GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 153

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 153

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

hoeveelheden hij ze tot zich moet nemen. Zij verklaarde dus vi^aarom een kind het op het ene voedsel zoveel beter deed dan op het andere. De bacteriologie bracht aan het licht dat de mens door myriaden bacteriën, waaronder potentieel schadelijke, omgeven is, alsmede op welke wijze en onder welke omstandigheden zij het menselijk lichaam, maar evenzeer het voedsel, kunnen in^ fekteren. Eerst nu werd het mogelijk min of meer geschikte en hygiënisch betrouwbare zuigelingen-voedself samen te stellen, en, waar men allang wist da foutieve samenstelling en onhygiënische bereidinc van het voedsel tot ziekten leidden, deze te voor kómen door het geven van voorlichting op zi groot mogelijke schaal. Zo ontstonden de consul tatiebureaus voor zuigelingen, die ongetwijfeld te op vandaag een groot en heilzaam werk hebben ver richt. Voortgezette bacteriologische studiën leidde vervolgens tot immunisatiemogelijkheden tege steeds meer Infektieziekten, zodat ook deze than . in landen als Nederland bijna geen sterfgevalle i en opvallend weinig ziekte veroorzaken. Om daarvan een voorbeeld te geven: in 1900 stierven va i elke 1000 levend geborenen er 150 in het eerst < levensjaar, in 1965 maar 15, een daling tot 1/1) in 65 jaar. En de kleutersterfte, d.i. de sterfte va i kinderen tussen de Ie en de 5e verjaardag, is nasr verhouding nog sterker gedaald in dat tijdvak, r'. tot 1/25! Toch geven deze verheugende cijfe!3 nog niet in alle opzichten reden tot tevredenhei . Dit wordt duidelijk, indien wij de gegevens OV' r de zuigelingensterfte nog eens aan een nadee analyse onderwerpen. De sterke daling van hit mortaliteitscijfer blijkt dan nl. in hoofdzaak etn gevolg te zijn van de sterftedaling na de eers e levensweek. Die daalde nl. van 120 per 1000 t .t 5 per duizend, dus tot 1/24 deel, terwijl de eerst )week-sterfte slechts daalde van 20 tot 10 per 100^), dus tot de helft! Ook het verlies aan doodgeborenen, dat tezamen met de eerste-week-sterfte fis perinatale sterfte wordt aangeduid, is in die periode slechts tot 1/3 gedaald. De verhouding fissen perinatale en postnatale sterfte, die rond 1900 1 op 2 bedroeg, is daardoor thans verschovsn naar 5 op 1. De sterke daling in zuigelingensterfte waarop ik doelde, is dus hoofdzakelijk een daling in wat vvel genoemd wordt paediatrische sterfte (na de 1e levensweek), terwijl de z.g. obstetrische sterfte (in de eerste levensweek) een veel minder gunstig beeld te zien geeft. Op het ogenblik is het dan ook zo, dat van de kinderen die in het eerste jaar komen te overlijden bijna tweederde in de eerste week, en eenderde binnen de éérste 12 uren sterft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

VU-Blad | 226 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 153

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

VU-Blad | 226 Pagina's