Vrije Universiteitsblad 1958 - pagina 5

Mooi en belangrijk werk voor nieuwe V.U.-functionaris

De heer J. F . Rang is een nieuwe V.U. functionaris: secretaris .civitasraad en spcïetaris commissie buitenlandse betrekkingen. Hij is nog niet zo lang geleden afgestudeerd in de juridische facidteit van de Vrije Universiteit (vrije studierichting). Hij kon toen niet vermoeden, dat hij weldra aan de universiteit zou terugkeren voor een dagelijkse werkkring. Hij verheugt er zich over d a t het zo gelopen'is, want hij voelt zich met hart en ziel aan de Vrije Universiteit verbonden. Met zijn in functie treden op 1 februari is een nieuwe fase bereikt in de geschiedenis van de civitasraad, welker historie nauw samenhangt met de ontwikkeling van de universiteit zelve. H e t ontstaan van de civitasraad in 1949 heeft te maken met de grotere aantallen studenten en de uitbreiding door; nieuwe mogelijkheden voor onderwijs en onderzoek van na de oorlog, waardoor een college van onderling contaetvoor functionarissen waardevolle diensten kon gaan bewijzen. Naast de bevordering van contact in het algemeen zijn er echter enige specifieke gebieden, waarvoor de civitasraad nuttig is. De universiteit komt achter de lagere en middelbare school aan. Ik bedoel daarmee.wat anders dan dat men pas na deze te hebben doorlopen student wordt. Hebt u er wel eens aan gedacht d a t aan de scholen reeds lang een gezondheidszorg bestond voordat er aan de universiteit sprake van was? De lichamelijke opvoeding en sportieve ontwikkeling is al sinds jaar en dag een punt op het programma van de scholen, maar nog niet zo lang geleden ging men «rvan uit dat de studenten het wel zonder konden stellen. Wat wordt er

tegenwoordig niet gedaan om de schoHeren in contact te brengen met muziek en schilderkunst en kunstzinnige voorstellingen van allerlei aard. Op de meeste scholen wordt reeds volop geprofiteerd van moderne middelen als grammofoon, radio en film. Er Wordt veel aandacht besteed aan een goede verzorging van de omgeving, waarin de lessen (en de maaltijden tussen de middag) plaats vinden. Het valt niet te ontkennen, dat bijna op al deze punten de universiteit bij de scholen achterstaat. Dat is ook wel begrijpelijk. De taak van de universiteit is primair om de . wetenschap verder te brengen en dat gebeurt door vele faculteiten, 'secties en hoogleraren, die elk daarvoor hun eigen weg vdtstippelen en weinig gelegenheid en aanleiding hebben zich te bemoeien met dé zaken van de student buiten het onderricht d a t wordt gegeven en de leiding bij wetenschappelijk onderzoek telkens in het bepaalde vak. Men moet bovendien begrijpen dat de studenten op een leeftijd zijn dat vele zaken waar op de scholen voor gezorgd wordt aan hun vrije wil en initiatief behoren te wordeii overgelaten. E n toch kost een sportterrein, een piano of een filmtoestel evenveel, of het nu gebruikt wordt door studenten of door scholieren, toch kunnen ook de studenten bij hun vorming buiten de lessen noch zonder de middelen, noch zonder de belangstelling en morele steun van de universiteit. Aan alle Nederlandse universiteiten is dit de ontwikkehng geweest en heeft men maatregelen genomen om de studenten tegemoet te komen. Het Rijk stelt door een flinke bijdrage in de kosten ook de bijzondere universiteiten in de gelegen-

w d i c h t e r b i j h e n , die (zij h e t ook o p een door mij b e t r e u r de wijze) strijden t é g e n h e t v e r k e e r d e , d a n bij h e n , die Roeken n a a r m o t i e v e n o m een zondig l e v e n s g e d r a g t e v e r d e d i g e n . Met d e e e r s t e n l\eb ik een vsrschil v a n m e n i n g ' o y e r de m e t h o d e , w a a r o p r e f o r m a t i e des levens mioet w o r d e n g e z o c h t ; m a a r ' t u s s e t i de t w e e d e groep (al is die

heid hierin met de rijksuniversiteiten gelijk op te werken. De Vrije Universiteit kan en mag hierbij dan ook niet achterbhjven. Mede om het aandeel dat de studenten zelf in de financiën van deze zaken moeten dragen, is al spoedig na de oorlog de algemene bijdrage voor bijzondere voorzieningen voor de eerste tot 5e jaars studenten verpUcht gesteld. De civitasraad - het college dat zijn vertegenwoordigers uit de gehele universitaire gemeenschap in zich verenigd vindt, speelt een belangrijke rol in de zaken waarom het hier gaat. Wij wensen de nieuwe secretaris van harte succes bij zijn mooie werk. De heer Rang is ook benoemd voor het secretariaat van de buitenlandse betrekkingen. Als er tegenwoordig één ding tot de verbeelding spreekt is dat het buitenland. In hoe langer hoe sneller tempo gaat de Nederlandse gemeenschap op in de Europese, de Europese in het wereld verband. E n evenmin als Nederland in Europa een dominerende rol zal kunnen spelen ziet Europa's positie in de wereld er erg rooskleurig uit. Laat ik niet over de politiek spreken. U weet dat iedere dag het aantal nietchristenen in de wereld toeneemt ten koste van dat der verdeelde christenheid. Bovendien dat ideologische bezieling, wetenschap en techniek niet het uitsluitend bezit zijn van de laatstgenoemde. De commissie voor de buitenlandse betrekkingen zoekt het contact te bevorderen met de geestverwanten van de Vrije Universiteit overal in de wereld om te geven en te ontvangen, om samen sterker te worden en de verkregen invloedssfeer te behouden. Moge de heer Rang er in slagen haar daarbij van veel steun te zijn.

d a n ook klein) en mij ligt een principiële kloof. W a n t ook ons s t u d e n t e n l e v e n zal alleen m a a r d a n k u n n e n bloeien w a n n e e r onze s t u d e n t e n zó leven, d a t blijkt, d a t ook zij b e h o r e n t o t h e t volk, welks G o d de Hereis. ; ^ ^ ' -

J.W. 2741

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen