Vrije Universiteitsblad 1970 - pagina 125
loop tot die dag te maken en die aanloop bestaat uit twee series van provinciale ledenvergaderingen.
Het vorig jaar waren er ook provinciale ledenvergaderingen. Daarop is toen gepraat over de verantwoordelijkheid van de leden der VU-vereniging met betrekking tot de universiteit. Hoe kun je die verantwoordelijkheid, die toch niet bekeken kan en mag zijn met een girootje of een vol VU-busje, gestalte geven.' Op die bijeenkomsten is naar voren gekomen dat er genoeg punten zijn, waarop die verantwoordelijkheid vorm krijgen kan, — en als om dit te bewijzen, zijn er die aanstaande series van provin-
ciale ledenvergaderingen. De eerste reeks zal gewijd zijn aan de kwestie van de bestuursstruktuur van de Vrije Universiteit. Geen lid zal op zo'n vergadering kunnen beweren dat-ie niet goed weet waar het over zal gaan, want de uitnodiging tot de bijeenkomst zal vergezeld gaan van zorgvuldig samengesteld documentatiemateriaal: geen map met ellenlange, onleesbare stencils, maar een beknopt en duidelijk overzicht van wat aan de orde is. We zullen dan kunnen lezen hoe de zg. stuurgroep, het vorig jaar ingesteld, waarin alle geledingen van de universitaire gemeenschap vertegenwoordigd zijn, hoe die stuurgroep een jaar lang doende is geweest met discussies over bestuursstrukturen. Uit de bus kwamen tenslotte een paar bestuursmodellen en via een referendum heeft de stuurgroep een aanbeveling aan de directeuren van de VU gedaan. Nu is die stuurgroep bij dit werk uitgegaan van het één man-één stemsysteem, dat wil zeggen dat voor de stuurgroep elke stem precies gelijke waarde had. Die van een eerstejaars student telde net zo mee als die van een
hoogleraar. En hiertegen hadden en hebben de directeuren overwegend bezwaar. Want, zo betogen zij, dit systeem betekent dat je de verantwoordelijkheid voor het bestuur in handen legt van de studenten, die zijn nu eenmaal numeriek vér in de meerderheid. (N.B. Directeuren en curatoren hebben zich over dit referendum niet uit kunnen spreken: zij werden niet als een geleding beschouwd.) Tot zover héél beknopt iets wat gaande is. Trouwens, aandachtige krantenlezers onder de VU-leden zullen genoteerd hebben dat in de aanbeveling van de stuurgroep aan directeuren de vereniging een fikse duw achteruit kreeg. Stof genoeg dus voor geanimeerde besprekingen op de provinciale ledenvergaderingen van de eerste serie. De tweede serie vergaderingen heeft het punt van de grondslag tot onderwerp. Ook die vergaderingen zal men kunnen bezoeken met documentatiemateriaal op zak. Hierover zwijgen we nu: dit VUblad brengt al voldoende discussie over de voorgestelde grondslag in het verslag van de Deventer VU-dag.
8 oktober
HERSTRUCTURERING
1 oktober
dr. J. D . Dengerink
Groningen
Leeuwarden
prof. dr. T. D . Stahlie
Alkmaar
D e n Haag
mr. J. W . Ubbink
Sneek
Amsterdam
dr. K. van Nes
Middelburg
2 oktober
Vlaardingen Apeldoorn
prof. mr. W . F. de Gaay Fortman ir. C. A. Doets
Eindhoven
Utrecht
Th. Booy
Assen
Hengelo Dordrecht
mr. J. Meynen
GRONDSLAG
19 november
ds. K. M. R. v. d. Beek
Eindhoven
20 november
26 november
27 november
Hoogeveen
ds. P. N . Kruyswijk
Alkmaar
prof. dr. R. Schippers
Zwolle
Th. Booy
Groningen
prof. mr. W . F. de Gaay Fortman
Arnhem Utrecht
dr. K. van Nes
Goes
Rotterdam
mr. D . Schut
Delft
Dordrecht
prof. dr. G. J. Sizoo
Sneek
Amsterdam
Leeuwarden
7
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970
VU-Blad | 187 Pagina's