Vrije Universiteitsblad 1966 - pagina 70
een avond in het bouwcentrum voor-de-V.U. altijd nog iets anders en iets meer is dan zorgen dat het wetenschappelijk bedrijf een net onderdak krijgt. Eén van de grootste problemen die de snelle ontwikkeling van de Vrije Universiteit meebrengt, is het probleem van — wat de heer Doets aanduidt als: — de communicatie. Je hebt de V . U . en je hebt de mensen die deze universiteit willen dragen, die achter haar willen staan en nu is het zaak dat bij de geweldige uitbouw van de V . U . de communicatie, de verbinding, tussen universiteit en mensenachter-de-universiteit niet verloren gaat.
In de werkkamer van ir. C. A. Doets in het bouwcentrum van de Vrije Universiteit (een houten gebouw aan de Amstelveenseweg in Amsterdam Zuid) staat een lange tafel. Wanneer de heer Faber en ik het vertrek binnengekomen zijn om met hem over de nieuwbouw van de V . U . te praten, zet de heer Doets eerst twee maquettes op tafel neer en tussen die maquettes legt hij een grote plattegrond van dat deel van Amsterdam, waarop de o m streeks veertig plaatsen waar de V . U . gehuisvest is, staan aangetekend. Het is een warme mei-avond en behalve ons gezelschap is er niemand in het gebouw. De paar werksters die nog bezig waren toen wij aankwamen, zijn nu ook vertrokken. Of ir. Doets het niet vervelend vindt dat dit gesprek op een avond moest vallen? Helemaal niet, zegt hij, •— en ik verneem dat hij wel vaker 's avonds hier aanwezig is. Hij voegt er aan toe dat hij het bovendien altijd prettig vindt om over de V . U . te vertellen. Dit is heus geen frase, die gemakkelijk door een V.U.-directeur die zich speciaal met de (nieuw)bouw bezighoudt, w e g g e geven wordt. En als ik schrijf dat het ook een genoegen is naar de heer Doets te luisteren, is dat evenmin een v l o t hartelijkheidje. Het is namelijk zo dat de heer Doets geen verhaal houdt vol met cijfers en data en verder niets; hij geeft méér, hij tekent achtergronden en legt verbanden en hij maakt daarbij duidelijk dat bouwen-
Och, vroeger lag dat allemaal veel eenvoudiger. In de V.U.-kringen, zowel in als buiten Amsterdam, kende iedereen iedereen. De zaak was immers royaal te overzien. Maar tegenwoordig is er v o o r welke meelevende V.U.-vriend ook geen beginnen meer aan, de zaken werkelijk bij te houden. Het gevaar van uit elkaar groeien, van elkaar verkeerd verstaan, staat voor de deur. Welnu, daarom is regelmatige voorlichting zo enorm belangrijk, daarom praat ir. Doets zo graag over de V . U . Je moet, zegt hij, vertellen wat hier gaande is en waarom. Gebrek aan communicatie ...ir. Doets onderkent het als er tam-tam gemaakt wordt wanneer eens een paar (van de vijfduizend!) V.U.-studenten iets doen w a t echt niet deugt. Overigens zegt de heer Doets er tussen haken bij dat een fout maken heus nog niet hoeft te betekenen; fout zijn. Goed, en dan w o r d t dat wat verkeerd ging de héle studentengemeenschap of liever nog de hele V . U . aangerekend! Ja ja, een misstap komt meteen levensgroot in de krant, maar wat niet in de krant staat is dat een groot aantal V.U.-studenten actief bezig is met het brengen van het evangelie aan mensen die dit nog niet kennen; dat andere studenten zich inzetten v o o r de huisvesting van hun collega's; dat er voortreffelijk ( N C S V - ) kampwerk gedaan w o r d t en dat er gesjouwd w o r d t v o o r hulp aan ontwikkelingsgebieden... Onder die dingen moet eens een streep worden gezet.
dikke
Hij noemt nog iets; gepraat over grondslagswijziging. Je hoort soms zelfs: de V . U . w i l van haar basis af. En dat terwijl er alleen een mogelijkheid geschapen is om
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1966
VU-Blad | 201 Pagina's